Religie en het atoomtijdperk
„De zachtmoedigen zullen de aarde echter bezitten en zich beslist buitengewoon verlustigen over overvloedige vrede.” — Ps. 37:11, NW.
1. Welke tot nadenken stemmende vragen moet de mensheid thans onder de ogen zien, maar wat verzekert de Schepper ons?
HOE zal onze aarde er over honderd jaar uitzien? Dit is een tot nadenken stemmende vraag. Zal het atoomtijdperk het leven voor onze kindskinderen louter een kwestie van even-op-een-knop-drukken hebben gemaakt? Zullen de aarde en de omgeving ervan nog steeds een strijdperk vormen voor het communisme en het kapitalisme, of voor de opvolgers van deze machten? Of zal de aarde tot een atoomsintel zijn verbrand? Sommigen profeteren zelfs dat de mensheid binnen de nu volgende tien jaar zal zijn uitgestorven! Wij kunnen echter van één ding verzekerd zijn: Dat de aarde en de mens hier over tien, honderd en duizend jaar nog steeds zullen zijn. De Auteur van alle ware profetieën, de Schepper der aarde zelf, verzekert ons hiervan door te zeggen dat hij de aarde „niet tot een baaierd heeft . . . geschapen, maar ter bewoning heeft . . . geformeerd”. — Jes. 45:18.
2. Welke grote veranderingen hebben zich gedurende de afgelopen honderd jaar voorgedaan?
2 Als de aarde ’s mensen woonplaats zal blijven, waar zal dit atoomtijdperk dan op uitlopen? Zullen de veranderingen in de menselijke aangelegenheden zich in een steeds sneller tempo blijven voordoen, zoals dit gedurende de afgelopen honderd jaar het geval is geweest? In zo’n korte tijdsperiode is de mens van het paard-en-wagen-tijdperk in het tijdperk van de astronaut terechtgekomen. Vooral sinds 1914 hebben zich wereldschokkende omwentelingen voorgedaan. Twee grote wereldoorlogen hebben verwoestingen op de aarde aangericht. Koninkrijken zijn omvergeworpen en grote rijken zijn ingestort. De communistische staat, die gedurende de eerste Wereldoorlog op het toneel is verschenen, heeft zich dermate uitgebreid dat een derde van de bewoners der aarde onder de heerschappij ervan staat, terwijl hij bovendien in een grote machtsstrijd met de kapitalistische staten van de christenheid verwikkeld is geraakt. De christenheid heeft van haar zijde de leiding genomen bij het oprichten van eerst de Volkenbond en later de Verenigde Naties, waarbij ze hoopvol uitriep: „Vrede, vrede, terwijl er geen vrede is.” — Jer. 6:14.
3. Waarin is de wereldse religie te kort geschoten?
3 Hoe vreemd sommigen dit ook mogen vinden, toch moet het antwoord op de ernstige vragen van het atoomtijdperk worden gezocht in — RELIGIE. Enkelen zullen wellicht vragen: Hoe is dit mogelijk, nu de religie zo rampzalig is te kort geschoten in haar krachtsinspanningen de atoombewapeningswedloop een halt toe te roepen? De wereldse religie is inderdaad in een verdeelde toestand geraakt en haar bemoeienissen zijn vruchteloos geworden. De christenheid heeft zich voornamelijk tot menselijke, materialistische filosofieën in plaats van tot het Woord van God gewend (Jer. 2:13). De vele sekten van het katholicisme, protestantisme en het zogenaamde heidendom zijn het nog steeds niet met elkaar eens en de toestand wordt nog verwarder met het verschijnen van nog meer nieuwe religiën. Terwijl de voorraden atoomwapens toenemen, zien de mensen tevergeefs op naar de leiders van de sektarische religie, zoals Ezechiël ook profeteerde: „Angst komt; dan zullen zij behoud zoeken, maar het is er niet. Ramp op ramp zal komen, gerucht op gerucht zich verbreiden. Zij zullen een gezicht begeren van een profeet, den priester zal een aanwijzing ontbreken en raad aan de oudsten.” — Ezech. 7:25, 26, SV.
