Vragen van lezers
● Waarom vieren Jehovah’s Getuigen geen verjaardagen?
In de grond der zaak omdat zij het Woord van God respecteren en er intens geïnteresseerd in zijn de aanwijzingen daaruit op te volgen.
Het vieren van verjaardagen is een populair gebruik dat reeds duizenden jaren over de gehele wereld verbreid is. Dikwijls gaat het gepaard met een feestje en worden er cadeaus gegeven. Maar zegt de bijbel iets over verjaardagen?
Om te beginnen, kan er worden gezegd dat de bijbel het geven van edelmoedige geschenken aan iemand die men liefheeft, niet ontmoedigt (Gen. 33:10, 11; Luk. 15:22; 2 Kor. 8:19). Ook is de bijbel niet tegen feestvieren of het aanrechten van een feestmaal, want er wordt aanbevolen om van het leven te genieten door met mate te eten en te drinken (Pred. 3:12, 13). Jezus woonde een bruiloftsfeest bij. Jobs kinderen vierden wat misschien oogstfeesten waren die de gelegenheid gaven tot een familiereünie. Abraham rechtte een feestmaal aan toen Isaäk werd gespeend (Joh. 2:1, 2; Job 1:4, 5, 13; Gen. 21:8). En de joden vierden, ook al was het geen goddelijk gebod, jaarlijks op de gedenkdag de herinwijding van de tempel, welk feest Jezus bijwoonde. — Joh. 10:22, 23.
De bijbel geeft evenwel te kennen dat men toch enigszins op zijn hoede moet zijn, want het zou onjuist zijn om zo maar, ongeacht de reden of aard van het feest, aan elke viering deel te nemen (Ex. 32:1-6; 1 Petr. 4:3; 1 Kor. 10:20, 21). Wat valt er over het bijhouden van geboortedatums en het vieren van verjaardagen te zeggen?
Klaarblijkelijk hielden vele ware aanbidders bericht bij van geboortedatums. Priesters en anderen wisten hoe oud zij waren. Hier werd niet slechts naar gegist (Num. 1:2, 3; 4:3; 8:23-25). Maar er is niets in de Schrift wat erop duidt dat ware aanbidders jaarlijks hun verjaardag vierden.
In de bijbel wordt slechts melding gemaakt van twee verjaarsfeesten, beide van personen die geen dienstknechten van de ware God waren.
Het eerste verjaarsfeest was dat van Farao van Egypte. Bij die gelegenheid werd Farao’s bakker, die met Jozef in de gevangenis had gezeten, opgehangen (Gen. 40:18-22). Als commentaar op Genesis 40:20 merkt Dr. Adam Clarke op: „Te oordelen naar deze schriftplaats schijnt het een zeer oud gebruik te zijn geweest een geboortedag te onderscheiden door een feest. Dit gebruik was waarschijnlijk terug te voeren tot [het] denkbeeld van de onsterfelijkheid van de ziel, daar het begin van het leven schijnbaar toch wel erg belangrijk moet zijn geweest voor de persoon die geloofde dat hij eeuwig zou leven.”
Het tweede verjaarsfeest, zo’n 1800 jaar later, was dat van Herodes Antipas. Het verslag in Markus 6:21-24 luidt:
„Er kwam echter een gunstige dag, toen Herodes op zijn verjaardag een avondmaal aanrechtte voor zijn hooggeplaatste personen en de militaire bevelhebbers en de vooraanstaanden van Galiléa. En de dochter van deze Heródias kwam binnen en danste, en zij behaagde Herodes en degenen die met hem aanlagen. De koning zei tot het meisje: ’Vraag mij wat gij ook wilt, en ik zal het u geven.’ Ja, hij zwoer haar: ’Wat gij mij ook vraagt, ik zal het u geven, al is het de helft van mijn koninkrijk.’ En zij ging naar buiten en zei tot haar moeder: ’Wat zou ik vragen?’ Zij zei: ’Het hoofd van Johannes, de doper.’” — Zie ook Matthéüs 14:6-11.
