Jehovah’s communicatiekanaal
„Wie heeft een kanaal gekliefd voor de stortregens, en een weg voor de bliksemstraal?” — Job 38:25, RS.
1. Waarom moet de mens verder gaan dan de natuur ten einde Gods volledige wil te begrijpen? Waar kan de mens zich op de hoogte stellen van Gods wil?
UIT de wervelwind stelde de majestueuze Jehovah zijn dienstknecht Job een reeks diepgaande vragen. Het waren vragen welke door de van nature wijze mannen in Jobs dagen niet beantwoord konden worden, en evenmin kunnen ze door de geleerden van onze tijd worden beantwoord, omdat het Boek der natuur er over zwijgt welke overheersende doeleinden er worden gediend door datgene waarover de vragen handelden. De aan Job gerichte vragen werden zo gesteld, dat de antwoorden er op alle de aandacht vestigden op het grote feit dat er slechts één Scheppende Bron in het universum is, wiens souvereine wil niet genegeerd kan worden. Jehovah maakte aan Job duidelijk dat de mens, indien hij een begrip wil verwerven omtrent Gods volledige wil, verder moet gaan dan de aanwijzingen welke in de natuur te vinden zijn. Dit vereist dat de mens in communicatie blijft met de Souverein, ten einde zijn wil en woord te weten te komen. In zulk een communicatie is het voor zwakke menselijke schepselen niet verstandig met de ontzagwekkende Almachtige te redetwisten. — Job 38:1 tot 39:30.
2. Wat is het stilzwijgende antwoord op de vraag welke Jehovah aan Job stelde over het klieven van een kanaal voor de stortregens, enz.?
2 Een van de vragen welke door Jehovah werden gesteld, was: „Wie heeft een kanaal gekliefd voor de stortregens, en een weg voor de bliksemstraal, ten einde het woeste en verlaten land te bevredigen, en gras uit de grond te doen ontspruiten?” Met andere woorden: Wie heeft regelingen getroffen voor de uitgestrekte waterreservoirs, die op wonderbaarlijke wijze in het wolkenstelsel van de lucht worden opgehouden opdat het water er van als door een kanaal naar verscheidene delen van de aarde gevoerd kan worden waar het plantengroei kan doen ontstaan, en met welk allesomvattende doel? Wat is bovendien het eigenlijke doel van de bliksem, welke door een donderslag wordt gevolgd en de aarde treft, terwijl de grond door de electrische ontlading vruchtbaar wordt gemaakt, hetgeen naar thans wordt begrepen, de onmiddellijke nuttige dienst is welke door de bliksem wordt verricht? Gebeuren al deze dingen louter door toeval, zoals door dwazen wordt beweerd die zeggen dat er geen God of Absolute Autoriteit is? Of geschieden al deze werkingen van de elementen als een onderdeel van een meesterpatroon? Het stilzwijgende antwoord aan Job houdt in, dat dit alles overeenkomstig een absoluut ontwerp geschiedt, waarbij vaste natuurkundige wetten, welke door een alwijze Schepper zijn verordend, de werking van de geschapen elementen regelen en besturen. Er is geen chaos, noch doelloosheid in Jehovah’s universele rijk. Al deze omstandige gebeurtenissen dragen bij tot een veel grootser patroon van voornemen. — Job 38:25, 27, RS; Ps. 14:1; Hebr. 3:4.
3. Waarom hebben wij belangstelling voor de werkingen der natuur wat betreft het via een kanaal verschaffen van wateren op de aarde?
3 Daar het overbrengen van natuurlijke wateren uit hun hemelgewelven in de lucht door middel van een vast kanaal geschiedt en de behoeftige delen van het land hierdoor van water worden voorzien, blijken er soortgelijke beginselen te bestaan met betrekking tot het overbrengen van de geestelijke wateren der waarheid aan de mensen. Bovendien merken wij, zoals in het voorbeeld van de letterlijke bliksem, die een vaste weg volgt en een donderslag laat horen op de aarde, eveneens een op een kanaal gelijkende weg op voor de bliksemende oordelen van Jehovah, die naar de aarde komen om de natiën te doen schudden. Dit geeft aanleiding tot een actuele studie met betrekking tot Jehovah’s communicatiekanaal, waardoor zijn geestelijke waarheden en van levensbelang zijnde oordelen worden bekendgemaakt.