4. Bezit de Rode religie het recept voor vrede?
4 Toch zeggen wij dat RELIGIE het antwoord bezit op onze problemen. Bedoelen wij hier de Rode religie of het communisme mee? Beslist niet! Het is waar dat het communisme de traditionele religiën op een groot gedeelte der aarde heeft ondergeploegd en er zijn eigen cultus van Staats- en heldenaanbidding voor in de plaats heeft gesteld. Gepubliceerde foto’s van Moskouse menigten die waanzinnig uitgelaten grote afbeeldingen van astronauten (zoals de „hemelse tweeling” van de in augustus 1962 gemaakte ruimtevlucht) toejuichen, tonen aan hoe diepgeworteld de communistische religie is. Bovendien heeft ze de fijnere hoedanigheden van liefderijke goedheid, waarachtigheid, rechtvaardigheid en vrede vaarwel gezegd om luid over haar atomaire overwicht te roemen (Ps. 85:10, NW; vs. 11, NBG). Een bekende rubriekschrijver gaf onlangs met de volgende woorden te kennen wat er met de communistische religie kan gebeuren: „Dat de Russen en Chinezen beiden de wereldlijke religie van het communisme belijden, vormt er nog geen reden voor waarom zij niet in een dodelijk conflict verwikkeld zouden geraken. Wij dienen niet te vergeten hoe wreed de religieuze oorlogen binnen de christenheid zijn geweest. Wij, die — naar wij hopen — die oorlogen achter de rug hebben, behoeven ons er niet over te verbazen wanneer wij ze onder de communisten zien uitbreken.”a Of het nu wel of niet zover zal komen, wij kunnen er zeker van zijn dat de Rode religie het recept voor vrede niet bezit.
5. Welk lot wacht de wereldse religie?
5 Als RELIGIE de oplossing voor de problemen van het atoomtijdperk zal bieden, moet het een religie zijn die totaal verschilt van de duizenden tegenstrijdige sekten van de christenheid, het heidendom en het communisme. In plaats dat de wereldse religiën vrede op aarde zullen bewerkstelligen, is er ten aanzien van deze groeperingen voorzegd dat ze met de atoommachten waarmee ze bevriend zijn, zullen vergaan. In de profetie van Openbaring hoofdstuk 17 wordt de overspelige religie beschreven als een vrouw die het VN-„beest” berijdt en wordt gezegd dat haar verwoesting zal komen door „horens” die nu juist binnen de door haar gesteunde organisatie opstaan. Elke eventuele overwinning van deze radicale „horens” zal ook slechts van korte duur zijn, want ook zij zullen in verwarring worden gebracht wanneer zij door Gods oordeel van Armageddon worden getroffen (Openb. 16:14, 16; Hag. 2:22, 23 21, 22). Het wee is uitgesproken over degenen die door mensen gemaakte goden of de oorlogsgod aanbidden door hun vertrouwen te stellen in intercontinentale ballistische projectielen (ICBM’s), ruimteraketten en asteroïdebommen! — Ps. 20:8 7.
6. Welke religie zal succesvol zijn, en welke belofte doet ze?
6 De RELIGIE die succesvol zal zijn, is geen deel van deze veroordeelde wereld. Het is geen nieuwe religie. Ze is veel en veel ouder dan het communisme, protestantisme, katholicisme, mohammedanisme en de eeuwenoude religiën van het Oosten. Het is de oorspronkelijke religie voor de mensheid, de religie die de mensheid iets veel beters belooft dan uitroeiing als gevolg van het gebruik van kernwapens, want ze oefent geloof in de Almachtige God, die zegt: „Nog een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; gij zult beslist acht slaan op zijn plaats, en hij zal er niet meer zijn. De zachtmóedigen zullen de aarde echter bezitten en zich beslist buitengewoon verlustigen over overvloedige vrede.” — Ps. 37:10, 11, NW.
