„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 37
Wanneer de wil van de hemelse Vader, Jehovah God, op aarde geschiedt, zullen de mensheid wonderbaarlijke aardse zegeningen ten deel vallen. Sedert 1914 n. Chr. leeft de mensheid in de „tijd van het einde” van deze goddeloze wereld of dit goddeloze samenstel van dingen. Ten einde in verband met het naderbijkomende einde — dat in een tijd van benauwdheid zal komen zoals de mensheid sinds de dag der schepping niet heeft gekend — een waarschuwing te laten weerklinken, heeft Jehovah God in zijn barmhartigheid het overblijfsel van zijn geestelijke kinderen, die zijn heiligdomklasse vormen omdat hij door middel van zijn heilige geest in hen woont als waren zij een heiligdom of tempel, op aarde verwekt. Hij heeft de leden van dit overblijfsel tot predikers van gerechtigheid gemaakt, zoals Noach, die ruim vierduizend jaar geleden waarschuwde voor de vernietiging welke door middel van een wereldomvattende vloed over die goddeloze wereld van vóór de zondvloed zou komen. Noach en zijn vrouw en hun drie zoons en drie schoondochters overleefden de vloed in een ark die zij op Gods bevel hadden gebouwd.
10, 11. (a) Wie verwachten te zamen met de grote schare der „andere schapen” Armageddon te overleven? (b) Welke vertroostende woorden van Petrus houden zij ter ondersteuning van deze verwachting in gedachten?
10 Evenals Noachs vrouw, die met haar zoons en schoondochters de vloed overleefde, verwacht het overblijfsel van de heiligdomklasse — te zamen met de grote schare van op schapen gelijkende aanbidders van Jehovah God, die zich door bemiddeling van de Grotere Noach, Jezus Christus, volledig aan Hem opdragen — de met de watervloed te vergelijken vernietiging te Armageddon te overleven. Zij houden de vertroostende woorden van de apostel Petrus in gedachten. Deze beschreef het einde van de oude wereld en vergeleek vervolgens de vurige vernietiging van de organisatie van de Duivel met het verbranden van hemel en aarde. Hij zei: „Waardoor de toenmalige wereld is vergaan, verzwolgen door het water. Maar de tegenwoordige hemelen en de aarde zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, ten vure bewaard tegen den dag van het oordeel en van den ondergang der goddeloze mensen”. Ten einde te tonen dat de leden van de heiligdomklasse dit zullen overleven mits zij niet goddeloos worden maar evenals een heiligdom rein en heilig blijven, voegde Petrus eraan toe:
11 „De hemelen zullen brandende . . . vergaan en de elementen in vuur . . . wegsmelten. Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, beijvert u in deze verwachting, onbevlekt en onberispelijk te blijken voor Hem in vrede, en houdt de lankmoedigheid van onzen Here voor zaligheid”. — 2 Petr. 3:6, 7, 12-15.
12. Wat zal de grote schare te zamen met zulke mede-overlevenden kunnen doen, zoals Noach en zijn gezin vlak na de vloed deden?
12 Met de leden van dit overblijfsel van de heiligdomklasse als mede-overlevenden zullen zij die tot de grote schare der „andere schapen” behoren, uitmuntend in de gelegenheid zijn Jehovah’s aanbidding op de gereinigde aarde opnieuw in te stellen, evenals Noachs zoons en hun vrouwen onmiddellijk na de vloed te zamen met hun vader en moeder dankzeggingen en offers aan Jehovah God brachten.
13. (a) Wat schept en vestigt Jehovah, opdat zijn wil zowel op aarde als in de hemel kan geschieden? (b) Hoe verwachten zij, ofschoon zij Armageddon zullen overleven deel te zullen uitmaken van de „vier en twintig oudsten” die zich rondom Gods troon bevinden?