HET WOORD „KANAAL”
4. Wat is de betekenis van het woord „kanaal”?
4 Wanneer het woord „kanaal” wordt gebruikt in verband met letterlijk water, heeft het betrekking op een waterweg, een waterloop of een bestaande waterstroom. In een ruimere betekenis wordt hot woord „kanaal” gebruikt om een middel van geleiding te beschrijven, een baan waarin iets geleid kan worden, een weg waarlangs iets gaat of voortschrijdt. In deze laatste, ruimere betekenis wordt het woord „kanaal” terecht gebruikt met betrekking tot de eeuwenoude methode waarvan Jehovah zich bedient ten einde met zijn dienstknechten in communicatie te staan.
IN OVEREENSTEMMING MET HET LEVENDE MIDDELPUNT WERKZAAM ZIJN
5. Wat wordt bewezen door het feit dat er vaste natuurkundige wetten in de natuur zijn?
5 Alles in het physieke universum is overeenkomstig vaste gedragsregels werkzaam, welke de mensen tegenwoordig als natuurkundige wetten kennen, zoals wetten der beweging, zwaartekracht, genetica, enz. Opdat er wetten kunnen bestaan, moet er altijd een opperste wetgever zijn. Vervolgens geeft alleen al het feit dat er een Wetgever bestaat, te kennen dat er sprake is van communicatie. Geen enkele wet van de regeringen in deze tijd komt zo maar toevallig in het wetboek staan, maar moet door een parlement, een wetgevend lichaam van bestuurders, worden gemaakt. Deze omstandigheid alleen al ondersteunt op krachtige wijze de Bijbelse leer, dat alle bezielde en onbezielde dingen rechtstreeks zijn geschapen. Niets werd aan het toeval overgelaten, maar alles werd oorspronkelijk tot bestaan gebracht door een Meester-Intelligentie, een Grote Eerste Oorzaak, een Almachtige Schepper, met wie in communicatie getreden kan worden.
6. Wat is de positie van Gods troon in het universum, en hoe wordt dit zelfs in de natuur afgebeeld?
6 De troon van Jehovah God is het absolute middelpunt van het grenzenloze universum met betrekking tot het scheppende bestaan, de werkingen en de belangen er van. Deze troon bevindt zich niet in het astrale middelpunt van het grote melkwegstelsel van ontelbare melkwegstelsels of eiland-universums die thans binnen of buiten het bereik van het gezichtsvermogen van de mens liggen, maar bevindt zich in het scheppende middelpunt, waar God zelf onvermijdelijk het fundament van al zijn werken is. De gehele schepping beweegt zich om hem als de bron er van, hetgeen God tot het Levende Middelpunt maakt. De middelpuntzoekende kracht van dit onmetelijke stelsel van bezielde en onbezielde dingen is binnenwaarts naar hem toe gericht. Alles is onafscheidelijk met Hem verbonden. Bij wijze van illustratie behoeven wij slechts ons planetenstelsel te noemen, waarin de afzonderlijke planeten zich in een vastgestelde verhouding rondom onze zon als het middelpunt bewegen. Vervolgens zou de kleinste illustratie die van de structuur van het atoom zijn, waarin zeer kleine electronen zich in banen rondom hun protonkern, of middelpunt, bewegen. Het beeld dat een atoom te zien geeft met betrekking tot de werking rondom vastgestelde middelpunten, is universeel. — Ps. 93:2, NBG; 36:10.