7. Waardoor wordt de enige weg der redding gekenmerkt?
7 Het is in dit atoomtijdperk van het allergrootste belang in de Schepper-God van de ware religie geloof te stellen, want hierdoor wordt de enige weg der redding gekenmerkt. „Zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt, moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken.” — Hebr. 11:6.
’GELOVEN DAT HIJ BESTAAT’
8, 9. (a) Door bemiddeling van wie heeft God een verslag over zijn voornemens laten optekenen? (b) Welke profeet werd het eerst geïnspireerd om te schrijven, en welke bekwaamheden bezat hij?
8 Geloof in de ware God is van het allergrootste belang om in leven te blijven. Daar God deze kritieke tijden heeft voorzien, heeft hij een basis voor geloof verschaft door een wonderbaarlijk overtuigend verslag over zijn goddelijke werken en voornemens te laten optekenen. „God [heeft] lang geleden bij vele gelegenheden en op vele wijzen tot onze voorvaderen . . . gesproken door bemiddeling van de profeten”, en deze woorden van God werden heel gedetailleerd opgetekend om later door ons geraadpleegd te kunnen worden (Hebr. 1:1, NW). Het zijn de woorden die te zamen de bijbel vormen. „Al wat namelijk te voren geschreven is, werd tot ons onderricht geschreven, opdat wij in den weg der volharding en van de vertroosting der Schriften de hoop zouden vasthouden.” — Rom. 15:4.
9 De eerste profeet die door God werd gebruikt om een geïnspireerd geschreven bericht op te maken dat in de bijbel werd opgenomen, was Mozes. Op welke wijze had Mozes voor deze taak de bekwaamheid verworven? Had hij zich deze eigen gemaakt doordat hij hoger onderwijs had ontvangen „in alle wijsheid der Egyptenaren”, wier beschaving in vergelijking met de andere culturen uit de oudheid een hoge trap had bereikt? (Hand. 7:22) Deze opvoeding heeft hem ongetwijfeld een bepaalde achtergrond van kennis gegeven, maar wat werkelijk telde, was de godvruchtige opvoeding die zijn eigen moeder, Jochebed, hem in zijn prille jeugd had gegeven (Ex. 2:1-10). Toen hij voor de keuze werd gesteld of hij een gemakkelijk, materialistisch leven aan het weelderige hof van Farao wilde blijven leiden of het lot van Gods vervolgde volk wilde delen, verkoos hij „door het geloof” de moeilijke weg te bewandelen. — Hebr. 11:23-28.
10. Wat bracht Mozes bijeen, en onder leiding waarvan?
10 Mozes geloofde in God, en wat hij schreef, dient ons geloof te versterken. Onder inspiratie van God gaf hij de eerste menselijke schriften uit door ze bijeen te brengen in wat thans als het bijbelboek Genesis bekendstaat. Deze geschriften bevatten onder andere „de geschiedenis van den hemel en de aarde” en „het boek van Adams geslacht”, die door de oorspronkelijke mens op aarde waren geschreven (Gen. 2:4; 5:1, SV). Daar Mozes „een zeer zachtmoedig man [was], meer dan enig mens op den aardbodem”, heeft hij bij het optekenen van het blijvende, betrouwbare bericht over Gods scheppingen nauwgezet de leiding van Gods onzichtbare, tot activiteit aansporende kracht gehoorzaamd. Hij behoorde tot de mannen des geloofs die „door den heiligen Geest gedreven, . . . van Godswege [hebben] gesproken”. — Num. 12:3; 2 Petr. 1:21.
