Voetnoot
a Zie ook Psalm 135:1; 146:1. In McClintock en Strongs Cyclopædia, Deel IV, bladzijde 32a, staat: „Halleluja (Heb. halleluʹ-yahʹ, הללו־יה, Looft gijlieden Jah, d.w.z. Jehovah!) of (in zijn Griekse vorm) ALLELUʹIAH (’Αλληλούϊα), een woord dat aan het begin van vele Psalmen staat. . . . Toen in de hemel het grote overwinningslied over de vernietiging van Babylon werd gezongen, hoorde de apostel in een visioen hoe de menigte — als antwoord op de stem die van de troon kwam en zei: ’Looft onze God, al zijn knechten, en gij die hem vreest, zowel kleinen als groten’ — gelijk de stem van zware donderslagen in koor uitriep: ’Halleluja, want de Here God almachtig regeert’ (Openb xix, 1-6).”