Gods geduld en uw aanbidding
Waarom laat God toe dat de mensen kwaad blijven bedrijven? Wat kunnen wij van zijn geduld leren?
’INDIEN God Almachtig is, waarom laat hij dan toe dat de mensen kwaad blijven bedrijven zonder dat hij er iets aan doet?’ Deze vraag hoort men ten gevolge van de steeds toenemende goddeloosheid vaak stellen. Het is echter een vraag waarop u het antwoord dient te weten daar uw aanbidding van God er rechtstreeks bij betrokken is.
Zoals velen thans niet begrijpen waarom God het bedrijven van kwaad toelaat, was dit ook met mensen in vroegere generaties het geval. „Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt”, zo schreef de wijze koning Salomo, „is het hart der mensenkinderen in hen begerig om kwaad te doen.” In overeenkomstige zin merkte Salomo’s vader David op waarom de goddeloze geen respect voor God bezat: „Hij [spreekt] in zijn hart: [God] vraagt geen rekenschap.” Toen het bestaan van het koninkrijk Juda ten einde liep, had het volk deze houding aangenomen, want zij zeiden in hun hart: „De HERE doet geen goed en Hij doet geen kwaad.” Ja, zij interpreteerden het bestaan van het kwaad als een bewijs dat God zwak was of dat hij zich er niet om bekommerde. Zij gingen geloven dat hij helemaal geen stappen zou ondernemen. — Pred. 8:11; Ps. 10:13; Zef. 1:12.
In tegenstelling tot wat de mensen dachten, stelde God er wel belang in en vroeg hij hun rekenschap. Ongeveer veertig jaar nadat de profeet Zefanja de boven vermelde woorden had opgetekend, voltrok God het oordeel door Babylons legers tegen zijn onverbeterlijke volk te doen optrekken. Waarom had hij echter zo lang gewacht voordat hij het oordeel voltrok? Omdat God geduldig is.
BEWIJS VAN GODS GEDULD
Hoe wenselijk is het dat personen, en vooral zij die een grote macht bezitten, geduld oefenen! Geduld is een teken van oprechte liefde, lankmoedigheid en zelfbeheersing. Volgens Webster’s Third New International Dictionary wordt „geduld” gedefinieerd als „het vermogen of de gewoonte standvastig kwaad, vijandigheid of pijn te verduren”. En „geduldig” betekent: „Pijn of beproevingen kalm of zonder klagen verdragend; het vermogen tentoonspreidend ontberingen of fysieke of geestelijke moeilijkheden te verduren; onder terging of druk van verdraagzaamheid blijk gevend.” Een ander woordenboek rangschikt hieronder ook de gedachte „vol verwachting, met kalmte of zonder ontevredenheid; ook, ongestoord door belemmeringen, vertraging . . . volhardend”.
Op wat een wonderbaarlijke wijze spreidt de Almachtige God deze eigenschap tentoon! Toen de overdekkende cherub in de hof van Eden het eerste mensenpaar van hem afkeerde, moet dit hem wel ontzettend pijnlijk hebben getroffen! Toch onderdrukte hij de opstand niet en liet hij toe dat deze zich uitbreidde, terwijl hij zelfs de macht bezat er onmiddellijk definitief een einde aan te maken. In welk opzicht is het verduren van deze boosaardige opstand en de daaruit voortgekomen goddeloze ontwikkeling der gebeurtenissen echter van enig nut geweest? Waarom heeft God geduld betoond met opstandige personen?
God is geduldig geweest met een belangrijk en heilzaam doel voor ogen. In de eerste plaats om iedereen eens en voor altijd te leren dat hij de al-machtige God is die zijn bekendgemaakte voornemens niettegenstaande alle oppositie ten uitvoer kan brengen (Ex. 9:16). In de tweede plaats ten einde de zondige nakomelingen van Adam en Eva in de gelegenheid te stellen berouw te tonen en voordeel te trekken van zijn voorzieningen voor redding. Een opvallende demonstratie van dit geduld van God vinden wij in zijn houding in de dagen van Noach voorafgaande aan de Vloed.