11. Welk feit betreffende het scheppingsverslag is versterkend voor ons geloof in God?
11 Het door Mozes opgestelde scheppingsverslag heeft de aanvallen van critici thans reeds 3500 jaar doorstaan! Door dit alles wordt ons geloof in God, als Degene die Zijn Woord heeft geïnspireerd, opgebouwd. Bovendien blijft de bewezen wetenschap thans het ene bewijs na het andere leveren waardoor Gods eigen scheppingsbericht wordt ondersteund. Dit was vanzelfsprekend alleen maar te verwachten, aangezien de Grote Geleerde en Ontwerper van de wetten waarop de schepping is gefundeerd, zich bij het op schrift stellen van de geschiedenis van de schepping zeker niet zou vergissen. De nauwkeurigheid en onveranderlijkheid van het Genesisverslag boezemen ons werkelijk geloof in! — Mal. 3:6.
12. Hoe is de juistheid van Genesis 1:1 op overtuigende wijze vastgesteld?
12 Het is een wetenschappelijk axioma dat de eenvoudigste verklaring van een verschijnsel gewoonlijk de juiste blijkt te zijn. Hoe schitterend eenvoudig is de eerste verklaring van de bijbel en wat een rijkdom aan betekenis bevat ze! „In den beginne schiep God den hemel en de aarde” (Gen. 1:1). O ja, sommigen hebben geprobeerd bewijzen aan te voeren voor hun theorieën dat het universum nooit een begin heeft gehad, dat het altijd in de ruimte en de tijd heeft bestaan, dat de hemelen ouder zijn dan de aarde, enzovoorts. In de laatste jaren hebben de 100-inch telescoop en experimenten die met door mensen gemaakte satellieten zijn verricht, de critici er echter toe gedwongen terug te komen van deze theorieën en zich op het standpunt te plaatsen dat 3500 jaar geleden door Mozes werd ingenomen. De studie van de hemelen heeft thans aan het licht gebracht dat het heelal, waarvan wordt aangenomen dat het vijf of zes miljard jaar oud is, uitdijt en dat alle delen ervan nog steeds als gevolg van één oorspronkelijke scheppingsexplosie uit elkaar vliegen! Deze eerste en meest grootse kernexplosie — als het dat werkelijk is geweest — geschiedde met een verstandig doel, het voortbrengen van het uitgebreide stoffelijke universum, dat zo’n uitermate ordelijk geheel is en in alle opzichten van doelbewustheid getuigt. Hoe nietig en vernietigend zijn alle door mensen teweeggebrachte explosies van het nieuwbakken „atoomtijdperk” hiermee vergeleken!
13. Welke wetenschappelijke ontdekkingen blijken met Genesis 1:2 en 3 overeen te stemmen?
13 „De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op den vloed, en de Geest Gods [Gods werkzame kracht, NW] zweefde over de wateren” (Gen. 1:2). Zo stond de situatie er enkele miljarden jaren na de oorspronkelijke scheppingsdaad voor, zoals door Mozes werd beschreven. Ook hiertegen zijn de atheïstische geleerden opgekomen. Zij betwisten niet alleen dat God zijn werkzame kracht gebruikte, maar spreken ook de verklaring dat er „duisternis lag op den vloed” tegen. In de eerste plaats zouden wij willen vragen: Als het niet Gods werkzame kracht was, welke andere op wonderbaarlijke wijze in bedwang gehouden kracht is er dan voor de doelbewustheid en het voornemen die de minerale, plantaardige en dierlijke scheppingen hier op aarde te zien geven, verantwoordelijk? Wat de „duisternis” betreft, machtige telescopen dwingen critici er wederom toe zich terug te trekken. Deze onthullen thans grote hemelstelsels die met het onze overeenkomen, namelijk de donkere „diffuse nevels” in de ruimte, waarin naar zij zeggen later een heldere, schijnende zon wordt gevormd om nabijgelegen lichamen licht te geven. Dit komt overeen met Mozes’ verklaring: „En God zeide: Er zij licht; en er was licht.” — Gen. 1:3.
14, 15. Welke andere feiten in verband met de schepping getuigen van de verheven wijsheid van de Schepper?