13 Opdat de wil van de hemelse Vader zowel op aarde als in de hemel kan geschieden, schept en vestigt hij de beloofde nieuwe hemelen en nieuwe aarde. De beloofde nieuwe hemelen — samengesteld uit Jezus Christus en de 144.000 andere leden van de heiligdomklasse — worden gevormd door het hemelse koninkrijk, waarvoor Jezus zijn volgelingen leerde bidden. De leden van het overblijfsel van het „geestelijke huis” verwachten weliswaar Armageddon te overleven en na de vernietiging van de oude wereld de „nieuwe aarde” aan Jehovah’s aanbidding op te dragen. Niettemin zien zij er eveneens naar uit in de nieuwe wereld hun aardse loopbaan te beëindigen en als een offer tot lof en rechtvaardiging van God te sterven. Zij verwachten niet in de dood te slapen maar koesteren de hoop onmiddellijk een geestelijke opstanding tot onsterfelijk leven in de hemelen — waar zij met hun voornaamste Medeërfgenaam, Jezus Christus, verenigd zullen zijn — deelachtig te worden. Daar zullen zij deel uitmaken van de „vier en twintig oudsten”, die gehuld in witte klederen en met kronen op hun hoofd, rondom Jehovah’s troon op tronen zitten (Openb. 2:10, 11; 20:6; 4:4; 1 Kor. 15:42-54). Zij zullen de „nieuwe aarde”, waar Gods wil geschiedt, verlaten.
14, 15. Zijn de leden van de grote schare die Armageddon zullen overleven, de enige „andere schapen” die zich op aarde zullen bevinden, en welke door de Juiste Herder ingestelde regeling toont aan of dit al dan niet zo is?
14 De nieuwe aarde zal worden gevormd door de aan God opgedragen „andere schapen”, ten behoeve van wie de Juiste Herder als een slachtoffer is gestorven (Joh. 10:14-16). Degenen van de andere schapen die het einde van de oude wereld en haar slechte hemelen en aarde overleven, zullen leden van deze nieuwe aarde van na Armageddon zijn. Door voortdurende, onwankelbare gehoorzaamheid aan de koninklijke nieuwe hemelen zullen zij het recht op eindeloos leven op aarde verwerven en nimmer sterven.
15 Deze overlevenden van Armageddon vormen niet alle toekomstige „andere schapen”. Velen van deze andere schapen zullen vóór Armageddon zijn gestorven en in de herinneringsgraven rusten. Tot deze andere schapen behoren de rechtvaardigen zoals Daniël en andere voorchristelijke getuigen van Jehovah, van Johannes de Doper helemaal terug tot de eerste martelaar Abel. Ook voor al dézen heeft de Juiste Herder zijn ziel gegeven of zijn leven afgelegd. Ter bestemder tijd onder het Koninkrijk — wanneer de „opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen” zal plaatsvinden — zullen zij tot aards leven worden teruggebracht (Hand. 24:15). Deze rechtvaardigen zoals Daniël, David en Abel, zullen spoedig een toegewijd deel van de nieuwe aarde van Gods nieuwe wereld worden.
16, 17. (a) In welke symbolen zag de apostel Johannes de nieuwe wereld ontstaan? (b) Hoe moeten wij zijn woorden „en de zee was niet meer” begrijpen?
16 In geestvervoerende symbolen zag de apostel Johannes in een visioen het ontstaan van de nieuwe wereld en haar hoofdstad onder Christus, de geestelijke Bruidegom. Johannes zegt: „En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan, en de zee was niet meer. En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit den hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is” (Openb. 21:1, 2). Opdat de wil van de hemelse Vader op aarde kan geschieden, is ’de zee niet meer’.
17 Bij het lezen hiervan moeten wij niet de verkeerde gedachte krijgen, dat de grote watermassa’s — die zo uiterst belangrijk voor het leven van schepselen zijn en waardoor onze aardbol van de andere planeten van het zonnestelsel wordt onderscheiden — met al de opwindende verscheidenheid van plantaardig en dierlijk leven welke in de zeven zeeën wordt aangetroffen, er niet meer zullen zijn! Neen, wat er echter niet meer zal zijn, is dat goddeloze element der mensheid, waaruit de vier wilde beesten van Daniëls visioen te voorschijn kwamen om op de mensheid te azen, of waaruit het zevenkoppige, tienhoornige wilde beest opsteeg om als de gehele zichtbare regerende organisatie welke haar macht van Satan de Duivel had ontvangen, op te treden (Dan. 7:2, 3; Openb. 13:1, 2). Er zal dan geen rusteloze menigte van volkeren meer zijn die door de organisatie van de Duivel, Babylon, van handelsgeest wordt doortrokken en vuiligheid zoals zeewier en modder opwerpt! — Jes. 57:20, 21; Openb. 17:1, 2, 15, NW.