7. In welk opzicht wordt God met een zon vergeleken? Vergelijk „tijd” en „ruimte” met God.
7 in de Bijbel zelf wordt Jehovah God met een zon vergeleken (Ps. 84:12). Evenals een zon altijd energie uitstraalt, zijn er van God eeuwig en in alle richtingen vormen van verscheidene energieën uitgestraald, zowel geestelijke als physieke energieën. Deze eeuwige luisterrijke uitstraling kan worden beschreven als de heerlijkheid van God. Deze energieën, die zich steeds in zeer korte ogenblikken „tijd” tot in de buitenste uitgestrektheden voortbewegen, hebben datgene gevuld wat „ruimte” wordt genoemd. Om deze reden wordt begrepen dat „tijd” en „ruimte” even eeuwig zijn als God, want God zelf heeft geen begin gehad (Ps. 90:2). Wanneer God verordent dat er op de een of andere plaats in de ruimte physieke energie wordt onthouden, vormt er zich onmiddellijk massa of materie (Openb. 4:11). Professor Einstein stelde deze fundamentele waarheid vast aan de hand van het Boek der natuur, toen hij de wet ontdekte, dat energie gelijkstaat aan massa maal de lichtsnelheid in het kwadraat.a Derhalve is alles wat bestaat, geschapen uit energie welke oorspronkelijk van de Grote Bron van het universum, Jehovah, afkomstig was. De Bijbel is stellig waar wanneer er in wordt bericht: „In het begin schiep God de hemelen en de aarde.” — Gen. 1:1, NW.
DE GOD DIE COMMUNICATIES DOORGEEFT
8. Beschrijf de God die communicaties doorgeeft.
8 Deze God-Bron is niet slechts abstracte energie of kracht welke er aan is overgelaten door louter toeval werkzaam zijn. Ze is veeleer de Absolute Intelligentie zelf, de Grote Persoon. Degene die communicaties doorgeeft, de Grootste Persoonlijkheid, die hoedanigheden bezit van oneindige liefde, wijsheid, gerechtigheid en macht, welke hoedanigheden alle op vredige wijze volledig in evenwicht worden gehouden, en die te allen tijde in een volmaakte staat van geluk bestaat. Deze Oppermachtige God, Jehovah, bevindt zich altijd in de zenith-machtspositie om te zegenen en gelukkig te maken (Jak. 1:17). Bij hem bestaat er niet zoiets als een kringloop of een opbouwen van macht en dan een vervallen tot een periode van achteruitgang. Hij is de Rots van Absolute Zekerheid (Deut. 32:4). Voor zijn welbehagen heeft hij in de hemel met verstand begaafde geestelijke schepselen geschapen opdat zij met een doel voor ogen in geluk en liefde zouden leven. Eveneens voor zijn welbehagen heeft God op de aarde de volmaakte mens naar zijn toegenegen beeld geschapen opdat deze mens eindeloos in geluk zou kunnen leven met een doel voor ogen. Derhalve bestaat er van de zijde van alle met verstand begaafde schepselen een natuurlijke band van een door verering ontstane gehechtheid jegens deze God van oneindige liefde. Zij hebben een fundamentele behoefte en een fundamenteel verlangen met hun Bron des levens in communicatie te staan. — Jes. 42:5.
9. Wat voor soort van maatschappij is werkzaam rondom de Oude van dagen in de hemel?
9 Deze Majestueuze Eminentie, God, wordt gekenmerkt door orde. Hij dient als het magnetische middelpunt van een uitgestrekte maatschappij van hemelse levende schepselen, die er een nimmer eindigend behagen in scheppen in een gezinsverhouding tot hem als hun Vader en Levengever te staan. Ten einde deze gezinsverhouding te handhaven, zorgt God er voor dat er een voortdurende stroom van communicatie van hem uitgaat. Al deze getrouwe hemelse bewoners zijn dienaren, dienende geestelijke schepselen, die God uit oprechte liefde en uit vrije wil aanbidden (Hebr. 1:14, NBG). In de Bijbel worden zij beschreven als schepselen die een gelukkige organisatie als van een koninklijk hof uitmaken, welke wordt gevormd door millioenen dienende engelen, die in rangen en afdelingen zijn geplaatst, terwijl allen met een hoog doel voor ogen werkzaam zijn rondom de Centrale Persoon, de koninklijke Oude van dagen, Jehovah God. — Dan. 7:9, 10; 1 Kor. 14:33.