In die tijd was „de verdorvenheid van de mens groot . . . geworden op de aarde en [neigden] alle gedachten van zijn hart zich gedurig alleen maar tot het slechte”. Deze zondige gezindheid was er de oorzaak van dat God „zich in zijn hart gekrenkt” voelde, maar hij heeft de mensheid niet ongeduldig vernietigd. Neen, God nam geduldig stappen om in een weg van redding te voorzien voor mensen die wel berouw zouden hebben. Hij gaf Noach instructies tot het bouwen van een reusachtige ark en tot het prediken van een boodschap waardoor zij voor de dreigende vernietiging werden gewaarschuwd. Ruim 2400 jaar later merkte de apostel Petrus op dat „het geduld van God wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark werd gebouwd”. Was dit oefenen van geduld geen barmhartige consideratie van Gods zijde? — Gen. 6:5, 6; 1 Petr. 3:20, NW; 2 Petr. 2:5.
Na de Vloed bleef God geduld betonen. „Hij, de barmhartige, verzoende de ongerechtigheid en verdierf niet; Hij wendde menigmaal zijn toorn af en wekte zijn volle grimmigheid niet op; Hij gedacht, dat zij vlees waren.” Gods natie Israël versmaadde zijn geduld echter, zoals de psalmist te kennen geeft: „Hoe vaak waren zij weerspannig tegen Hem in de woestijn, griefden Hem in de wildernis, en verzochten God wederom, en krenkten den Heilige Israëls.” En toch heeft God de pijn en de smart die dit ontrouwe volk hem aandeed, verduurd, maar hoe meer geduld hij betoonde, des te erger het met hen werd. Het is van Gods zijde beslist rechtvaardig wanneer hij uiteindelijk het oordeel voltrekt! — Ps. 78:38-41.
GODS GEDULD THANS
Thans heeft de mensheid het hoogtepunt der eeuwen bereikt. De goddeloosheid is ten top gestegen. Het menselijke geslacht spot met de rechtvaardige beginselen van de bijbel en maakt de erin vervatte boodschap van een nieuwe wereld belachelijk. Evenals in Noachs dagen verduurt God deze kwellende toestanden echter geduldig. Velen beschouwen dit geduld echter ten onrechte als een bewijs dat God geen rekenschap zal eisen. Zij bootsen zelfs de ontrouwe joden na die, voordat God zijn oordeel aan hen voltrok, zeiden: „De HERE doet geen goed en Hij doet geen kwaad.” Zij hadden het echter bij het verkeerde eind, evenals al degenen die thans dezelfde houding aannemen. Dit is een van de punten die de apostel Petrus in het derde hoofdstuk van zijn tweede brief uiteenzet.
Nadat hij Noachs tijd als een illustratie had gebruikt van de stappen die God tegen het kwaad zal ondernemen, verzekerde hij ons dat deze huidige wereld wordt „bewaard tot de dag van het oordeel en van de vernietiging der goddeloze mensen”. Wanneer zal dit echter plaatsvinden? De apostel waarschuwde ons tegen ongeduld. Christenen dienen deze aangelegenheid in het juiste perspectief te zien — vanuit Gods standpunt. „Laat dit ene feit echter niet aan uw aandacht ontgaan, geliefden”, zo schreef hij, „dat bij Jehovah één dag is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.” Hoewel het ruim 2400 jaar geleden was dat „de toenmalige wereld werd vernietigd toen ze met water werd overstroomd”, legde Petrus er de nadruk op dat dit van Gods standpunt uit bezien slechts ongeveer twee en een halve dag geleden was. Voeg er nog eens de 1899 jaar bij die zijn verstreken sedert deze woorden omstreeks 64 n. Chr. werden opgetekend, dan komen wij van Gods standpunt uit bezien, nog maar aan minder dan twee-derde van een week! Zouden wij God werkelijk van traagheid kunnen beschuldigen? — 2 Petr. 3:3-8, NW.
