-
Zee-delicatessen uit de Grote OceaanOntwaakt! 1972 | 22 juli
-
-
naam, die „honderd ogen” betekent). De krab heeft veel wit vlees en, net als de zeekreeft, een zachte, rode huid. Ze lijkt op de koningskrab uit de wateren van Japan, maar is alleen groter.
Dat er hier in het water enorm veel vis zit, bleek wel tijdens het tiende wereldkampioenschap onderwatervissen, dat in september 1971 werd gehouden. Bij die gebeurtenis haalde iedere duiker in een twaalf uur durende wedstrijd bijna 180 kilo vis naar boven! En, zoals wij hebben gezien, bevat de visoogst uit de Grote Oceaan heel wat zee-delicatessen die een streling zijn voor de tong.
-
-
Wat was Edens verboden vrucht?Ontwaakt! 1972 | 22 juli
-
-
„Uw woord is waarheid”
Wat was Edens verboden vrucht?
„ALS Adam en Eva niet van de verboden vrucht hadden gegeten, zouden er geen baby’s geboren zijn. En waar zouden wij dan zijn geweest?” Mensen die dit punt ter sprake brengen, geloven dat de zonde van Adam en Eva verband hield met seksuele betrekkingen. Maar is dit geloof redelijk? Nog belangrijker, is het bijbels?
Gods gebod, zoals dit in Genesis 2:16, 17 staat, luidt: „Van elke boom van de tuin moogt gij tot verzadiging eten. Maar wat de boom der kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.”
Toen dit gebod aan Adam werd gegeven, was hij alleen in de hof of tuin, want de schepping van de vrouw wordt pas later in het verslag vermeld (Gen. 2:21, 22). Uit het gebod zelf blijkt eveneens dat Adam alleen was. In de oorspronkelijke Hebreeuwse tekst staat het woord „gij” in het enkelvoud. Daarom staat het woord „gij” in het verbod „Gij moogt daarvan niet eten”, in talen die hiervoor zowel een enkelvoudige vorm als een meervoudsvorm hebben (zoals het Duits, Frans en Spaans), in de enkelvoudige vorm.
Hoe zou de verboden vrucht dus te maken kunnen hebben met seksuele betrekkingen als Adam de enige mens op aarde was?
Als men het gebod omtrent de verboden vrucht zo uitlegt dat hiermee op seksuele betrekkingen wordt gedoeld, is dit ook in tegenspraak met het positieve gebod dat aan het eerste mensenpaar werd gegeven om zich voort te planten. Hun werd gezegd: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde” (Gen. 1:28). Hoe onredelijk, onrechtvaardig en liefdeloos zou het van Jehovah God zijn geweest het mensenpaar ertoe aan te moedigen de aarde te vullen en hen dan op straffe van de dood te verbieden seksuele betrekkingen met elkaar te hebben!
Het verslag van Genesis hoofdstuk 3 verschaft nog verdere bewijzen waardoor wordt weerlegd dat de verboden vrucht iets met seksuele betrekkingen te maken zou hebben. Het bijbelse bericht luidt: „De vrouw [zag] dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken.” Het ligt voor de hand dat er niet over seksuele betrekkingen, maar over de vrucht van een letterlijke boom gezegd kon worden dat ze „goed was tot voedsel”. Ook is het opmerkenswaardig dat Eva pas wat van de vrucht aan Adam aanbood nadat zij er eerst zelf van had gegeten. Als Eva niet bij Adam was toen zij van de verboden vrucht at, hoe kon haar zonde dan in seksuele betrekkingen met haar man hebben bestaan? — Gen. 3:6.
Maar sommige mensen zijn misschien van mening dat door de vermelding van een vrucht aan een boom op kinderlijke wijze iets veel groters wordt afgebeeld dat door God
-