HET UNIVERSELE COMMUNICATIESTELSEL
10. Om welke reden werd Gods communicatiestelsel tot de aarde uitgebreid, en hoe belangrijk is het?
10 Op liefderijke wijze wordt de aarde de voetbank van Jehovah God genoemd. Toen God derhalve deze rijkelijk toegeruste voetbank, de aarde, vormde opdat ze door menselijke schepselen bewoond zou worden, breidde hij zijn universele koninklijke maatschappij van dienaren uit zodat ze eveneens volmaakte menselijke zonen en dochters omvatte. Dit betekende ook dat hij in een communicatielijn voorzag voor de bewoners op aarde. Een goddelijk communicatiestelsel bindt het gehele gehoorzame universum tezamen. Onze volmaakt geschapen eerste ouders Adam en Eva waren er toe bestemd voor altijd op een paradijsachtige aarde te leven als vreugdevolle hovelingen van de Opperste Souverein. Dit hing er van af of zij als verstandige, liefderijke onderdanen in de veilige gezinskring zouden blijven, waar zij zich konden koesteren in de eeuwige, levenonderhoudende zegeningen welke van de Grote Bron van het universum afkomstig waren. Evenals de engelen werden zij als afhankelijke dienaren geschapen, die in een erkende communicatie met God zouden staan opdat zij zijn wil en voornemen ten uitvoer zouden kunnen brengen. — Jes. 66:1; 45:18.
11. Beschrijf de grote Fontein der geestelijke wateren, en hoe stroomt ze?
11 Ten einde deze hemelse en aardse maatschappij van dienaren in volledig geluk en zodat zij een doel voor ogen hebben, te bewaren en onderhouden, heeft Jehovah een nimmer uitgeput rakende Schatkamer met levengevende inlichtingen ter beschikking staan zodat er een toenemende communicatie mogelijk is. In de Bijbel wordt hij beschreven als „de fontein der levende wateren” (Jer. 17:13, KJ). Dit maakt God tot de grote hemelse Fontein van geestelijke wateren der waarheid en des levens. Men merke echter op, dat er vanuit deze hemelse Fontein of bron slechts één kanaal stroomt. In het boek Ezechiël worden de wateren afgebeeld als te voorschijn komend van onder de drempel van de voordeur van de tempel, terwijl ze in één vast kanaal oostwaarts stromen. In het begin raakten de wateren tot aan de enkels en vervolgens werden ze tenslotte zulk een diepe stroom, dat men moest zwemmen om het kanaal over te steken. De „rivier van water des levens” wordt in het boek Openbaring eveneens beschreven als ’stromen uit de troon van God en van het Lam langs het midden van haar hoofdweg.’ Hier zijn er wederom niet vele stromen die naar de waarheid leiden, maar er wordt de nadruk gelegd op één vast communicatiekanaal. — Ezech. 47:1-5; Openb. 22:1, 2, NW.
DE EERSTE STAP IN DE COMMUNICATIELIJN
12. Beschrijf de eerste stap in de communicatielijn van de hemel uit.
12 De eerste persoon in Jehovah’s officiële communicatielijn met zijn maatschappij van met verstand begaafde dienaren in de hemel en op aarde is zijn rechtmatig aangestelde woordvoerder, zijn voornaamste dienaar. Die woordvoerder of voornaamste dienaar is de hoogste functionaris in Gods universele organisatie. In de Bijbel wordt zijn officiële titel onthuld, namelijk, „het Woord.” Afgezien van Jehovah, die geen begin heeft gehad, is het Woord de oudste persoon in het universum. Het Woord was de eerste rechtstreekse schepping van God en het instrument dat als een meesterwerkman werd gebruikt om alle zijnde bezielde en onbezielde dingen tot bestaan te brengen. „Oorspronkelijk was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was een god. Dit was oorspronkelijk bij God. Alle dingen zijn door bemiddeling van hem ontstaan, en afgescheiden van hem is zelfs niet één ding ontstaan” (Joh. 1:1-3, NW). Hij was de eerste die Jehovah God hoorde spreken. Ja, hoe wonderbaarlijk moet het zijn geweest en is het nog de Grote God rechtstreeks uit zijn eigen mond communicaties te horen geven! Omdat het Woord als eerstgeborene sedert dit eerste communicatievoorval de voornaamste plaats inneemt, heeft hij het gemakkelijkst toegang gehad tot de tegenwoordigheid van de Levende God. — Joh. 11:42, NW.
