STUDIEARTIKEL 52
Hulp bieden in moeilijke tijden
‘Onthoud het goede niet aan wie je het hoort te geven als het in je macht ligt te helpen.’ — SPR. 3:27.
LIED 103 Herders zijn een geschenk van Jehovah
VOORUITBLIKa
1. Hoe verhoort Jehovah vaak de gebeden van zijn aanbidders?
WIST je dat Jehovah je kan gebruiken om iemands vurige gebed te verhoren? Het maakt niet uit of je jong bent of oud, een broeder of een zuster, een ouderling, een dienaar, een pionier of een verkondiger. Als iemand die van Jehovah houdt hem om hulp vraagt, gebruikt onze God vaak de ouderlingen of andere trouwe aanbidders om ‘een grote troost’ voor die persoon te worden (Kol. 4:11). Wat een voorrecht om Jehovah en je broeders en zusters op die manier te dienen! Je komt misschien in de gelegenheid om die hulp te bieden als er een ziekte uitbreekt, een ramp plaatsvindt of vervolging losbarst.
HULP BIEDEN BIJ DE UITBRAAK VAN EEN ZIEKTE
2. Wat kan het lastig maken anderen hulp te bieden bij de uitbraak van een ziekte?
2 Als er een ziekte uitbreekt, kan het moeilijk zijn anderen te helpen. Misschien wil je bijvoorbeeld je vrienden bezoeken, maar is het niet veilig om dat te doen. Misschien wil je iemand die het financieel zwaar heeft uitnodigen voor een maaltijd, maar is ook dat niet mogelijk. Of misschien wil je iemand steunen, maar is dat een uitdaging omdat je eigen gezinsleden het moeilijk hebben. Toch wil je graag je broeders en zusters helpen. En het maakt Jehovah blij als je voor ze doet wat je kunt (Spr. 3:27; 19:17). Maar wat kun je doen?
3. Wat laat het voorbeeld van de ouderlingen in Desi’s gemeente uitkomen? (Jeremia 23:4)
3 Wat de ouderlingen kunnen doen. Als je ouderling bent, leer de schapen dan goed kennen. (Lees Jeremia 23:4.) Desi,b die in het vorige artikel is genoemd, vertelt: ‘De ouderlingen in m’n velddienstgroep zijn vaak met mij en anderen in de dienst geweest en deden ook vaak mee als we iets leuks gingen doen.’ Dat maakte het voor die ouderlingen makkelijker om Desi te helpen toen familieleden tijdens de COVID-19-pandemie aan het virus overleden.
4. Waarom konden de ouderlingen Desi helpen, en wat is de les?
4 Desi zegt verder: ‘Omdat de ouderlingen al vrienden voor me waren, vond ik het makkelijk ze te vertellen wat ik voelde en waar ik mee zat.’ De les? Wees als ouderling al voordat een crisis uitbreekt een herder voor je schapen. En wees een vriend voor ze. Als je ze tijdens de uitbraak van een ziekte niet persoonlijk kunt bezoeken, probeer dan op andere manieren contact te hebben. ‘Soms kreeg ik op één dag van verschillende ouderlingen een berichtje of telefoontje’, zegt Desi. ‘De teksten die ze gebruikten raakten me, ook al waren ze bekend.’
5. Hoe kunnen ouderlingen te weten komen wat de broeders en zusters nodig hebben en ze helpen?
5 Je kunt te weten komen wat je broeders en zusters nodig hebben door tactvol vragen te stellen (Spr. 20:5). Hebben ze genoeg voedsel, medicijnen en andere benodigdheden? Lopen ze het risico hun baan te verliezen of zelfs hun huis? Hebben ze hulp nodig met het aanvragen van overheidssteun? Desi kreeg materiële hulp van broeders en zusters. Maar het was vooral de emotionele en geestelijke steun van de ouderlingen die haar erdoorheen hielp. Ze zegt: ‘De ouderlingen baden met me. Ik weet niet meer precies wat ze zeiden, maar ik weet nog wel wat ik voelde. Het was Jehovah’s manier om te zeggen: je bent niet alleen’ (Jes. 41:10, 13).
