Voetnoot
Of: „gingen tot het jodendom over.” Hebr.: mith·Ja·hadhimʹ; LXX: „lieten zich besnijden en gingen tot het jodendom over”; Vgc: „sloten zich bij hun godsdienst (religie) [Lat.: re·li·gi·oʹni] en ceremoniën [Lat.: cae·re·moʹni·is] aan.”
Of: „gingen tot het jodendom over.” Hebr.: mith·Ja·hadhimʹ; LXX: „lieten zich besnijden en gingen tot het jodendom over”; Vgc: „sloten zich bij hun godsdienst (religie) [Lat.: re·li·gi·oʹni] en ceremoniën [Lat.: cae·re·moʹni·is] aan.”