maandag 24 juni
Onze God zal rijkelijk vergeven. — Jes. 55:7.
Jehovah verzekert ons in zijn Woord dat hij ons niet in de steek zal laten als we fouten maken. De Israëlieten zondigden keer op keer tegen Jehovah. Maar als ze oprecht berouw toonden, vergaf hij ze. Ook de christenen in de eerste eeuw kenden Gods liefde. Paulus spoorde zijn geloofsgenoten onder inspiratie aan om een man die berouw had van een zondige leefwijze te ‘vergeven en troosten’ (2 Kor. 2:6, 7; 1 Kor. 5:1-5). Wat is het bijzonder dat Jehovah zijn aanbidders niet afwees puur omdat ze fouten hadden gemaakt! Hij bood ze juist liefdevol de helpende hand, corrigeerde ze en nodigde ze uit tot hem terug te keren. Hij belooft hetzelfde te doen voor alle berouwvolle zondaars in deze tijd (Jak. 4:8-10). Gods Woord vertelt ons veel over Gods wijsheid, rechtvaardigheid en liefde. De Bijbel toont aan dat Jehovah graag wil dat je hem leert kennen. Hij wil dat je zijn vriend wordt. w23.02 7 ¶16-17
dinsdag 25 juni
Jullie doen er goed aan je aandacht erop te richten. — 2 Petr. 1:19.
Er zijn goede redenen om in de gaten te houden hoe de huidige gebeurtenissen in de wereld een vervulling zijn van Bijbelse profetieën. Jezus noemde bijvoorbeeld specifieke dingen op waaraan je kunt zien dat het einde van Satans wereld dichtbij is (Matth. 24:3-14). Petrus gaf de aansporing je aandacht te richten op de vervulling van profetieën zodat je geloof sterk blijft (2 Petr. 1:20, 21). Hij helpt ons na te denken over de reden waarom je Bijbelprofetieën onderzoekt. Hij spoort ons aan te blijven ‘denken aan de komst van Jehovah’s dag’ (2 Petr. 3:11-13). Met welke reden? Niet zodat je ‘dag en uur’ kunt uitrekenen en weet wanneer Armageddon komt, maar zodat je de resterende tijd kunt gebruiken om ‘je heilig te gedragen en daden van toewijding aan God te doen’ (Matth. 24:36; Luk. 12:40). Zorg er dus voor dat je je goed blijft gedragen en dat alles wat je in Jehovah’s dienst doet wordt gemotiveerd door je diepe liefde voor hem. Om zo gefocust te blijven, moet je goed op jezelf letten. w23.02 16 ¶4, 6
woensdag 26 juni
Ik heb nog andere schapen. Ook die moet ik bij elkaar brengen. — Joh. 10:16.
Wat moeten de andere schapen nu doen om in het paradijs te mogen leven? Ze moeten waardering voor Jezus te tonen. Je kunt bijvoorbeeld laten zien dat je van hem houdt door de manier waarop je zijn gezalfde broeders behandelt. Jezus zei dat hij de schapen op basis daarvan zou oordelen (Matth. 25:31-40). Je kunt ze helpen bij de prediking en het maken van discipelen (Matth. 28:18-20). We hoeven niet te wachten tot we in het paradijs leven om het soort mensen te worden dat Jehovah daar wil hebben. Je kunt nu al je best doen om eerlijk te zijn in wat je zegt en doet en een evenwichtig leven te leiden. En je kunt trouw zijn aan Jehovah, aan je huwelijkspartner en aan je broeders en zusters. Hoe meer je in deze slechte wereld naar Gods normen leeft, hoe makkelijker het zal zijn om in het paradijs ernaar te leven. Je kunt ook werken aan vaardigheden en eigenschappen die nuttig zijn in de nieuwe wereld. w22.12 11-12 ¶14-16