13. Hoe kan er worden gezegd dat Jezus, toen hij op aarde was, de op een na grootste autoriteit in het universum was?
13 Te zijner tijd werd deze hoge hemelse functionaris door God naar de aarde gezonden om van vele dingen getuigenis af te leggen, onder andere van de aangelegenheid betreffende de communicatie van waarheid van de troon des hemels uit. „Daarom is het Woord vlees geworden en heeft onder ons gewoond, en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid die behoort tot een eniggeboren zoon van een vader, en hij was vol van onverdiende goedgunstigheid . . . de onverdiende goedgunstigheid en de waarheid zijn door bemiddeling van Jezus Christus ontstaan. Geen enkel mens heeft ooit God gezien; de eniggeboren god die in de boezempositie bij de Vader is, heeft hem verklaard.” In deze schriftuurplaatsen bevestigt Johannes dat het eerste stadium in de communicatielijn van goddelijke waarheid door bemiddeling van Jezus als het Woord is. Het is logisch dat Jezus hierdoor tot de op één na grootste autoriteit in het universum wordt gemaakt. Nadat Jezus was opgewekt en naar de hemel was teruggekeerd, bleef een van zijn titels „het Woord Gods.” — Joh. 1:14, 17, 18, NW; Openb. 19:13.
14. Wat voor soort van loopbaan heeft Jezus gehad in goddelijke communicaties? Hoe geeft hij dit te kennen?
14 Het Woord (nu Jezus) heeft van allen de langste ervaring gehad wat betreft het ontvangen van bevelen van Jehovah en het uitvoeren er van. In zijn lange aloude loopbaan van communicatie heeft hij een onberispelijke reputatie gehad in verband met het getrouw overbrengen van elk bevel van God, zonder er ooit een verandering in aan te brengen door zijn eigen zienswijze er over te hebben, of zonder ooit van hem zelf afkomstige bevelen uit te vaardigen in strijd met Gods wensen. Jezus getuigde: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort degene toe die mij heeft gezonden. Indien iemand Zijn wil wenst te doen, zal hij betreffende de leer weten of ze van God is of dat ik uit eigen originaliteit spreek. Hij die uit eigen originaliteit spreekt, zoekt zijn eigen heerlijkheid; maar hij die de heerlijkheid zoekt van degene die hem heeft gezonden, is waarachtig en er is geen onrechtvaardigheid in hem. . . . Datgene wat ik tot ulieden zeg, spreek ik niet uit eigen originaliteit; maar de Vader die in eendracht met mij blijft, doet zijn werken.” — Joh. 7:16-18; 14:10, NW.
15. Wat wordt bedoeld met de zinsnede „woord van Jehovah”? Licht dit toe.
15 De Bijbel geeft duidelijk te kennen dat elke bijzondere goddelijke boodschap welke via de communicatielijn wordt gezonden, door Gods dienstknechten officieel wordt betiteld met het „woord van Jehovah.” De uitdrukking „woord van Jehovah” wordt in de Schrift ten minste 252 maal gebruikt en de hiermede overeenkomende zinsnede „woord van God” komt 104 maal voor. Deze wettelijke term drukt het stempel van authenticiteit op de vele geïnspireerde openbaringen welke van Jehovah afkomstig zijn en zoals die in de Bijbel zijn vervat. De uitdrukking identificeert op passende wijze de oorsprong van de communicatielijn. Wanneer gij in het vervolg dus in de Bijbel de zinsnede „woord van Jehovah” leest, neem er dan onmiddellijk nota van dat er gewag wordt gemaakt van een belangrijke boodschap van goddelijke communicatie.
HET ZICH OP AARDE BEVINDENDE EINDE VAN DE COMMUNICATIELIJN
16. Hoe bereiken hemelse communicaties de aarde? Beschrijf de aardse tussenpersoon die in de communicatielijn wordt gebruikt.
16 Aan de hand van de vele opgetekende ervaringen merken wij vervolgens op dat het officiële „Woord” de boodschap hetzij door bemiddeling van een engel of boodschapper die van aangezicht tot aangezicht verschijnt hetzij door gebruik te maken van Gods heilige geest, overbrengt ten einde de volgende tussenpersoon in de communicatielijn te inspireren. Bij speciale gelegenheden kon zelfs het Woord zelf verschijnen door van aangezicht tot aangezicht een onderhoud te hebben met de volgende tussenpersoon. Wie is gewoonlijk die volgende tussenpersoon? Voor bovennatuurlijke communicaties welke de aarde bereiken, wordt de tussenpersoon (gewoonlijk een mens, alhoewel de ezel van Bileam eens werd gebruikt) in de Bijbel een profeet genoemd wanneer het een manlijke dienstknecht van God is of een profetes wanneer het een vrouw is. De profeet spreekt vervolgens als Gods woordvoerder op aarde de communicatie uit. Wanneer het woord niet speciaal tot één enkele persoon wordt gericht, maakt hij de communicatie bekend aan de velen die er overeenkomstig Gods voornemen naar zullen luisteren. De profeet wordt dan het onmiddellijke aardse kanaal door middel waarvan de wateren der levengevende waarheid aan de dorstige bewoners der aarde worden overgebracht. Aldus wordt Jehovah’s aardse communicatiekanaal geïdentificeerd. Het aardse kanaal is hetzij een profeet hetzij een collectieve profetische organisatie.
