Vragen van lezers
◼ Werd Dina, de dochter van Jakob, door Sichem verkracht, en was het uitsluitend een daad van geweld of wilde hij haar trouwen?
Klaarblijkelijk had Sichem tegen Dina’s wil seksuele betrekkingen met haar. Hij verkrachtte haar. Haar veelvuldige vriendschappelijke bezoeken aan de Kanaänieten brachten haar echter in een compromitterende situatie en hadden kennelijk geleid tot deze sterke genegenheid voor haar en zijn verlangen haar tot vrouw te hebben.
Het verslag in Genesis 34:1-3 luidt: „Nu ging Dina . . . gewoonlijk uit om de dochters van het land te bezoeken. En Sichem, de zoon van Hemor, de Heviet, een overste van het land, zag haar toen, waarop hij haar nam en bij haar ging liggen en haar verkrachtte. En zijn ziel ging aan Dina, de dochter van Jakob, kleven, en hij werd verliefd op de jonge vrouw.” Ondanks alle moeite die haar vader zich had getroost door zijn kamp buiten de stad Sichem op te slaan en een aparte watervoorziening aan te leggen, ten einde omgang met het immorele volk van Kanaän te voorkomen, ging Dina toch ’gewoonlijk uit om de dochters van het land te bezoeken’ (Genesis 33:18; Johannes 4:12). Het Hebreeuwse woord dat vertaald is met „ging gewoonlijk uit” staat in het imperfectum, waardoor een voortdurende handeling wordt uitgedrukt. Dit werkwoord wordt in dezelfde tijd, afhankelijk van de context, ook weergegeven met ’ging geregeld uit’ en ’werd gewoonlijk opgehaald’ (1 Samuël 18:13; 1 Koningen 10:29). Wat Dina overkwam, gebeurde dus niet tijdens haar eerste uitstapje. Blijkbaar wilde zij de mensen in de naburige stad „bezoeken”, beter leren kennen.
Bij een van haar gewone bezoeken ’nam Sichem Dina en ging bij haar liggen en verkrachtte haar’. Betreffende het Hebreeuwse woord dat met „verkrachtte” is vertaald, zegt A Hebrew and English Lexicon door William Gesenius: „een vrouw ontmaagden, gewoonlijk met geweld.” Dit woord wordt ook in Rechters 19:24 en 20:5 met „verkracht” vertaald. Uit Deuteronomium 22:24, waar ditzelfde Hebreeuwse woord wordt gebruikt, valt echter op te maken dat er sprake is van een zekere gewilligheid van de kant van de vrouw. Misschien hebben aanvankelijk noch Sichem noch Dina aan seksuele betrekkingen gedacht, maar deed hij, toen zijn hartstocht werd gewekt door de charmes van deze jonge, nieuwsgierige maagd, en omdat hij geen godvruchtige morele beperkingen kende, wat de meeste Kanaänitische mannen niet meer dan natuurlijk gevonden zullen hebben. Ten slotte had zij zich in zijn milieu begeven! Toen Dina er klaarblijkelijk bezwaar tegen maakte „zover” te gaan, overweldigde hij haar eenvoudig.
Zelfs indien er geen sprake is geweest van een zekere gewilligheid van Dina’s kant, was zij toch tot op zekere hoogte zelf verantwoordelijk voor het verlies van haar maagdelijkheid. Hoewel zij alleen maar „de dochters van het land” bezocht, kan men zich wel voorstellen wat voor een moraal die gehad zullen hebben. Het feit dat Esau’s Hethitische (of Kanaänitische) vrouwen voor de godvruchtige Isaäk en Rebekka „een bron van bitterheid des geestes” waren, wijst er beslist op dat de slechtheid onder „de dochters van het land” toen al aan het licht trad (Genesis 26:34, 35; 27:46). „Zoals het land Kanaän doet”, kreeg uiteindelijk mede de betekenis van seksuele immoraliteit, met inbegrip van incest, homoseksualiteit, sodomie en bestialiteit (Leviticus 18:2-25). Waarover praatte Dina dus tijdens die bezoeken? Geloofde zij werkelijk dat zij omgang met de broers en vrienden van de meisjes zou kunnen vermijden? Een vrouw die zich, blijkbaar zonder geleide, onder zulke immorele mensen mengde, vroeg eenvoudig om moeilijkheden. Dina wist wat haar voorouders Sara en Rebekka in Kanaän overkomen was. In de ogen van de ontaarde mannen van Kanaän werd Dina een rechtmatige prooi. Zij bracht zichzelf in een compromitterende situatie en betaalde daarvoor met het verlies van haar maagdelijkheid, hoe zij zich daar op het laatste ogenblik ook tegen verzet mag hebben. — Genesis 20:2, 3; 26:7.
Na dit voorval hield Sichem Dina bij zich thuis en „bleef overredend tot [haar] spreken”, ’tot haar hart’ als het ware. Zijn vader zei: „Zijn ziel is aan [Dina] gehecht.” Het is onwaarschijnlijk dat die vurige gehechtheid eenvoudig uit één ontmoeting is ontstaan. Kennelijk had hij haar goede hoedanigheden eerder opgemerkt, misschien tijdens haar veelvuldige bezoeken. Nu wilde hij haar trouwen. Hij en zijn vader hebben misschien ook gedacht dat door het huwelijksaanzoek de daad van de zoon wel zou worden verzoend en de situatie in orde zou komen, zodat er vreedzame betrekkingen met het welvarende huisgezin van Jakob konden blijven bestaan. — Genesis 34:3, 8.
Deze hele episode liep uit op de afslachting van Sichem, zijn vader en alle mannelijke inwoners van de stad. Dit bracht de banvloek over Jakobs huisgezin en bewoog hem er vele jaren later toe de woede van zijn zonen krachtig te veroordelen (Genesis 34:30; 49:5-7). Wat een gruwelijke aaneenschakeling van gebeurtenissen, en dat allemaal omdat Dina onvoorzichtig was in haar omgang. Deze episode in het geïnspireerde verslag is een waarschuwing voor jonge christelijke vrouwen in deze tijd die zich, misschien uit nieuwsgierigheid, laten verleiden tot gezellige omgang met personen die geen dienstknechten van God zijn. — Spreuken 13:20.