6. Wat zou je voor anderen in de gemeente kunnen doen? (Zie afbeelding.)
6 Wat anderen kunnen doen. Van de ouderlingen wordt verwacht dat ze de leiding nemen. Maar Jehovah vraagt elk van ons om anderen aan te moedigen en te helpen (Gal. 6:10). Zelfs een klein gebaar kan al een enorme impact hebben op iemand die ziek is. Een kind zou iemand bijvoorbeeld kunnen aanmoedigen met een kaartje of tekening. Als je nog jong bent, zou je een boodschap voor een ander kunnen doen. Sommigen kunnen misschien voor iemand eten koken en dat aan huis bezorgen. Als een ziekte wijdverbreid is, heeft natuurlijk iedereen in de gemeente aanmoediging nodig. Je zou daarom na de vergaderingen wat langer kunnen blijven om met de broeders en zusters te praten, persoonlijk of via videoconferencing. En denk aan de ouderlingen, die het tijdens de uitbraak van een ziekte misschien drukker hebben dan ooit. Sommigen hebben hun een bedankje gestuurd om ze aan te moedigen. Wat is het fijn als we allemaal ons best doen om ‘elkaar aan te moedigen en op te bouwen’! (1 Thess. 5:11)
HULP BIEDEN BIJ EEN RAMP
7. Wat is vaak de uitdaging voor slachtoffers van een ramp?
7 Een ramp kan je leven in één klap op z’n kop zetten. Je kunt je huis, je bezittingen of zelfs je dierbaren verliezen. En zulke tragische gebeurtenissen kunnen ook je broeders en zusters treffen. Wat kun je doen om te helpen?
8. Wat kunnen ouderlingen en gezinshoofden doen voordat er een ramp gebeurt?
8 Wat de ouderlingen kunnen doen. Zie er als herder op toe dat je broeders en zusters voorbereid zijn op een ramp. Zorg ervoor dat iedereen in de gemeente weet wat hij voor zijn veiligheid moet doen en hoe hij in contact komt met de ouderlingen. Margaret, die in het vorige artikel is genoemd, zegt: ‘In een aandeel over plaatselijke behoeften waarschuwden de ouderlingen ons dat het bosbrandseizoen nog niet voorbij was. Ze zeiden dat we meteen moesten vertrekken als het bevel tot evacuatie kwam of de situatie gevaarlijk werd.’ Die aanwijzingen kwamen precies op tijd, want vijf weken later brak er een levensgevaarlijke bosbrand uit. Als gezinshoofd kun je tijdens de gezinsaanbidding bespreken wat elk gezinslid moet doen. Zorg dat je hele gezin voorbereid is, want dan is de kans groter dat jullie bij een ramp kalm blijven.
9. Hoe kunnen ouderlingen voor en na een ramp te werk gaan?
9 Als je groepsopziener bent, zorg er dan voor dat je de juiste contactinformatie hebt van iedereen in je velddienstgroep die het wil geven. Wacht daar niet mee tot er een ramp plaatsvindt. Maak een lijst en houd die up-to-date. Dan kun je in geval van een calamiteit met elke verkondiger contact opnemen om te weten wat hij nodig heeft. Geef die informatie meteen door aan de coördinator van het lichaam van ouderlingen, die contact zal opnemen met de kringopziener. Met een goede samenwerking kan de beste hulp worden geboden. Toen Margaret met een bosbrand te maken kreeg, was haar kringopziener 36 uur op om al het werk van de ouderlingen te coördineren. Ze legden contact met 450 broeders en zusters die hun huis moesten verlaten (2 Kor. 11:27). Er werd opvang geregeld voor iedereen die dat nodig had.