17. Hoe werd Adam toegerust om als een profeet te dienen?
17 Onze voorvader Adam, een talentvolle volmaakte man, die toonde dat hij de kunst van het spreken machtig was, en over een uitgebreide woordenschat beschikte, werd voldoende toegerust om als Gods eerste aardse profeet of woordvoerder te dienen. Hij leerde eveneens het gesproken woord in geschreven vorm op te tekenen. Hij zou voor al zijn nakomelingen als Gods aardse woordvoerder dienen. Door goddelijke openbaring via Gods communicatielijn kreeg Adam een beknopte geschiedenis van de schepping van de hemelen en de aarde. Op deze wijze ontvingen Adam en Eva de opdracht zich voort te planten en de aarde te bevolken. Deze reeks geïnspireerde communicaties publiceerde hij getrouw in het eerste Bijbeldocument, hetwelk Genesis 1:1 tot 2:4 (NW) omvat, en dat blijkbaar door hem werd geschreven. In de colophon of het besluit van dit document wordt de volgende titel gegeven: „Dit is een geschiedenis van de hemelen en de aarde ten tijde dat ze werden geschapen, ten dage dat Jehovah God aarde en hemel maakte.”
18. Toon aan hoe Adam als een kanaal van goddelijke communicaties had gediend.
18 Adam was eveneens de schrijver van het tweede Bijbeldocument, hetwelk Genesis 2:5 tot 5:2 (NW) omvat, en waarin aanwijzingen staan opgetekend dat hij in de hof van Eden nog meer goddelijke communicaties heeft ontvangen, welke hij moest bekendmaken (Gen. 2:5-24). Hem werd gezegd niet van de boom der kennis van goed en kwaad te eten alhoewel hij tot verzadigings toe van elke andere boom kon eten. Hij kreeg van God de opdracht de dieren een naam te geven. Bij de gelegenheid van de schepping van zijn vrouw Eva, hetgeen zijn huwelijksdag was, componeerde hij het eerste gedicht en uitte een goddelijke verklaring betreffende het huwelijk: „Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en hij moet zijn vrouw trouw blijven en zij moeten één vlees worden.” Dat Adam deze communicaties als profeet heeft bekendgemaakt, wordt later in de verzoekingsscène bewezen, waar Eva toegaf dat Adam haar had onderricht betreffende de boom der kennis van goed en kwaad en betreffende het doodsoordeel in verband daarmede. — Gen. 2:23, 24; 3:3, NW.
SATANS NAGEBOOTSTE COMMUNICATIELIJN
19, 20. (a) Beschrijf Satans nagebootste communicatielijn. (b) Wat heeft hij daarmede in Adams tijd tot stand gebracht? Wat in deze tijd?
19 Terloops zij opgemerkt dat het op dit punt van de bespreking belangwekkend is op te merken hoe Satan, de verzoeker, zijn opstand heeft ontwikkeld. Ten einde zijn bedrog op succesvolle wijze te verhandelen, moest Satan regelingen treffen voor zijn eigen onafhankelijke nagebootste communicatielijn van het onzichtbare rijk uit. Hij wist dat de profeet Adam te sterk in Gods wet was verschanst, dat hij er geestelijk toe gebracht zou kunnen worden een valse profeet te worden die door Satan werd beheerst. Daarom gebruikte de Duivel, toen hij zijn valse, afvallige religie begon, een aards schepsel, een slang, waarvan hij de vermogens kon beïnvloeden, ten einde zijn leugenachtige propaganda van een verkeerde denkwijze ingang te doen vinden. Eigenlijk kwam het er op neer, dat dit aardse werktuig, de slang, een valse profeet was in Satans nagebootste communicatielijn tussen hem zelf, een onzichtbare souverein, welke positie hij zichzelf had aangematigd, en Eva, die hij als een pas bekeerde onderdaan trachtte te beheersen. — Gen. 3:1-7.