18. Waarom zal de nieuwe aarde vreedzaam zijn?
18 De symbolische „nieuwe aarde” zal vreedzaam zijn omdat ze Gods goedkeuring geniet. Er zal ’vrede op aarde zijn onder mensen die hij goedkeurt’ (Luk. 2:14, NW, voetnoot). De Vredevorst zal, te zamen met zijn 144.000 gelukkige vredelievenden, in de nieuwe hemelen regeren en de vrede op aarde handhaven. Op het hoogtepunt van Armageddon zal hij de oorspronkelijke Slang, Satan de Duivel, hebben vermorzeld. Hij zal hem en zijn demonen voor een periode van duizend jaar in de afgrond hebben geworpen opdat hij geen ruïneus, vredeverstorend kwaad kan stichten.
19. (a) Wat was Gods oorspronkelijke voornemen met betrekking tot deze aarde? (b) Onder wiens leiding en op welke wijze zal met de tenuitvoerbrenging hiervan na Armageddon een begin worden gemaakt?
19 Wat was evenwel Gods oorspronkelijke voornemen met betrekking tot deze aarde? Het was zijn voornemen dat zijn aardse kinderen — destijds Adam en Eva — de aarde met hun volmaakte menselijke soort zouden vullen, haar zouden onderwerpen en alle lagere dierlijke schepselen in onderworpenheid zouden hebben (Gen. 1:26, 28). Na de komst van Zijn koninkrijk moet dit onveranderde deel van Gods wil op aarde geschieden. Door bemiddeling van de leden van de grote schare der „andere schapen” die de strijd van Armageddon hebben overleefd, zal God er een begin mee maken de aarde met een rechtvaardig geslacht te vullen. De overlevenden van Armageddon — zowel zij die deze strijd als gehuwden overleven als de ongehuwden die zullen trouwen — zullen kinderen voortbrengen die in gerechtigheid zijn ontvangen, en die niet worden voortgebracht om te sterven maar om voordeel te trekken van de door het Koninkrijk geboden gelegenheden van eeuwig leven op aarde. Dit voortbrengen van rechtvaardig gezinde kinderen op de „nieuwe aarde” zal onder leiding van de „Eeuwige Vader” ten uitvoer worden gebracht. Hij is de „laatste Adam”, de verheerlijkte Zoon des mensen. De „toekomstige bewoonde aarde” zal aan hem onderworpen zijn (Jes. 9:5; 1 Kor. 15:45; Hebr. 2:5, NW; Ps. 8:5-9). Hij is de Grotere Noach, in wiens symbolische ark de uit de drie grote takken van de menselijke familie afkomstige leden van de grote schare der „andere schapen” het einde van deze goddeloze wereld hebben overleefd. — 1 Petr. 3:20, 21.
20, 21. (a) Hoe zullen de leden van de grote schare die Armageddon overleven, ermee voortgaan de aarde te onderwerpen? (b) Als voor wie in de oudheid zal Jehovah met betrekking tot hen handelen, opdat zijn wil op aarde zal geschieden?
20 In alle delen van de aardbol zal men de „andere schapen” en hun in rechtvaardigheid grootgebrachte nakomelingen aantreffen. Zij zullen zich erop toeleggen Gods wil ten uitvoer te brengen, ten einde zowel de aarde te onderwerpen als de lagere dierlijke schepselen in onderworpenheid te hebben. Bij ’s mensen begin moesten Adam en Eva met hun Paradijs, hun hof van Eden, beginnen en de gehele aarde daarbuiten onderwerpen en deze een paradijsachtige schoonheid schenken. Na Armageddon zullen allen die „de aarde verderven” zijn verdorven of te gronde zijn gericht. Alleen zij die ernaar verlangen de aarde op te bouwen, „te bewerken en te bewaren”, zullen in leven blijven (Openb. 11:18; Gen. 2:15). Onder leiding van de „laatste Adam” in de hemel en in samenwerking met hun ’vorsten over de ganse aarde’, zullen de andere schapen en hun op schapen gelijkende kinderen ermee voortgaan de aarde te onderwerpen.
