vrijdag 23 februari
Aanvaard met zachtaardigheid het woord dat in je wordt geplant en dat je kan redden. — Jak. 1:21.
Als je zachtaardig bent, laat je toe dat Gods Woord in je hart doordringt en wortel schiet. De lessen uit de Bijbel over barmhartigheid, medegevoel en liefde kunnen je alleen vormen als je niet kritisch of trots bent. Of je door de Bijbel wordt gevormd, kan blijken uit de manier waarop je mensen behandelt. De farizeeën lieten Gods Woord niet tot hun hart doordringen, waardoor ze onschuldige mensen veroordeelden (Matth. 12:7). Hoe je anderen beziet en behandelt kan dus aan het licht brengen of je je echt door Gods Woord laat vormen. Praat je bijvoorbeeld vaak over het goede dat je in ze ziet of heb je het juist snel over hun gebreken? Ben je barmhartig en bereid te vergeven of ben je kritisch en geneigd lang boos te blijven? Zo’n zelfonderzoek kan aan het licht brengen of wat je leest een vormende invloed heeft op wat je denkt, voelt en doet (1 Tim. 4:12, 15; Hebr. 4:12). w23.02 12 ¶13-14
zaterdag 24 februari
Ik ben Jehovah, je God, die je rechterhand vastpakt en tegen je zegt: ‘Wees niet bang. Ik zal je helpen.’ — Jes. 41:13.
Neem een voorbeeld aan Jozef van Arimathea, die in de Joodse samenleving in hoog aanzien stond en lid was van het Sanhedrin, de Joodse Hoge Raad. Tijdens Jezus’ bediening op aarde was Jozef allesbehalve moedig. Johannes zei dat hij ‘uit angst voor de Joden in het geheim een discipel van Jezus was’ (Joh. 19:38). Hoewel Jozef geïnteresseerd was in de boodschap over het Koninkrijk, durfde hij er niet voor uit te komen dat hij in Jezus geloofde. Ongetwijfeld was hij bang dat hij zijn positie en aanzien in de gemeenschap zou verliezen. Maar de Bijbel vermeldt dat Jozef na Jezus’ dood ‘al zijn moed bij elkaar raapte, naar Pilatus ging en om het lichaam van Jezus vroeg’ (Mark. 15:42, 43). Nu was het geen geheim meer dat hij in Jezus geloofde. Herken je de angst die Jozef had? w23.01 30 ¶13-14
zondag 25 februari
Wat een voorrecht voor uw mannen en uw dienaren dat ze steeds in uw aanwezigheid zijn en uw wijsheid kunnen horen! — 1 Kon. 10:8.
De koningin van Scheba hoorde van de vrede en voorspoed die de Israëlieten hadden onder het bewind van Salomo. Die vorstin uit een ver land reisde naar Jeruzalem om het zelf te zien (1 Kon. 10:1). Na haar beoordeling van Salomo’s koninkrijk zei ze wat in de tekst voor vandaag staat. Maar de omstandigheden onder Salomo’s regering waren nog maar een voorproefje van wat Jehovah voor mensen zal doen tijdens de regering van zijn Zoon. Jezus is in elk opzicht superieur aan Salomo. Salomo was een onvolmaakte man die ernstige beoordelingsfouten maakte waardoor Gods volk uiteindelijk veel problemen ondervond. Maar Jezus is een volmaakte Regeerder die geen fouten maakt (Luk. 1:32; Hebr. 4:14, 15). Hij heeft bewezen dat hij nooit zal zondigen en nooit iets zal doen dat nadelig is voor zijn trouwe onderdanen. Het is echt een eer hem als Koning te hebben. w22.12 11 ¶9-10