Petrus beredeneerde dat daar geen gegronde reden toe bestond. „Jehovah is niet traag ten aanzien van zijn belofte”, zo vervolgde hij, „zoals sommige mensen traagheid beschouwen, maar hij is geduldig met u.” Ja, God laat toe dat de mensen kwaad blijven bedrijven daar hij geduldig met hen is, „omdat hij niet wenst dat er ook maar één wordt vernietigd, maar wenst dat allen tot berouw geraken”. Hebt u hier waardering voor? Welke uitwerking heeft Gods geduld op u? Hebt u hem in grotere mate lief wegens zijn consideratie met degenen die zijn beloften nog niet hebben leren kennen? Of houdt u minder van hem omdat u wilt dat hij nu direct ten behoeve van u zijn beloften in vervulling doet gaan? — 2 Petr. 3:9, NW.
VOLG GODS VOORBEELD NA
Een rijp christen oefent geduld, die goddelijke eigenschap. Hij verlangt van ganser harte naar het einde van goddeloosheid en naar de komst van Gods beloofde nieuwe wereld, maar wanneer dit niet zo spoedig gebeurt als hij wel zou wensen, stampt hij nog niet met zijn voet en dreigt hij niet God niet langer te zullen dienen. Zou dat niet kinderachtig zijn? Een kind kan het niet verdragen te moeten wachten en uit ergernis over degenen die er de oorzaak van zijn dat het moet wachten, gaat het vaak ondeugende dingen doen. Petrus zegt ons echter niet zo te zijn: „Geliefden, doet, daar gij dit verwacht, uw uiterste best door hem ten slotte smetteloos, onbevlekt en in vrede te worden bevonden.” — 2 Petr. 3:10-14, NW.
Gods geduld dient een goed doel, en dit mogen christenen nooit vergeten. Petrus vervolgt met de vermaning: „Beschouwt verder het geduld van onze Heer als redding, evenals onze geliefde broeder Paulus u volgens de wijsheid die hem is gegeven, ook heeft geschreven.” Vele jaren voordien had Jehovah verklaard: „Ik heb geen behagen in den dood van den goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van zijn weg en leeft.” Om die reden weerhoudt God de rampspoed die Armageddon voor de mensheid zal betekenen. Zijn geduld is gericht op de redding van honderdduizenden personen, en wellicht zullen er nog miljoenen voordeel van trekken! — 2 Petr. 3:15, NW; Ezech. 33:11.
Behoort u tot degenen die voordeel trekken van Gods geduld? Het is uiterst belangrijk dit te doen, want uw leven staat op het spel! Misleid uzelf niet door te geloven dat God geen rekenschap zal vragen, of dat hij niet op uw daden let. „Zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. De HERE toetst den rechtvaardige en den goddeloze”, en „Hij verdelgt alle goddelozen”. Christenen zien reeds bijna tweeduizend jaar uit naar het moment dat hij Zijn oordeel aan goddelozen zal voltrekken, en uit de bijbelprofetieën blijkt dat dit moment thans nabij is. — Ps. 11:4, 5; 145:20.
Het is er daarom thans niet alleen de tijd voor om voordeel te trekken van Gods geduld door ons vol berouw om onderricht tot zijn Woord te wenden, maar ook om Zijn voorbeeld na te volgen door eveneens geduld te oefenen. Er zijn zovele manieren waarop u dit kunt doen. Kinderen reageren soms niet zo snel op berispingen en onderricht als u wel zou willen. Houd dus in gedachten dat het kinderen zijn en dat er dwaasheid in hun hart is gebonden. Oefen geduld met hen, zoals Jehovah geduld met u heeft. Ook van huwelijkspartners wordt zo vaak verlangd dat zij geduld met elkaar hebben. Volg Gods voorbeeld na en wees geduldig. Houd in gedachten dat Jehovah zo vele jaren geduld heeft geoefend jegens zijn met een vrouw vergeleken natie Israël. Oefen dus geduld, daarbij altijd, zoals Petrus zegt, „verbeidend en goed in gedachten houdend de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah.” — 2 Petr. 3:12, NW.