14 Wij zouden hiermee kunnen doorgaan door vers voor vers de gehele periode van de zes scheppingsdagen, tijdsperioden die volgens andere bijbelpassages elk 7000 jaar lang zijn geweest, te beschouwen.b De wetenschap onderschrijft thans de bijbel door de volgorde waarin er droog land verscheen, de aarde plantengroei begon voort te brengen, de lichtgevende hemellichamen verschenen en er vissen, vogels, viervoetige dieren en menselijke zielen werden voortgebracht, te bevestigen. Als gevolg van voortschrijdende wetenschappelijke onderzoekingen heeft men zich genoodzaakt gezien Darwins theorieën af te danken ten gunste van de eeuwenoude verklaring van de Grote Geleerde dat hij al het levende „naar zijn soort” heeft geschapen, zodat levende schepselen alleen binnen de door God vastgestelde grenzen veranderingen konden ondergaan en zich konden vermenigvuldigen (Gen. 1:11, 12, 21, 24, 25, NW). Dit is geen mechanische lopende-band-vermenigvuldiging, want er bestaat een verbazingwekkend grote verscheidenheid van individuen binnen elke soort.
15 De mens zelf vormt de kroon op deze gehele aardse schepping, terwijl hij als zodanig getuigenis aflegt van Gods wonderbaarlijke scheppingsvermogen. De mens werd hoger dan de dieren geschapen en hem werd wijsheid van boven gegeven, zodat hij waardering voor geestelijke waarden en een krachtig moreel besef kon hebben en in staat zou zijn liefde jegens zijn Schepper en zijn medemensen aan de dag te leggen. Hij was er op wonderbaarlijke wijze voor toegerust het hem door God gegeven gebod ten uitvoer te brengen: „Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt” (Gen. 1:26-28). De mens werd voor de aarde gemaakt, niet voor de maan of voor de interplanetaire ruimte.
16. Waarom zou God de Schepper niet de auteur van de religieuze verwarring op aarde kunnen zijn?
16 De harmonie en doelbewustheid in de schepping getuigen stellig van een ordelievende God. Vele mensen zullen vol overtuiging betogen dat God bestaat, waarbij zij hun conclusies baseren op de orde die zij in Zijn schepping zien. Volgens dezelfde redenatie zouden zij moeten aantonen dat het verwarde sektarisme dat thans in de talrijke religiën op aarde zichtbaar is, er een duidelijk bewijs van vormt dat deze religiën niet van God zijn. „God is geen God van wanorde, maar van vrede” (1 Kor. 14:33). God had zich dan ook voorgenomen slechts één religie voor de mensheid op deze aarde te hebben, een realistische, praktische religie die alle mensen als kinderen rondom hun hemelse Vader zou verenigen. Zij zouden deze religie niet door mystiek gezang of formalisme tot uitdrukking brengen, maar door God, de Schepper, in overeenstemming met Zijn goddelijke wil, vol dankbaarheid op liefdevolle wijze te dienen. — 1 Joh. 2:17.
17. Op welke wijze is de valse religie ontstaan, en wat zijn de vruchten ervan?
17 De eerste mens begon zijn loopbaan als een gehoorzame zoon van God. Jammer genoeg heeft hij zijn geloof in God later opzettelijk vaarwel gezegd, waardoor hij de ware religie verloor en een handelwijze van sektarische opstandigheid ging volgen. Als gevolg hiervan heeft de valse religie het grootste gedeelte van de mensheid overspoeld ten einde de identiteit van de ware God en Zijn religie te verduisteren (2 Kor. 4:4). De zich ophopende vruchten van de valse religie kunnen thans duidelijk in de problemen van het tegenwoordige atoomtijdperk worden waargenomen. — Matth. 7:15-20.
