woensdag 23 februari
Ik zag een grote menigte. Met luide stem riepen ze steeds: ‘Redding hebben we te danken aan onze God en aan het Lam.’ — Openb. 7:9, 10.
Wat zal de toekomst brengen? Tijdens de grote verdrukking zal Jehovah ons op twee momenten redden. Ten eerste zal hij zijn loyale aanbidders redden wanneer hij de koningen van de aarde ertoe aanzet Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, te vernietigen (Openb. 17:16-18; 18:2, 4). Ten tweede zal hij zijn volk redden wanneer hij de overgebleven elementen van Satans wereld in Armageddon vernietigt (Openb. 16:14, 16). Als je dicht bij Jehovah blijft, kan Satan je geen blijvende schade toebrengen. Hij is juist degene die voorgoed zal verdwijnen (Rom. 16:20). Doe dus de complete wapenrusting aan — en doe die niet meer uit! Ga de strijd niet in je eentje aan. Steun je broeders en zusters. En volg Jehovah’s leiding. Dan kun je ervan op aan dat je liefdevolle hemelse Vader je kracht geeft en beschermt (Jes. 41:10). w21.03 30 ¶16-17
donderdag 24 februari
Jullie kracht zal liggen in kalmte en vertrouwen. — Jes. 30:15.
Hoe kun je laten zien dat je op Jehovah vertrouwt? Door de leiding die hij geeft te volgen. In de Bijbel staan veel verslagen die laten uitkomen hoe belangrijk het is kalm te blijven en op Jehovah te vertrouwen. Bestudeer die verslagen en vraag je af wat Gods aanbidders heeft geholpen kalm te blijven onder felle tegenstand. De apostelen lieten zich bijvoorbeeld niet intimideren toen het hoogste gerechtshof van het Joodse volk ze het bevel gaf te stoppen met prediken. Moedig verklaarden ze: ‘Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen’ (Hand. 5:29). Zelfs toen ze waren gegeseld, raakten ze niet in paniek. Waarom niet? Omdat ze wisten dat Jehovah aan hun kant stond. Hij was blij met ze. Vandaar dat ze doorgingen met prediken (Hand. 5:40-42). Toen Stefanus met de dood bedreigd werd, bleef hij zo kalm en sereen dat ‘zijn gezicht als dat van een engel was’ (Hand. 6:12-15). Hoe kwam dat? Doordat hij ervan overtuigd was dat hij Jehovah’s goedkeuring had. w21.01 4 ¶10-11
vrijdag 25 februari
Ze hebben hun gewaden gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam. — Openb. 7:14.
Dat betekent dat ze een rein geweten hebben en een rechtvaardige positie voor Jehovah (Jes. 1:18). Het zijn opgedragen, gedoopte christenen met een sterk geloof in Jezus’ offer en een hechte band met Jehovah (Joh. 3:36; 1 Petr. 3:21). Daarom mogen ze voor Gods troon staan om ‘dag en nacht heilige dienst’ voor hem te doen in het aardse voorhof van zijn geestelijke tempel (Openb. 7:15). In deze tijd doen ze het merendeel van het werk in de prediking en het maken van discipelen, want ze stellen de belangen van Gods Koninkrijk boven die van henzelf (Matth. 6:33; 24:14; 28:19, 20). De grote menigte die uit de grote verdrukking komt, is er zeker van dat God voor ze blijft zorgen, want ‘hij die op de troon zit, zal zijn tent over hen uitspreiden’. Dan zal eindelijk uitkomen waar ze al zo lang naar uitkijken: ‘Hij zal elke traan uit hun ogen wissen’ (Openb. 21:3, 4). w21.01 16 ¶9-10