21 Na verloop van tijd zal de gehele aarde onder de zegen en leiding van het koninkrijk Gods „als Eden”, ja, „als den hof des HEREN” zijn (Ps. 45:17; Jes. 51:3). God zal datgene voor deze aan Hem opgedragen schapen doen wat hij overeenkwam voor het Israël uit de oudheid te zullen doen mits zij hem als Koning van Israël gehoorzaamden: „Ook zal de HERE u overvloedig het goede schenken, in de vrucht van uw schoot, de vrucht van uw vee en de vrucht van uw bodem — in het land, waarvan de HERE aan uw vaderen gezworen heeft, dat Hij het u geven zou. De HERE zal zijn rijke schatkamer, den hemel, voor u openen om op zijn tijd den regen voor uw land te geven en al het werk uwer handen te zegenen” (Deut. 28:11, 12). Aangezien de aarde een wereldomvattend paradijs zal vormen, zal Jehovah’s wil stellig op aarde geschieden.
22. Waarom, en in het licht van welke ervaring die de Israëlieten gedurende de 215 jaar van hun verblijf in Egypte opdeden, kunnen de „andere schapen” die Armageddon overleven, verwachten in een kort tijdsbestek tot miljoenen te zullen uitgroeien?
22 Lang geleden vestigden de getrouwe Jakob en zijn gezin, zeventig zielen in totaal, zich in Egypte om daar enige tijd te verblijven. In de loop van de 215 jaren die zij daar doorbrachten en ondanks de tirannie van latere Farao’s, groeide het aantal kinderen Israëls tot in de miljoenen, waarvan „zeshonderd duizend man te voet, ongerekend de kinderen” (Gen. 46:26, 27; Ex. 1:1-5, 12; 12:37). Na Armageddon zullen er niet zeventig, maar waarschijnlijk honderdduizenden overlevenden van de „andere schapen” zijn die er een begin mee kunnen maken de aarde met rechtvaardige nakomelingen te vullen. Deze overlevenden van de „andere schapen” die in aantal de zeventig verre overtreffen, zullen zich — aangezien zij geen duivelse tirannie zoals die van Farao hebben te weerstaan, maar onder de zegen van Gods koninkrijk leven — in een kort tijdsbestek tot miljoenen vermenigvuldigen. Er zullen geen gehoorzame mensen sterven.
23. (a) Hoe en waarom zal de „laatste Adam” de overlevenden der „andere schapen” de aarde dan niet laten overbevolken of volledig laten bevolken? (b) Wanneer zullen zij die in het verleden het goede hebben gedaan, een opstanding ontvangen, en tot wat zullen de onrechtvaardigen opstaan?
23 Wanneer de juiste tijd hiervoor is aangebroken, zal de verheerlijkte Zoon des mensen, de „laatste Adam”, het baren van kinderen doen ophouden. Hij zal ervoor zorgen dat de overlevenden van Armageddon de aarde niet overbevolken of zelfs maar volledig bevolken. Waarom niet? Omdat hij in vervulling zal doen gaan wat hij heeft gezegd: „De doden [zullen] naar de stem van den Zoon van God . . . horen, en die haar horen, zullen leven. . . . de ure komt, dat allen, die in de graven [herinneringsgraven, NW] zijn, naar zijn stem zullen horen, en zij zullen uitgaan, wie het goede gedaan hebben, tot de opstanding ten leven, wie het kwade bedreven hebben, tot de opstanding ten oordeel” (Joh. 5:25, 28, 29). Zij die in het verleden het goede hebben gedaan, zoals Daniël, Abraham, Izak en Jakob, en Mozes en koning David, alsmede de op schapen gelijkende personen die thans vóór Armageddon sterven, zullen ongetwijfeld vroeg gedurende de duizendjarige regering van Jezus Christus en zijn 144.000 medeërfgenamen, uit de herinneringsgraven te voorschijn komen (Luk. 20:35-38; Hebr. 11:2, 39, 40). In overeenstemming hiermee zei de apostel Paulus: ’Er zal een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zijn’ (Hand. 24:15). De onrechtvaardigen, zij die vroeger het kwade hebben bedreven en die met een oordeel in het vooruitzicht zullen opstaan, zal de gelegenheid worden geboden onder het koninkrijk voor eeuwig op aarde te leven. Met het oog op de toekomst moet er op aarde genoeg woonruimte voor deze personen worden overgelaten, waardoor de aarde op een wijze gekenmerkt door een comfortabele bevolkingsdichtheid en -verspreiding, met mensen gevuld zal zijn.
24. Wat voor soort van dag is de duizendjarige regering van Christus, en waarom wordt ons niettemin in Psalm 96 en 98 gezegd dat wij ons moeten verheugen over het feit dat het zulk een dag zal zijn?
