-
Naar wat voor „teken” zien christenen uit?De Wachttoren 1974 | 15 oktober
-
-
te gebruiken, „het technische gebruik van de termen” in het hellenisme in aanmerking nemen, dan hadden de discipelen aan Jezus gevraagd: „Wat zal het teken zijn van uw [bezoek als koning] en van het besluit van het samenstel van dingen?” Een „bezoek” houdt meer in dan een „aankomst”. Het houdt een „tegenwoordigheid” in.
In het zogenoemde Nieuwe Testament komt het Griekse woord parousía vierentwintig maal voor en op al deze plaatsen wordt dit woord door de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift met „tegenwoordigheid” weergegeven, maar ook in andere vertalingen wordt het zo weergegeven, bijvoorbeeld in Young’s Literal Translation of the Holy Bible (1862 G.T.), in The Emphatic Diaglott, door Wilson (1857-1863 G.T.) en in The Emphasised Bible, door Rotherham (1897 G.T.). Wij merken op hoe passend „tegenwoordigheid” en „afwezigheid” in Filippenzen 2:12 tegenover elkaar worden gesteld, waar de apostel Paulus zegt: „Gij [zijt] altijd gehoorzaam . . . geweest, niet alleen gedurende mijn tegenwoordigheid, maar nu nog veel bereidwilliger gedurende mijn afwezigheid.”
Christus’ „tegenwoordigheid”, waarnaar de discipelen vroegen, kon niet hebben plaatsgevonden toen Jeruzalem in 70 G.T. door de Romeinen werd verwoest. Waarom niet? Hoewel het joodse samenstel van dingen toen weliswaar eindigde, eindigde het grotere samenstel van dingen waarvan dat joodse samenstel slechts een profetisch beeld of prototype was, toentertijd niet. Dit zou geschieden gedurende Christus’ parousía, die een hoogtepunt zou bereiken in een „grote verdrukking . . . [zoals] er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen” (Matth. 24:21). Jeruzalems verdrukking in 70 G.T. was het ergste wat deze stad ooit had meegemaakt, maar deze verdrukking was stellig niet erger dan de wereldomvattende vloed van Noachs dagen en was op lange na niet zo catastrofaal als het besluit van het huidige wereldomvattende samenstel van dingen zal zijn.
DE NOODZAAK OM WAAKZAAM TE ZIJN
De parousía of „tegenwoordigheid” van de Heer Jezus Christus is daarom zijn tegenwoordigheid of bezoek als Koning, onzichtbaar, in koninklijke macht en heerlijkheid. Dientengevolge is er een „teken” nodig opdat mensen op aarde die tegenwoordigheid kunnen onderscheiden. Jezus, die zich deed kennen als iemand die altijd vriendelijk aandacht schonk aan alle vragen die zijn discipelen hem stelden, gaf hun zelfs een grondiger antwoord dan zij verwachtten. In de hoofdstukken vierentwintig en vijfentwintig van Matthéüs, alsook in parallelverslagen in Markus, hoofdstuk 13, en Lukas, hoofdstuk 21, vinden wij vele onderdelen van het „teken” van zijn tegenwoordigheid.
Wij doen er derhalve goed aan zorgvuldig aandacht te schenken aan datgene wat Jezus uiteenzette en wat als een volledig en voldoende bewijs van zijn onzichtbare tegenwoordigheid zou dienen. Het door Jezus uiteengezette „teken”, dat uit vele onderdelen bestaat, is niet een teken dat hij in aantocht — op komst — is, maar dat hij tegenwoordig is en zijn onzichtbare aandacht en macht op de aarde richt.
Degenen die verstand hebben en de ’ogen van het hart’ gebruiken, zullen dat feit onderscheiden. De profeet Daniël schreef hierover: „Zij die inzicht hebben, zullen het verstaan” (Dan. 12:10). Als Christus in zichtbare gedaante, met een oogverblindend vertoon, verscheen of door over de gehele wereld miraculeuze gebeurtenissen te veroorzaken, waarvoor zou er dan inzicht nodig zijn? Ware christenen zullen daarom niet als degenen zijn die een verkeerde verwachting koesteren, maar zij zullen inzicht en onderscheidingsvermogen hebben en zullen ’hun hoofd omhoogheffen omdat hun bevrijding van dit samenstel van dingen nabijkomt’. — Luk. 21:28, 36.
-
-
De ark van Noach — geen onbeduidend vaartuigDe Wachttoren 1974 | 15 oktober
-
-
De ark van Noach — geen onbeduidend vaartuig
● Soms zou iemand zich de ark die God Noach gebood te bouwen als een onbetekenend vaartuig kunnen voorstellen (Gen. 6:14, 15). In een onlangs verschenen artikel over mammoettankers stond hierover echter iets geheel anders: „De ark moet, zelfs tot in vrij recente tijd, een van de grootste vaartuigen geweest zijn die de zeeën heeft bevaren, want houdt men de lengte van een el op ongeveer 45 cm, dan was de ark 135 meter lang, 22,5 meter breed en 13,5 meter hoog. Dit was veel en veel groter dan het merendeel van de beroemde houten zeilschepen die sinds Noachs tijd gebouwd zijn en overtrof zelfs vele van de eerste stalen stoomboten, zodat Noach tot een van de grootste scheepsbouwers aller tijden gerekend kan worden — hoewel tevens ondersteld moet worden dat hij in niet geringe mate hulp van een hogere bron ontving.” — Oil Lifestream of Progress, Nummer drie, 1973.
-