20 Eva was lichtgelovig, werd bedrogen en beging een onvergeeflijke zonde van hoogverraad jegens haar waarachtige Souverein, Jehovah God. De sluwe Satan gebruikte Eva vervolgens om druk uit te oefenen op Jehovah’s profeet Adam, die wegens zijn vleselijke verlangen voor Eva werd overmeesterd. Adam werd niet bedrogen. Hij kwam in opstand terwijl hij de kwade gevolgen er van ten volle besefte. Sedertdien heeft Satan door bemiddeling van valse profeten en spiritistische mediums, die als een kanaal worden gebruikt om leugens over te brengen ten einde Jehovah’s ware aanbidders op de aarde door leugens en begeerte te verderven en te verontreinigen, communicaties van een verkeerde denkwijze doorgegeven. — 1 Tim. 2:14, KJ; Jak. 1:13-15.
21, 22. (a) Als wat diende Abel? (b) Als wat diende Henoch?
21 Adam en Eva werden op staanden voet uit Gods organisatie van getrouwe dienaren verwijderd doordat zij uit de hof van Eden werden verdreven, en Adam verloor bovendien zijn voorrecht als een profeet van God te dienen (Gen. 3:16-24). Want na de noodlottige opstand in Eden heeft Gods communicatielijn in alle negenhonderd jaar welke nog zijn verstreken voordat hij voor eeuwig de toestand van de dood of het totale niet-bestaan is ingegaan, nooit meer via Adam gelopen. Maar onder Adams nakomelingen vond God enkele rechtvaardige personen, met wie hij in geestelijke communicatie trad ten einde de ware religie op de aarde te doen herleven en op te bouwen. Abel was de eerste van hen na Adam. Daar Abel een gevallen zondaar was doordat hij van de zondaar Adam afstamde, werd hij er door geloof toe gebracht een juist offer te brengen, waardoor hij met God verzoend zou worden en Jehovah’s gunst zou ontvangen. Op grond van Gods Edense verbond bouwde Abel de hoop op dat hij tot Edense volmaaktheid zou terugkeren en wederom eeuwig leven op aarde zou verwerven (Gen. 3:15). Hij werd een woordvoerder van de ware religie, zoals deze door middel van Jehovah’s communicatielijn aan hem werd geopenbaard. Hij diende als Jehovah’s eerste getuige. Ten einde de opnieuw verschijnende ware religie uit te roeien, bracht Satan Kaïn er toe de getrouwe Abel op gewelddadige wijze te vermoorden. — Gen. 4:2-12.
22 Jaren later vond God nog een rechtvaardige man, Henoch, met wie hij in communicatie trad ten einde een op de voorgrond tredende profetie bekend te maken betreffende de uiteindelijke vernietiging van Satans wereld en diens valse religie. Nadat de profeet Henoch zijn langdurige predikingswerk had voltooid, werd hij tegen een gewelddadige dood door toedoen van zijn religieuze tegenstanders, beschermd doordat God hem in een vredige doodslaap wegnam, waarschijnlijk toen hij een glorierijk visioen had over het toekomstige leven in een hersteld paradijs. — Gen. 5:21-24; Judas 14, 15.
DE PROFEET NOACH EEN KANAAL
23, 24. (a) Hoe diende de profeet Noach als een kanaal? (b) Beschrijf de regeling waardoor Noach werd geholpen.