24 De duizendjarige regering van Christus is een oordeelsdag (2 Petr. 3:7, 8; Hand. 17:30, 31). Niettemin wordt er in Psalm 96:12, 13 en 98:8, 9 een beroep op de aarde gedaan zich te verblijden en te jubelen omdat Jehovah komt om de volken op rechtvaardige en trouwe wijze te oordelen. In de oudheid, toen Jehovah Koning over Israël was, verwekte hij richters wanneer dit nodig was. Deze richters werden gebruikt om de Israëlieten uit de hand van hun vijanden te bevrijden en hen van de valse aanbidding tot de ware aanbidding van hun God en Koning te keren (Richt. 2:18). Derhalve stelt hij Jezus Christus, de Koning, tot Rechter aan om alle aardbewoners van hun overgeërfde zwakheden en onvolmaaktheden te bevrijden. Hij zal de voordelen van zijn volmaakte menselijke slachtoffer ten aanzien van de gehoorzame gelovigen aanwenden en hen in fysiek, mentaal en geestelijk opzicht tot volmaaktheid brengen. Hij zal de miljarden bedrijvers van het kwade die in een opstanding terugkomen, niet toelaten een „zee” te vormen waarin goddeloze organisaties op aarde zich kunnen ontwikkelen. Zijn oordeel zal ertoe leiden dat zij zelfs tot menselijke volmaaktheid zullen voortvaren, opdat zij zich waardig mogen tonen voor altijd in volledig geluk in het aardse Paradijs te wonen. — Jes. 11:1-9.
25. Wat zal er worden gedaan met hen die de verheffende oordelen tegenstaan, en in welke toestand zullen derhalve allen die op aarde leven, zich tegen het einde van de duizend jaar bevinden?
25 Gedurende de duizendjarige „oordeelsdag” zal de Rechter Jezus Christus alle onrechtvaardigen die de verheffende oordelen weerstaan en hardnekkig weigeren zich te hervormen en Gods wil te doen, als personen die het niet verdienen nog een verdere gelegenheid te ontvangen, ter dood brengen. Het zal hun niet worden toegestaan het heilige Paradijs, het Edense heiligdom, als tegenstanders en struikelblokken voor de rechtvaardig gezinde „andere schapen” te verontreinigen. Zij zullen met de „tweede dood” van volledige, eeuwige vernietiging worden gestraft. Aldus zullen tegen het einde van de duizend jaar allen die dan in het wereldomvattende Paradijs leven, net zulke volmaakte mensen zijn als Adam en Eva waren toen zij werden geschapen en in de hof van Eden werden gesteld. Tegen die tijd zal de in Openbaring 21:3, 4 opgetekende profetie verwezenlijkt zijn: „God zelf zal bij hen zijn, en Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geklaag, noch moeite zal er meer zijn, want de eerste dingen zijn voorbijgegaan”.
26. Wat zal op dat tijdstip met het koninkrijk gebeuren, en wie verschijnen terzelfder tijd ten tonele?
26 Dan is de tijd aangebroken dat Christus’ duizendjarige regering eindigt, wanneer „Hij het koningschap aan God den Vader overdraagt, . . . Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood”. Deze overdracht van het koninkrijk aan God zal geschieden opdat „God zij alles in allen” (1 Kor. 15:24-28). Op dit tijdstip van menselijke en paradijsachtige volmaaktheid verschijnen echter Satan de Duivel en zijn demonen ten tonele. Het is Gods wil dat hij aan het einde van de duizend jaar die hij in de afgrond heeft doorgebracht, ’voor een korte tijd losgelaten wordt’ (Openb. 20:1-3, 7). Op dat tijdstip moeten deze goddeloze geestelijke krachten derhalve worden losgelaten. Waarom, zo zou men vol verbazing kunnen vragen?
27. Wat werd bij ’s mensen begin in Eden toegestaan, en wat moet nu met betrekking tot de tot volmaaktheid gebrachte mensheid in het herstelde Paradijs worden vastgesteld?