18. Welke onwetendheid heerst er met betrekking tot de Schepper-God?
18 Vele mensen erkennen thans dat er een Schepper-God bestaat. Indien u hun echter naar zijn naam vraagt, kunnen zij u die niet vertellen. Zij verkeren in verwarring met betrekking tot zijn identiteit. Sommigen zeggen dat hij Jezus Christus is. De bijbel zegt echter dat Jezus „de getrouwe en waarachtige getuige, het begin der schepping door God” is (Openb. 3:14, NW). Anderen zijn van mening dat de Schepper, Jezus en „de Heilige Geest” een drieëenheid van drie Goden in één vormen, en dat Jezus gedurende de tijd dat hij op aarde was, in werkelijkheid een God-mens was. De bijbel zegt echter dat Jezus slechts een méns was toen hij op aarde rondwandelde: „Want er is één God en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus” (1 Tim. 2:5). De „God-mens”-gedachte is in feite van het heidendom afkomstig. Vooral in de Romeinse religie, waarin de keizer tot een geïncarneerde god werd verhoogd, trad ze sterk op de voorgrond. Ze doet denken aan de onlangs opgeheven keizeraanbidding in Japan, waarbij de keizer werd beschreven als „arahito-Kami”, hetgeen „God in mensengedaante” betekent. Met het oog op de wereldomvattende verwarring ten aanzien van de identiteit van de ware God en Schepper, is het voor ons geloof belangrijk dat hij door Zijn naam wordt geïdentificeerd.
GELOVEN WIE HIJ IS
19. Hoe luidt Gods naam, en op welke wijze verheerlijkte Mozes deze naam?
19 Behalve dat Mozes het geloof versterkende scheppingsbericht optekende, schreef hij veel over de Schepper-God en Zijn ontzag inboezemende Naam. Bij een zekere gelegenheid plaatste God Mozes in een rotsspleet, waarna hij deze passeerde en Zijn naam bekendmaakte. Luidde deze „Here, Here”? Neen! Hij luidde „Jehovah, Jehovah”, en Jehovah beschreef vervolgens de roemrijke hoedanigheden die door zijn naam worden vertegenwoordigd (Ex. 33:21–34:7, NW). Na vele geloof opbouwende ervaringen te hebben meegemaakt, bestond er voor Mozes een dwingende reden voor, Jehovah met name te verheerlijken: „Want ik zal de naam van Jehovah verkondigen. Schrijft grootheid toe aan onze God! De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen ongerechtigheid is; rechtvaardig en rechtschapen is hij.” — Deut. 32:3, 4, NW.
20. Waarom is de Naam belangrijk?
20 Zoals uit dit geïnspireerde verslag van Mozes blijkt, heeft God een roemrijke naam. In het Hebreeuws wordt deze naam als יהוה geschreven, terwijl wordt aangenomen dat men hem als de latinisering Yahweh heeft uitgesproken. In het Engels en het Nederlands spreekt men de naam als Jehovah uit, in het Spaans als Jehová en in het Japans als Ehoba. Alhoewel de uitspraak van taal tot taal verschilt, kan men de naam in elke taal gemakkelijk herkennen en dient deze ertoe de Heer van het universum en de God van de gehele schepping van alle inferieure heren en goden die zowel de bijbelse als de wereldlijke geschiedenis kent, te onderscheiden. De naam heeft zijn eigen kenmerkende betekenis: „Ik zal bewijzen te zijn wat ik zal bewijzen te zijn” (Ex. 3:14, NW). Jehovah rechtvaardigde zijn naam op een voorbeeldige wijze toen hij Israël als een volk voor zijn naam uit Egypte bevrijdde, Egypte met vernietigende plagen sloeg en uiteindelijk de bloem van Egyptes militaire macht in de Rode Zee vernietigde. Geen wonder dat ’het volk Jehovah begon te vrezen en geloof begon te stellen in Jehovah en in Mozes, zijn dienstknecht’. — Ex. 14:28-31, NW; Hand. 15:14.
