Er zullen in je leven momenten zijn waarop je de behoefte voelt een goede vriend in vertrouwen te nemen. Maar dat kan moeilijk zijn. Misschien ben je niet gewend je diepste gedachten met iemand te delen. Het zou heel vervelend zijn erachter te komen dat je vriend heeft doorverteld wat je hebt gezegd. Aan de andere kant ben je blij als je iemand hebt die iets vertrouwelijk kan houden. Ouderlingen die dingen vertrouwelijk kunnen houden zijn ‘een beschutting tegen de wind, een schuilplaats’ voor hun broeders en zusters (Jes. 32:2). Met zulke broeders kun je vrijuit praten omdat je weet dat wat je zegt niet wordt doorverteld. Zet ze aan de andere kant niet onder druk om dingen te vertellen die ze voor zich moeten houden. We waarderen het ook als de vrouw van een ouderling niet probeert informatie uit haar man los te peuteren. In feite is het voor haar een zegen geen persoonlijke dingen over haar broeders en zusters te horen te krijgen. w22.09 11 ¶10-11

We kunnen erop vertrouwen dat Jehovah zijn loyale aanbidders zal redden tijdens de komende ‘grote verdrukking’ (Matth. 24:21; Dan. 12:1). Hij zal dat doen als Gog van Magog, een coalitie van landen, een boosaardige, wereldwijde aanval opzet tegen degenen die Jehovah trouw zijn. Maar die coalitie zal zelfs met alle 193 lidstaten van de VN erbij geen partij zijn voor het Opperwezen en zijn hemelse troepen! Jehovah belooft: ‘Ik zal mij beslist grootmaken en mij heiligen en mij bekendmaken voor de ogen van veel volken. En ze zullen moeten weten dat ik Jehovah ben’ (Ezech. 38:14-16, 23). De aanval van Gog zal aanleiding geven tot de beslissende krachtmeting in Armageddon. Dan vernietigt Jehovah ‘de koningen van de hele bewoonde aarde’ (Openb. 16:14, 16; 19:19-21). In tegenstelling daarmee ‘beschermt Jehovah de getrouwen’ en zullen zij, ‘degenen die rechtschapen blijven’, eeuwig op aarde leven (Ps. 31:23; Spr. 2:21, vtn.). w22.10 16-17 ¶16-17

Je kunt niet zien wat er in iemands hart leeft. Alleen ‘Jehovah onderzoekt motieven’ (Spr. 16:2). Hij houdt van alle soorten mensen met al hun verschillende achtergronden en culturen. En hij moedigt je aan ‘je hart wijd open te zetten’ (2 Kor. 6:13). Oordeel dus niemand in je geestelijke familie maar heb ze allemaal lief. Dat betekent ook dat je mensen buiten de gemeente niet moet oordelen. Als een familielid niet in de waarheid is, moet je hem niet veroordelen door te zeggen: ‘Die zal nooit in de waarheid komen.’ Dat zou aanmatigend zijn. Jehovah geeft nog steeds ‘overal aan alle mensen’ de kans berouw te hebben (Hand. 17:30). Bedenk altijd: jezelf rechtvaardiger vinden dan anderen is een vorm van onrechtvaardigheid. Vergroot dus je liefde voor Jehovah’s rechtvaardige normen. Daarmee zul je de vreugde bevorderen en anderen inspireren. Je zult ze helpen dichter naar jou en Jehovah toe te groeien. w22.08 31 ¶20-22