Over het verslag omtrent Herodes’ verjaardag merkt Dr. Richard Lenski op: „De joden verwierpen het vieren van verjaardagen als een heidens gebruik, maar de Herodessen overtroffen zelfs de Romeinen in deze vieringen, zodat ’Herodes’ verjaardag’ (Herodis dies) spreekwoordelijk werd voor buitensporig feestvertoon.”
Hoe moeten wij deze twee vieringen van verjaardagen bezien? Is het slechts toevallig dat er melding van wordt gemaakt en dat het in beide gevallen personen betrof die niet Gods goedkeuring bezaten? Of zou het kunnen zijn dat Jehovah deze details met opzet in zijn Woord liet optekenen, dat volgens zijn zeggen „nuttig [is] om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten”? (2 Tim. 3:16) Op zijn minst genomen, kan er worden gezegd dat deze twee opgetekende berichten verjaardagen vanuit bijbels standpunt bezien in een slecht licht plaatsen, als een gebruik dat door van God vervreemde mensen in ere werd gehouden.
Het is ook vermeldenswaard dat God de precieze datum van Jezus’ geboorte niet liet optekenen, hetgeen voor Gods dienstknechten beslist de belangrijkste verjaardag zou zijn als zij zulke gedenkdagen zouden moeten vieren. In plaats daarvan geeft de bijbel wel de datum aan van Jezus’ dood en wordt christenen geboden die gebeurtenis elk jaar te herdenken (Luk. 22:19; 1 Kor. 11:23-26). Dit strookt met het feit dat volgens de bijbel de dag van iemands dood belangrijker is dan de dag van zijn geboorte, als hij tenminste tijdens zijn leven een goede naam bij God heeft opgebouwd. — Pred. 7:1, 8.
In overeenstemming met de schriftuurlijke aanwijzingen vierden de vroege christenen geen verjaardagen.
„Het begrip verjaarsfeest paste helemaal niet in de denkbeelden van de christenen uit die periode.” — Allgemeine Geschichte der christlichen Religion und Kirche, door Augustus Neander.
Naarmate de tijd verstreek en men van het zuivere christendom afviel, begon men de dood, niet de geboorte, te herdenken.
„De eerbied die aan de martelaren werd bewezen, had tot gevolg dat er te veel gewicht werd gehecht aan het toneel en de dag van hun dood. De dag waarop een martelaar stierf, werd door een gelukkige inval zijn geboortedag genoemd. De plaatsen waar de martelaren waren gestorven, werden met heilig ontzag beschouwd. . . . Op de gedenkdagen werden de diensten [in de kerken] grotendeels gewijd aan het memoreren van zijn diensten en karakter. . . . Men moet echter bedenken dat deze [jaarlijkse] gedenkdiensten geen deel uitmaakten van de algemene eredienst van de Kerk.” — History of the Christian Church, door Dr. John F. Hurst, Deel 1, blz. 350, 351.
Alhoewel er in de bijbel dus geen specifiek verbod op het vieren van verjaardagen staat, hebben Jehovah’s Getuigen reeds lange tijd nota genomen van de schriftuurlijke aanwijzingen en geen verjaardagen gevierd. Hierin volgen zij het voorbeeld van de vroegste christenen.
En alhoewel de bijbel de jaarlijkse viering van de sterfdag van een christen niet rechtvaardigt, kunnen wij het ermee eens zijn dat de dag van iemands dood beter is dan de dag van zijn geboorte. In plaats van ons derhalve op de geboortedag te concentreren, dienen wij iedere dag Christus na te volgen en Gods beeld te weerspiegelen. Dan zullen wij, indien wij sterven, God door onze levenswijze verheerlijkt hebben en zal hij ons beslist gedenken. — Hebr. 5:9; 11:6; Fil. 3:8-11.