21. Op welke wijze bejegenen vele moderne religiën de Naam met minachting?
21 Er zijn thans echter vele religiën, vooral in de christenheid, die beweren in de bijbel te geloven maar ervoor terugschrikken in Jehovah, de Schepper-God van de bijbel, geloof te stellen. Ze beweren in God te geloven, maar willen niet Jehóvah als hun God erkennen. Ze zijn het eens met wat Mozes over de schepping schreef, maar onderschrijven niet wat hij over God optekende. Ze geven er de voorkeur aan een mystieke Drieëenheid van goden, een „geïncarneerde God” of een naamloze „Heer” te aanbidden. Ze zijn zo gevoelig ten aanzien van de naam „Jehovah” dat zij deze zelfs uit hun moderne bijbelvertalingen schrappen. Dat zij de woorden „Heer” of „God” voor „Jehovah” in de plaats stellen, is geen vertaling, maar een verklaring of interpretatie, een „afdoen” van Gods Woord, hetgeen een rechtstreekse overtreding is van het gebod dat Jehovah in Deuteronomium 4:2 door bemiddeling van Mozes heeft gegeven.
22. Welke reden voert een bepaald vertaalcomité aan voor het verwerpen van de Naam, maar is dit een geldige reden?
22 Zo verklaarde het tienmanschap dat door het Gezamenlijke Comité van de Kerken in Groot-Brittannië werd gekozen bij monde van de voorzitter van dit comité, professor G. R. Driver, dat de naam „Jehovah” niet in hun nieuwe vertaling van het Oude Testament van de bijbel zou voorkomen. Waarom niet? Omdat „het woord ’Jehovah’ slechts een solecisme (is) dat in 1502 werd ingevoerd”, aldus Driver.c Als „Jehovah” een „solecisme” (een verbastering of afwijking van het origineel, volgens Webster) is, zou het van de zijde der vertalers dan niet eerlijker zijn de Naam in zijn oorspronkelijke vorm te schrijven? De naam „Jehovah” in bijvoorbeeld het Engels en het Nederlands, en de equivalenten ervoor in andere talen, zijn door lang gebruik herkenbaar geworden. Hoe bespottelijk om nu te zeggen dat de naam geschrapt dient te worden omdat deze qua uitspraak afwijkt! Volgens dezelfde redenatie zou de naam „Jezus” geschrapt moeten worden, want „Jezus” is een solecisme dat op het Griekse equivalent van het Hebreeuwse „Jehóshua” is gebaseerd. Volgens dezelfde redenatie zouden wij „hij”, „zij” of een ander identiteit-vernietigend voornaamwoord of een soortnaam voor vele andere namen waarvan de oorspronkelijke uitspraak niet in de vertaling is overgedragen, in de plaats moeten stellen. Na verloop van tijd zouden sommigen van deze vertalers zelfs met een bijbel voor den dag kunnen komen waarin alle namen, uit vrees dat ze verkeerd zullen worden uitgesproken, zijn weggelaten!
23. Wat is de werkelijke reden die achter het verwerpen van de Naam schuilt?
23 Waarom deze algemeen voorkomende terughoudendheid met betrekking tot het gebruik van Gods naam? Er bestaat een krachtige reden voor. De grote religieuze stelsels van de christenheid stellen niet langer vertrouwen in de Schepper-God, Jehovah. In plaats daarvan baseren zij hun hoop om in leven te blijven op de van kernwapens voorziene politieke natiën van het Westen. Zij hebben de „religie van hun keuze” genomen, opdat zij geen verantwoordelijkheid verschuldigd zouden zijn aan Jehovah, de God van de bijbel. Op deze wijze hebben zij zich aan de zijde geschaard van een vijandige god, degene die voor de talrijke religieuze sekten op aarde verantwoordelijk is en naar wie Jehovah’s Voornaamste Getuige, Christus Jezus, verwees als „de vader der leugen” (Joh. 8:44). Als gevolg hiervan komen zij niet in aanmerking voor de zegen die Mozes in profetisch opzicht aan de christelijke natie van het geestelijke Israël schonk: „Gelukkig zijt gij, o Israël! Wie is u gelijk, een volk dat redding geniet in Jehovah, het schild van uw hulp en Degene die uw verheven zwaard is?” — Deut. 33:29, NW.