23 De volgende persoon over wie wordt vermeld dat hij in communicatie heeft gestaan met de hemelhoven, is de profeet Noach. Gedurende ongeveer vijftig jaar diende hij als Jehovah’s enige communicatiekanaal op de aarde, terwijl hij Gods woord der waarheid uitdeelde, en vervolgens diende hij na de vloed gedurende ongeveer 350 jaar als Jehovah’s patriarchale woordvoerder. Noach werd een energieke prediker van rechtvaardigheid, in overeenstemming met zijn bedieningsopdracht. De bliksemende oordelen welke aan het vóór de vloed levende geslacht van zijn tijd zouden worden voltrokken, werden eveneens door bemiddeling van hem uitgesproken. Noach was een moedige voorstander van de ene ware religie. Hij diende als een onversaagde getuige van Jehovah, hetgeen tot gevolg had dat zijn gezin en hij zelf die wereldcrisis hebben overleefd. Satan was er ongetwijfeld druk mede bezig namaakprofeten te zenden ten einde communicaties van leugenachtige vredespropaganda en misleiding door te geven opdat hij het bedrog dat in die tijd door zijn valse religie was gepleegd, zou kunnen ondersteunen. Deze religieuze vijanden hebben Noach ongetwijfeld bespot omdat hij beweerde de enige ware religie te hebben. Wellicht hebben zij hem zelfs spottend beschuldigd van „kanalisme.”
24 Maar wat Noach betreft, hij wist stellig dat Jehovah alleen door bemiddeling van hem communicaties van geïnspireerde instructies doorgaf. Zijn vrouw, zijn drie zonen en hun vrouwen geloofden Noach en aanvaardden hem als Gods enige kanaal door middel waarvan leiding werd gegeven. Zij voegden zich eveneens bij Noach als predikers van rechtvaardigheid en hielpen hem de grote boot te bouwen. Noach stond derhalve aan het hoofd van deze kleine predikingsorganisatie als de voornaamste tussenpersoon en het officiële profetische kanaal op aarde, als degene die rechtstreeks in contact stond met God in de hemel. Enkele van Gods goddelijke uitspraken welke door bemiddeling van de profeet Noach zijn overgebracht, zijn als een gedeelte van de religieuze waarheid tot op deze dag in de Bijbel voor ons bewaard. — Gen. 6:1-22.
DE PROFEET ABRAHAM EEN KANAAL
25, 26. (a) Hoe diende Abraham als een profeet? (b) Waarom zijn de communicaties van openbaringen welke aan hem zijn doorgegeven, in het bijzonder van belang voor ons in deze tijd?
25 „Maar nu, breng de vrouw van de man terug, want hij is een profeet, en hij zal een smeekbede voor u doen” (Gen. 20:7, NW). Dit zijn Gods eigen woorden, welke hij in een geïnspireerde droom tot koning Abimelech richtte en waardoor Abraham als een profeet van Jehovah werd geïdentificeerd. Abraham, die Gods vriend was en een groot geloof bezat, terwijl hij tevens een standvastige verkondiger van de ware religie was, welke tot op zijn tijd in toenemende mate was onthuld, diende waarlijk gedurende vele, vele jaren als Jehovah’s onbetwistbare communicatiekanaal op aarde. Hij was eveneens een beroemde prediker, die overal in zijn toegewezen gebied, namelijk het Beloofde Land, zijn bediening verrichtte. Over zijn prediking als een getuige van Jehovah staat geschreven: „Vervolgens bouwde hij daar [nabij Bethel] een altaar voor Jehovah en begon de naam van Jehovah bekend te maken (te prediken).” — Gen. 12:8, NW, voetnoot b.
26 Merk met betrekking tot het contact dat Abraham met Jehovah’s hemelse communicatielijn had, het volgende voorval op: „Hierna kwam in een visioen het woord van Jehovah tot Abram, zeggende: ’Vrees niet, Abram. Ik ben een schild voor u. Uw beloning zal zeer groot zijn’” (Gen. 15:1, NW). Aan Abraham werd de grote belofte gedaan, welke door een eed van God werd ondersteund, dat via Abrahams zaad (Christus Jezus en zijn 144.000 medeërfgenamen van het Koninkrijk) alle geslachten der aarde gezegend zouden worden in een nieuwe wereld van rechtvaardigheid (Gen. 22:17, 18). De verscheidene openbaringen welke door goddelijke communicatie aan Abraham werden medegedeeld, zijn een deel van de religieuze waarheid in deze tijd geworden. In het volgende artikel zullen nog meer manifestaties worden uiteengezet van het goddelijke communicatiekanaal dat op aarde door Jehovah wordt gebruikt.
[Voetnoten]
a Atomic Energie, door Henry D. Smyth, blz. 2, geeft de Formule: E = mc2.
[Illustratie op blz. 231]
יהוה
„HET WOORD”