Voetnoot
a In Hebreeën 5:10 en 6:20 komt het Griekse woord archiereus (ἀρχιερεύς) voor, dat „hogepriester” betekent. In de Latijnse Vulgaat gaf de translateur Hieronymus dit Griekse woord weer met „pontifex”. In Hebreeën 5:6 komt het Griekse woord hiereus (ἱερεύς) voor, dat „priester” betekent; doch daar geeft Hieronymus dit woord weer met „sacerdos”. Hij zou het Griekse woord archiereus eigenlijk met „princeps sacerdotum” hebben moeten vertalen, zoals in Matthéüs 2:4; 16:21; 20:18; 21:15, 23, 45; Handelingen 4:6; 26:10, 12. Ook in Psalm 110:4 (in de Vulgaat 109:4) gebruikt Hieronymus het woord „sacerdos” voor „priester” in verband met Melchizédek, evenals in Genesis 14:18. In Leviticus 21:10 gebruikt hij voor „hogepriester” „sacerdos maximus”, doch hij voegt het woord „Pontifex” aan de tekst toe, zodat deze luidt: „Pontifex, id est sacerdos maximus inter fratres suos” („De Pontifex, dat wil zeggen, de Grootste Priester onder zijn broeders”). Zo introduceert Hieronymus ten onrechte het woord „pontifex” in de Latijnse vertaling van de Heilige Schrift, klaarblijkelijk met de bedoeling de Rooms Katholieke paus te rechtvaardigen die hem tot zijn secretaris had aangesteld, namelijk paus Damasus, die de eerste paus was die de titel Pontifex Maximus overnam nadat keizer Gratianus deze had geweigerd. — Zie Latin New Testament door Wordsworth and White, de uitgave van 1911.