10. Waarom vinden ouderlingen herderlijke zorg belangrijk? (Johannes 21:15)
10 De ouderlingen hebben de verantwoordelijkheid hun broeders en zusters geestelijke en emotionele hulp te bieden (1 Petr. 5:2). Als er een ramp plaatsvindt, moeten ze in de eerste plaats nagaan of elke broeder en zuster veilig is en voedsel, kleding en onderdak heeft. Maar daarnaast hebben velen vaak nog maanden lang geestelijke en emotionele steun nodig. (Lees Johannes 21:15.) ‘Het herstel heeft tijd nodig’, zegt Harold, die lid is van een bijkantoorcomité en vaak heeft gesproken met broeders en zusters die een ramp hebben meegemaakt. ‘Na een tijd pakken ze de draad wel weer op. Maar de herinneringen aan een dierbare, een kostbaar erfstuk of een hachelijke situatie kunnen nog lang doorwerken. Die kunnen het verdriet steeds weer naar boven brengen. Dat is geen gebrek aan geloof maar een normale menselijke reactie.’
11. Waar moeten gezinnen misschien mee geholpen worden?
11 De Bijbel geeft de raad: ‘Huil met mensen die huilen’ (Rom. 12:15). De ouderlingen nemen dat ter harte. Ze moeten de overlevenden van een ramp er misschien van verzekeren dat Jehovah en hun broeders en zusters nog steeds van ze houden. Ze kunnen gezinnen helpen om vast te houden aan hun geestelijke routine, aan dingen als bidden, studeren, vergaderingen bezoeken en prediken. Ze kunnen ouders aanmoedigen om de aandacht van hun kinderen te richten op dingen die geen enkele ramp kapot kan maken. Ouders, herinner je kinderen eraan dat Jehovah altijd hun Vriend is en er altijd voor ze zal zijn. Leg uit dat ze een wereldwijde familie van broeders en zusters hebben die altijd klaarstaan om ze te hulp te komen (1 Petr. 2:17).
12. Wat kun je doen om hulpacties na rampen te ondersteunen? (Zie afbeelding.)
12 Wat anderen kunnen doen. Als er in je omgeving een ramp plaatsvindt, vraag de ouderlingen dan wat je kunt doen om te helpen. Misschien kun je tijdelijke huisvesting aanbieden voor degenen die hun huis hebben verloren of voor bouwvrijwilligers. Of je kunt misschien voedsel en andere hulpgoederen leveren aan verkondigers in nood. Wat kun je doen als de ramp niet in je omgeving was? Je kunt voor de slachtoffers bidden (2 Kor. 1:8-11). En misschien kun je de hulpacties financieel ondersteunen door een bijdrage te doen aan het wereldwijde werk (2 Kor. 8:2-5). Als je in staat bent naar het getroffen gebied te reizen, vraag de ouderlingen dan hoe je je als vrijwilliger kunt aanbieden. Word je gevraagd om te helpen, dan krijg je waarschijnlijk wat opleiding zodat je gebruikt kunt worden waar en wanneer je het meest nodig bent.
HULP BIEDEN BIJ VERVOLGING
13. Wat is de uitdaging voor broeders en zusters in een land waar ons werk verboden is?
13 Als in een land ons werk verboden is, maakt dat het leven een stuk ingewikkelder. Ook broeders en zusters in zulke landen krijgen te maken met financiële problemen, worden ziek en verliezen dierbaren in de dood. Maar door het verbod kunnen de ouderlingen misschien niet naar ze toe of vrijuit met ze communiceren. Dat is wat Andrej merkte, die in het vorige artikel is genoemd. Een zuster in zijn velddienstgroep had het financieel moeilijk. En toen kreeg ze een auto-ongeluk. Ze had een aantal operaties nodig en kon niet werken. Maar de broeders deden wat ze konden om haar ondanks de beperkingen en de pandemie te helpen. En Jehovah keek toe.
14. Wat kunnen ouderlingen doen om te laten zien dat ze op Jehovah vertrouwen?
14 Wat de ouderlingen kunnen doen. Andrej bad en deed wat hij kon. Hoe reageerde Jehovah? Hij motiveerde broeders en zusters met meer bewegingsvrijheid om hulp te bieden. Sommige boden de zuster vervoer aan naar doktersafspraken. Andere gaven haar geld. Jehovah bewoog ze ertoe te doen wat ze konden en hij zegende hun moedige, verenigde inspanningen (Hebr. 13:16). Als het werk aan beperkingen onderworpen is, moet je als ouderling delegeren (Jer. 36:5, 6). Maar vertrouw bovenal op Jehovah. Hij kan je helpen zorg te dragen voor je broeders en zusters.
