Werken is een zegen
WERKEN een zegen? Ja, wanneer het op de juiste wijze wordt bezien en de voorwaarden niet te ongunstig zijn, is werken een zegen. En dit is, zoals de bijbel en de feiten laten zien, om meer dan één reden waar.
De bijbel vertelt ons dat God en Jezus Christus werkers zijn en dat zij gelukkig zijn. Met het oog op de zegeningen die werken met zich meebrengt, zei een wijze koning uit de oudheid, Salomo, eens: „Zie, zo leerde ik begrijpen, dat het goed is te eten en te drinken, te genieten van het werk, waarmee men zich aftobt onder de zon, . . . van zijn arbeid te genieten.” „Dat [is] een gave van God!” — Pred. 5:17, 18 18, 19; 3:13, PC.
In de eerste plaats is werken een zegen omdat wij hierdoor op een eerlijke wijze in onze behoeften kunnen voorzien. Meer dan dat, men ondervindt meer voldoening wanneer men iets verdiend heeft dan wanneer men het voor niets heeft gekregen. Er bestaat geen twijfel over hoe goed een werkloze die zich veel moeite getroost om werk te vinden, beseft dat werken een zegen is. Voor iemand die wél in de gelegenheid is te werken maar het niet wil, geldt echter het bijbelse beginsel: „Laat hij dan ook niet eten.” — 2 Thess. 3:10, NW.
De zegen die voortvloeit uit werken, bestaat niet alleen in het voorzien in onze stoffelijke behoeften, zoals voedsel, kleding, onderdak en ontspanning. Werk is ook onontbeerlijk in verband met ons lichamelijke en geestelijke welzijn. De Schepper heeft ons toegerust met de capaciteit om te werken, zowel lichamelijk als geestelijk, en willen wij werkelijk voldoening en tevredenheid smaken, dan moeten wij gebruik maken van de gaven die ons zijn geschonken. Daarom zal iemand die zijn brood hoofdzakelijk met geestelijke arbeid verdient en niet zozeer zijn spieren behoeft te gebruiken, ondervinden dat hij voor een goede gezondheid lichaamsbeweging nodig heeft.
Er is terecht wel eens opgemerkt dat ’werken voor een mens net zo noodzakelijk is als eten en slapen.’ Werken is in feite de beste rechtvaardiging voor het eten en het slapen. Hoezeer wij ook van een rustig weekeind of een rustdag of van die vakantie waar wij zo aan toe waren, genieten, altijd rusten zou ons ook niet bevallen. Misschien denkt u ook wel eens: O, als ik maandagochtend maar niet hoefde te gaan werken! of: Kon ik maar net zoveel weken vakantie krijgen als ik maar wilde! Dat is allemaal goed en wel voor een paar dagen of weken, maar als het langer zou duren zou u er eenvoudig naar snakken iets nuttigs te doen.
Wij kunnen er niet aan ontkomen. Wij hebben de vreugde en de voldoening die het resultaat zijn van goed en nuttig werk nodig. In dit opzicht zijn wij slechts het evenbeeld van onze Schepper, want zijn Woord vertelt ons dat bij de voltooiing van zijn schepping „God . . . alles [zag] wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed”. Het is waar dat niet iedereen het werk kan hebben dat hij het liefst doet. Het kan zijn dat er niet voldoende vraag naar dat werk is of dat het niet goed betaald wordt; of misschien beschikt men niet over de nodige kwaliteiten, zoals de tweede violist die graag het orkest zou willen dirigeren. — Gen. 1:31.
Iedereen kan en moet zich interesseren voor het werk dat hij noodzakelijk acht om voor zich zelf en degenen die van hem afhankelijk zijn, in het levensonderhoud te voorzien. Het allerbelangrijkste is, dat het eerlijk werk is en dat het gedaan móet worden. Probeer uw werk steeds beter en efficiënter te doen en bezie dit ongeacht of u geleerde of landbouwer, kantoorbediende of werkster bent. Smaak de vreugde en de voldoening die het goed behartigen van een taak u schenkt, of het nu het typen van een zakenbrief is of het repareren van een machine, het bereiden van een maaltijd of het schoonmaken van kamers.
Omdat zo velen niet beseffen wat een zegen werken kan betekenen als het op deze wijze wordt bezien, wordt tegenwoordig meer en meer uitsluitend de nadruk gelegd op de lonen of salarissen, de extra uitkeringen en het beperkte aantal uren. Dit brengt geen geluk, men berokkent zich zelf er juist nadeel door. Hoe dat zo? Wel, hoe meer men krijgt, hoe meer men verlangt, wat geïllustreerd wordt door de steeds hogere eisen van vele vakbonden, en hoe lager het aantal arbeidsuren, hoe minder men wil werken, wat blijkt uit de lopende discussies in het Amerikaanse Congres om tot een tweeëndertigurige werkweek te komen.
De waarheid van het voorgaande wordt door vele personen die creatief werk verrichten, zoals kunstschilders en schrijvers, bevestigd. Ook voor velen met een universitaire opleiding, voor opvoedkundigen en huisartsen bijvoorbeeld, is dit een vaststaand feit. Zij zouden andere werkzaamheden kunnen zoeken die beter betalen, maar zij blijven hun werk trouw vanwege de beloningen die niet in guldens zijn uit te drukken.
Om dit beginsel te illustreren, volgt hier het beleid van de uitgevers van een van de grootste tijdschriften in de Verenigde Staten. Volgens een vroegere correspondent is het tegen hun gewoonte om een schrijver te ontslaan die zij eens hebben aangenomen. Als zijn werk niet voldoet, laten zij hem echter aan een ontzaglijk groot project werken dat zij toch nooit zullen gebruiken, en ten slotte neemt de schrijver zijn ontslag uit louter frustratie en met het gevoel van nutteloosheid. Alleen het ontvangen van het salaris was niet genoeg; de schrijver had ook het innerlijke gevoel van voldoening nodig dat men smaakt wanneer men iets waardevols tot stand heeft gebracht.
Voor niets geldt sterker dat werken een zegen is dan voor het werk van de mens Gods, de christelijke bediening, want is ook hier niet het beginsel van toepassing dat ’het gelukkiger is te geven dan te ontvangen’? Inderdaad! Jezus zei bovendien: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden.” Hoewel vele waarnemers huiveren bij de gedachte om van huis tot huis te gaan of op straathoeken het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken, ondervinden degenen die zich er met hun gehele hart aan geven het als een zegen die met niets anders te vergelijken is. — Hand. 20:35; Joh. 4:34, NW.
Daar er nu eenmaal gewerkt moet worden en u moet werken om in uw behoeften te voorzien en omdat dit tot uw eigen welzijn bijdraagt, is het het beste dat u belang stelt in uw werk en dat u vreugde en voldoening put uit het behartigen van uw taak. Dan zult u ermee in stemmen dat werken een zegen is, zoals ook in het voornemen van de Schepper besloten lag!