27 Bij ’s mensen begin werd het toegestaan dat Adam en Eva door die oorspronkelijke Slang, de Duivel, op de proef werden gesteld. Op precies dezelfde wijze moeten alle tot volmaaktheid gebrachte mensen in het toekomstige aardse Paradijs-heiligdom een laatste beslissende beproeving doormaken. Ten einde zich ervan te vergewissen dat allen die met de gift van eeuwig leven in het Paradijs worden begunstigd, voor altijd Gods wil op aarde zullen doen zoals die door loyale engelen boven in de hemel wordt gedaan, moet de Koning der eeuwigheid deze tot volmaaktheid gebrachte mensen aan de beslissende beproeving onderwerpen. Zij bevinden zich nu rechtstreeks in zijn hand.
28. Wat zal Satan dan betwisten, en wat zal een ieder voor zichzelf moeten beslissen?
28 Daarom zal „satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de volkeren aan de vier hoeken der aarde te verleiden”. Hij zal oorlog voeren tegen het koninkrijk van Jehovah God over de aarde. Datgene wat hij betwist, zal Jehovah’s universele soevereiniteit zijn, en wel of zijn soevereiniteit zich ook tot de paradijsachtige aarde uitstrekt. Hoe hij en zijn demonen te werk zullen gaan om te trachten de tot volmaaktheid gebrachte mensheid te verleiden, wordt niet onthuld. In ieder geval doet hij pogingen, en een ieder zal voor zichzelf moeten beslissen of hij voor altijd volledig aan Jehovah’s universele soevereiniteit toegewijd zal zijn. Zal hij tot in alle eeuwigheid aan zijn door bemiddeling van Christus gedane opdracht aan God getrouw zijn?
29. Hoevelen zullen zich laten verleiden, en wat zal er met hen, alsook met Satan en zijn demonen, gebeuren?
29 Het aantal van hen die zich door zelfzucht laten verleiden, wordt even onbepaald gelaten als het aantal zandkorreltjes aan de zeekust. Al zulke personen zullen zo volledig worden vernietigd dat het zal zijn alsof zij in een poel van vuur en zwavel werden geworpen, alsof er — zoals eens op Sodom en Gomorra — vuur van de hemel neerdaalde en hen zo volledig verdelgde dat terugkeer tot het leven onmogelijk was. Zij zullen de „tweede dood” sterven, een dood die door Jezus Christus niet teniet gedaan zal worden (Openb. 20:7-9, 14, 15). Dan zullen eveneens Satan de Duivel en zijn demonen, nadat zij het doel waarvoor zij slechts een „korten tijd” werden losgelaten, hebben gediend, zelf voor eeuwig in diezelfde poel van vuur en zwavel, „het eeuwige vuur, dat voor den duivel en zijn engelen bereid is”, worden verteerd (Openb. 20:10; Matth. 25:41). Halleluja! De Slang en zijn zichtbare en onzichtbare zaad worden aldus ten slotte in de kop vermorzeld, hetgeen hun eeuwige vernietiging betekent. Hemel en aarde zijn voor altijd van hen bevrijd!
30. Wie zullen deze laatste beproeving doorstaan, en hoe zal de Opperste Rechter zijn goedkeuring tot uitdrukking brengen, met welk resultaat voor de goedgekeurden?
30 Zij die hun hart volmaakt houden, zullen deze diepgaande beproeving doorstaan. Nu de Opperste Rechter Jehovah volledig van hun onverderfelijke loyaliteit en exclusieve toewijding verzekerd is, zal hij vol vreugde zijn goedkeuring jegens deze immer getrouwe personen tot uitdrukking brengen. Hij zal hen rechtvaardigen of hen volmaakt rechtvaardig verklaren. Zij hebben niet het voorbeeld van de „eerste mens, Adam” gevolgd, maar dat van de „laatste Adam”, hun geliefde „Eeuwige Vader”, Jezus Christus. Behalve dat zij gerechtelijk rechtvaardig worden verklaard, zal Jehovah God hun de gift van eeuwig leven, met het recht erop, schenken. In Jehovah’s nieuwe wereld zullen zij zich voor altijd in hun Paradijs verheugen, terwijl zij zijn wil op aarde doen zoals die boven in de hemel geschiedt. — Rom. 8:33; 6:23.
31. Welk door Gods Zoon geleerde gebed zal aldus volledig worden verhoord?
31 Aldus zal overeenkomstig Jehovah’s onveranderlijke voornemen sedert het begin, zijn heilige, volmaakte en liefderijke wil „gelijk in den hemel alzo ook op de aarde” geschieden. Het gebed dat zijn geliefde Zoon ons leerde bidden, zal volledig zijn verhoord.
(Wordt vervolgd)