15. Hoe kunnen we als christenen de eenheid bewaren bij vervolging?
15 Wat anderen kunnen doen. Als er een verbod geldt, kan het nodig zijn in kleinere groepen samen te komen. In zo’n geval is het belangrijker dan ooit onderling de vrede te bewaren. Satan is de vijand, niet je broeder of zuster. Zie de fouten van je broeders en zusters door de vingers of probeer meningsverschillen snel bij te leggen (Spr. 19:11; Ef. 4:26). Neem het initiatief om elkaar te helpen (Tit. 3:14). Toen de eerder genoemde zuster hulp kreeg van anderen, had dat een positieve impact op de hele velddienstgroep. Ze werden hechter, net als een familie (Ps. 133:1).
16. Wat kun je doen voor je broeders en zusters die worden vervolgd, zoals blijkt uit Kolossenzen 4:3, 18?
16 Er zijn tienduizenden broeders en zusters die Jehovah dienen ondanks beperkingen van overheidswege. Sommigen van hen zijn vanwege hun geloof gevangengezet. Bid voor hen, voor hun familie en voor degenen die hun eigen vrijheid riskeren om ze geestelijk, materieel en juridisch bij te staan.c (Lees Kolossenzen 4:3, 18.) Onderschat nooit hoeveel kracht je gebeden hebben! (2 Thess. 3:1, 2; 1 Tim. 2:1, 2)
17. Hoe kun je je nu al op vervolging voorbereiden?
17 Je kunt je, samen met je gezin, nu al voorbereiden op vervolging (Hand. 14:22). Probeer je niet in te beelden wat er allemaal zou kunnen gebeuren. Versterk in plaats daarvan je vriendschap met Jehovah en help je kinderen dat ook te doen. Als je je soms zorgen maakt, stort dan je hart uit bij Jehovah (Ps. 62:7, 8). Bespreek als gezin alle redenen voor vertrouwen in hem.d Je persoonlijke voorbereiding en je vertrouwen in Jehovah zullen je kinderen helpen zowel bij een ramp als bij vervolging moedig te zijn en kalm te blijven.
18. Wat voor toekomst staat ons te wachten?
18 De vrede van God geeft ons een veilig gevoel (Fil. 4:6, 7). Daarmee helpt Jehovah ons kalm te blijven als we te maken krijgen met ziekte, een ramp of vervolging. Hij gebruikt hardwerkende ouderlingen om ons herderlijke zorg te geven. En hij geeft ons allemaal de mogelijkheid elkaar te helpen. De vrede die we nu hebben, geeft ons de kans ons voor te bereiden op grotere beproevingen, zelfs op de ‘grote verdrukking’ (Matth. 24:21). In die tijd zal het belangrijk zijn je vrede te behouden en anderen te helpen hetzelfde te doen. Maar daarna worden we niet meer geconfronteerd met problemen die ons angstig maken. We zullen eindelijk kunnen genieten van wat Jehovah altijd voor ons heeft gewild: volmaakte, blijvende vrede (Jes. 26:3, 4).
LIED 109 Hou intens van elkaar
a Als iemand een moeilijke tijd doormaakt, gebruikt Jehovah vaak een broeder of zuster om hulp te geven. Hij kan ook jou gebruiken om je broeders en zusters op te bouwen. Dit artikel laat uitkomen wat je kunt doen voor degenen die hulp nodig hebben.
b Sommige namen zijn veranderd.
c Het bijkantoor en het internationale hoofdkantoor kunnen geen brieven van individuele personen doorsturen naar broeders en zusters die in de gevangenis zitten.
d Zie het artikel ‘Bereid je nu al op vervolging voor’ in De Wachttoren van juli 2019.
e BESCHRIJVING AFBEELDING: Een echtpaar brengt voedsel naar een gezin dat na een ramp ergens tijdelijk is ondergebracht.