24. Waarom kan het „Israël Gods” gelukkig worden genoemd?
24 Dit uit de christelijke getuigen van Jehovah samengestelde „Israël Gods” is thans zeer gelukkig. De leden ervan genieten waarlijk ’redding in Jehovah’, en zij zien vol vertrouwen naar hun „verheven zwaard” op als Degene die alle problemen van het atoomtijdperk zal oplossen wanneer hij oorlogszuchtige natiën, te zamen met hun duivelse vernietigingsinstrumenten, in de oorlog van Armageddon verplettert. Vol geloof heffen zij het overwinningslied aan, net zoals Mozes dit ten tijde van Jehovah’s wonderbaarlijke overwinning bij de Rode Zee deed. „Mijn sterkte en mijn macht is Jah, want hij dient voor mijn redding. Dit is mijn God, en ik zal hem loven; mijn vaders God, en ik zal hem verhogen. Wie onder de goden is gelijk u, o Jehovah? Wie is gelijk u, die u machtig toont in heiligheid? Die met lofliederen gevreesd moet worden, die wonderen doet. Jehovah zal tot onbepaalde tijd, ja, voor altijd, als koning regeren.” — Ex. 15:2, 11, 18, NW.
25. Wat is de inhoud van het ’lied van Mozes en het Lam’?
25 Ja, Jehovah zal voor altijd als koning regeren. In 1914 n. Chr. heeft hij zijn hemelse koninkrijk reeds opgericht en aan de zorg van zijn Zoon, Christus Jezus, het Lam Gods, toevertrouwd. Christus’ volgelingen, die in zijn voetstappen treden en van wie velen reeds zijn opgewekt ten einde met hem in zijn Koninkrijksheerlijkheid te delen, zingen thans „het lied van Mozes, de slaaf van God, en het lied van het Lam, zeggende: ’Groot en wonderbaar zijn uw werken, Jehovah God, de Almachtige. Rechtvaardig en waarachtig zijn uw wegen, Koning der eeuwigheid. Wie zal u niet werkelijk vrezen, Jehovah, en uw naam verheerlijken, omdat gij alleen loyaal zijt? Want alle natiën zullen komen en voor uw aangezicht aanbidden, omdat uw rechtvaardige besluiten zijn geopenbaard’”. — Openb. 15:3, 4, NW.
26. Waarin stellen mensen van goede wil thans geloof?
26 In deze tijd hangen ook mensen van goede wil, die uit alle natiën afkomstig zijn, de ware religie, de aanbidding van Jehovah, aan, terwijl zij ijverig getuigenis afleggen van zijn rechtvaardige besluiten. Zij stellen er eveneens geloof in dat het slachtoffer van het Lam van God een weldadige uitwerking op hen zal hebben en eeuwig leven voor hen zal betekenen. Zij zullen een gelukkig en vruchtbaar leven leiden op aarde, waar zij met God zullen samenwerken door deze aardbol in overeenstemming met zijn wil in een verrukkelijk park te veranderen. Op deze wijze zal de ware religie, de aanbidding en dienst van Jehovah, voor de overlevenden van Armageddon, hun kinderen en hun kindskinderen een bron van eeuwige verrukking vormen. Ze zal ook hun vaders, de vaders van hun vaders en alle anderen die in de loop van de millenniums der menselijke geschiedenis het gemeenschappelijke graf van de mensheid zijn ingegaan en die Jehovah door middel van een opstanding tot het leven wil terugbrengen, verrukken (Joh. 5:28, 29). Allen die de ware religie op aarde wensen aan te hangen, zullen in leven blijven ten einde gedurende een opbeurende eeuwigheid lof toe te brengen aan de grootste van alle namen — JEHOVAH. — Ex. 3:15, NW.
[Voetnoten]
a Walter Lippmann, New York Herald Tribune van 10 april 1962.
b Zie „God zij waarachtig”, de bladzijden 191-194, voor een gedetailleerde uiteenzetting.
c AP-bericht uit Londen, 19 augustus 1962.
[Illustraties op blz. 616]
De wetenschap onderschrijft thans het bijbelse scheppingsbericht