Voetnoot
b Sommigen hebben uit het verslag van Petrus’ vrijlating uit de gevangenis geconcludeerd dat Petrus een persoonlijke beschermengel had (Handelingen 12:6-16). Maar toen de discipelen het over ‘zijn [Petrus’] engel’ hadden, kan het zijn dat ze ten onrechte dachten dat een engel die Petrus vertegenwoordigde naar ze toe was gekomen en niet Petrus zelf.