Wees onderdanig zoals Sara
VINDT u het zo nu en dan moeilijk onderdanig te zijn? Dat is begrijpelijk. Daar niemand volmaakt is en wij allen de aangeboren neiging bezitten onszelf te gewichtig te vinden, gaat het ons niet altijd gemakkelijk af onderdanig te zijn. Zou er echter niet meer tevredenheid en geluk heersen indien er meer onderdanigheid aan het rechtmatig over ons gestelde gezag bestond? Beslist!
Terecht beveelt Gods Woord onderdanigheid steeds weer aan: „Gehoorzaamt wie u besturen en weest onderdanig, want zij waken over uw ziel omdat zij rekenschap zullen geven.” „Jongeren, onderwerpt u aan de oudsten. Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar den nederigen geeft Hij genade.” — Hebr. 13:17, NW; 1 Petr. 5:5.
In het bijzonder geeft de bijbel vrouwen de raad onderdanig of onderworpen aan hun echtgenoot te zijn: „Vrouwen, weest aan uw man onderdanig als aan den Here.” Vrouwen ontvangen graag complimenten over hun uiterlijk, maar iemand met onderscheidingsvermogen heeft zelfs nog meer waardering voor de schoonheid of tooi der onderdanigheid, zoals de apostel Petrus aantoont: „Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen, zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde.” — Ef. 5:22; 1 Petr. 3:5, 6.
Wanneer wij het verslag aan een onderzoek onderwerpen, moeten wij — zowel naar aanleiding van datgene wat erin wordt vermeld als van datgene wat ongezegd is gebleven — tot de conclusie komen dat Sara een voorbeeld van onderdanigheid of onderworpenheid is geweest. Toen Jehovah Abraham gebood te verhuizen en naar een ver land te trekken, opperde Sara geen bezwaren maar was zij onderdanig. Toen Abraham haar bij twee gelegenheden, om moeilijkheden te voorkomen, vroeg zich voor zijn zuster uit te geven, voldeed zij onderdanig aan zijn verzoek. En toen de herders van Abraham en Lot twistten en Abraham Lot de beste weidegronden liet kiezen, lezen wij niet dat Sara tegen hem uitvoer: ’Oude dwaas! Om die jonge neef van je het beste van alles te laten nemen!’ Neen, zij was onderdanig. — Gen. 12:1, 11-13; 13:7-12; 20:11-13.
Dat zij onderdanig was, blijkt uit de wijze waarop Abraham tot haar sprak. Toen er plotseling drie vreemdelingen als gasten verschenen, gevoelde hij zich vrij haar te zeggen dat zij zich moest haasten, terwijl hij zich ook zelf haastte: „Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara, en zei: ’Haast u! . . . bereid ronde koeken.’ Daarna liep Abraham snel . . . en hij haastte zich.” Sara klaagde niet: ’Waarom zo’n haast?’ maar was onderdanig. — Gen. 18:6, 7, NW.
Haar onderdanigheid komt vooral tot uiting in het feit dat zij over Abraham sprak als „heer”. Toen zij een van deze vreemdelingen hoorde zeggen dat zij een zoon ter wereld zou brengen, zei zij bij zichzelf: „Zal ik wellust hebben, nadat ik vervallen ben, terwijl mijn heer oud is?” Let wel, hier noemde zij Abraham geen „heer” om hem te vleien of tactvol te zijn, maar zo dacht zij over hem wanneer zij in zichzelf sprak — ongetwijfeld een teken van onderdanigheid. — Gen. 18:12.
Sara’s onderdanigheid is om twee bijzondere redenen opmerkenswaardig. In de eerste plaats omdat zij „zeer schoon” was. Gewoonlijk is het zo dat hoe knapper een vrouw is, des te minder zij geneigd is onderdanig te zijn. Haar schoonheid geeft haar macht over de mannen en daar maakt zij gebruik van. Sara was ondanks haar zeldzame schoonheid echter even onderdanig als zij zou zijn geweest indien zij een lelijke oude vrouw was.
In de tweede plaats is Sara’s onderdanigheid opmerkenswaardig omdat zij beslist geen futloos schepseltje was dat alleen maar onderdanig kón zijn. Het ontbrak haar beslist niet aan geestkracht. Zij had een eigen wil en was ondanks dat onderdanig. Zij nam het initiatief toen zij haar man voorstelde gemeenschap met haar slavin Hagar te hebben, opdat hij bij haar een kind kon hebben. Toen Hagar, nadat zij zwanger was geworden, Sara verachtte, bestrafte Sara Hagar streng, met het gevolg dat deze wegliep. Jehovah gaf Hagar echter de opdracht naar haar meesteres terug te keren en haar onderdanig te zijn. Na verloop van tijd zorgde Sara ervoor dat Hagar en haar zoon Ismaël werden weggezonden, omdat zij bemerkte dat Ismaël, de zoon van de slavin, met Isaäk, de beloofde erfgenaam, spotte. Abraham aarzelde dit te doen, maar Jehovah stond achter Sara. Wanneer wij zien hoe vastberaden Sara soms kon zijn, is haar onderdanigheid aan Abraham des te opmerkelijker.
Natuurlijk mogen echtgenoten en anderen die de leiding hebben, eenvoudig omdat er van anderen wordt verlangd dat zij hun onderdanig zijn, geen misbruik van hun positie maken. Zowel over Jehovah God als over Jezus Christus wordt in de Schrift als echtgenoot gesproken en zij maken zeker geen misbruik van hun positie als hoofd. De positie van hoofd van de echtgenoot brengt de verantwoordelijkheid met zich mee liefdevol consideratie te betonen, waarop de apostel Petrus, nadat hij vrouwen de raad heeft gegeven onderworpen te zijn, wijst: „Gij echtgenoten, blijft desgelijks bij haar wonen overeenkomstig kennis, haar eer toekennend als een zwakker vat, het vrouwelijke.” — 1 Petr. 3:7, NW.
Waardoor zult u worden geholpen net zo onderdanig als Sara te zijn? Door geloof, liefde, wijsheid en nederigheid. Houd u er niet zo druk mee bezig voor uw „rechten” te strijden; leg uw zaak in plaats daarvan in geloof aan Jehovah God voor. Er was van de zijde van Sara geloof voor nodig haar man op zijn reizen te vergezellen en eveneens om zich voor zijn zuster uit te geven. Het geloof in de juistheid van Gods regeling dat de man het hoofd is, zal u helpen onderdanig te zijn.
Ook liefde zal u in die richting helpen. Indien u liefde in uw hart koestert voor uw Schepper, voor de persoon aan wie u onderdanig moet zijn en voor uw werk, zullen de beproevingen die onderdanigheid met zich meebrengt, u licht toeschijnen.
Wijsheid is eveneens een hulp, en wel om twee redenen. De eerste is dat ze u toont hoe onderdanig te zijn om de beste resultaten te bereiken. Bovendien zal wijsheid u helpen door u te tonen waarom u zich dient te onderwerpen; het is namelijk veel belangrijker dat alles soepel verloopt dan dat het op de meest efficiënte manier gebeurt — mocht degene van wie onderdanigheid wordt verlangd een aangelegenheid het beste hebben beoordeeld.
Bovenal zult u door nederigheid worden geholpen onderdanig te zijn. Voor iemand die nederig is, is het gemakkelijker het hoofd te buigen en is onderdanigheid dus niet zo moeilijk!
Laten geloof, liefde, wijsheid en nederigheid u daarom helpen net zo onderdanig te zijn als Sara. De beloningen zijn tevredenheid en geluk.