-
Het leven is kostbaarDe Wachttoren 1959 | 15 oktober
-
-
Is dit de manier om eerbied voor het leven op te bouwen?
Ondanks de bloeddorstigheid van onze moderne wereld met haar dreiging van nucleaire massaslachtingen is de tijd gekomen waarin Jehovah de bewoners der aarde in vrede en met het grootste respect voor het menselijke leven, op deze plaats zal laten wonen: „Men zal geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heiligen berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren den bodem der zee bedekken.” — Jes. 11:9.
-
-
De uitnodiging om leden van het koninkrijk der hemelen te wordenDe Wachttoren 1959 | 15 oktober
-
-
De uitnodiging om leden van het koninkrijk der hemelen te worden
JEHOVAH heeft besloten dat zijn Zoon Christus Jezus niet alleen in het koninkrijk der hemelen zal zijn, maar dat hij een glorierijke partner, ’de bruid, de vrouw des Lams’ genoemd, zou krijgen. Jezus sprak vele gelijkenissen uit welke over het Koninkrijk handelden en waarin de verschillende aspecten ervan worden belicht; een hiervan vinden we in Mattheüs 22:2-14. Deze gelijkenis maakt ons duidelijk op welke wijze Jehovah God, de „koning” uit de gelijkenis, degenen roept die met Christus als leden van de hemelse koninklijke familie verenigd zullen worden. — Openb. 21:9.
Jehovah kiest de bruidsklasse voor zijn Zoon uit en stelt de hoedanigheden van deze klasse en het aantal leden, namelijk 144.000, ervan vast. „Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een koning, die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. En hij zond zijn slaven uit om de ter bruiloft genodigden te roepen”. De „koning”, Jehovah, treft regelingen voor het bruiloftsfeest, zendt uitnodigingen weg en vraagt de geïnviteerden op het feest te verschijnen. De gelijkenis laat zien dat hij drie uitnodigingen wegzendt om personen uit alle natiën uit te nodigen leden van het koninkrijk der hemelen te worden. — Openb. 7:4; 14:1; Matth. 22:2, 3; Openb. 5:9, 10.
DE EERSTE UITNODIGING
We zouden als vanzelfsprekend verwachten dat hij deze wonderbaarlijke gelegenheid eerst aan de Israëlieten, het natuurlijke zaad van Abraham, zou schenken, en dit gebeurde volgens de bijbel ook. Op de berg Sinaï zei hij tot hen: „Gíj zult mij een koninkrijk van priesters en een heilige natie worden.” Dit verwees naar het toekomstige koninkrijk der hemelen, waarin Christus Jezus een „priester op zijn troon” zou zijn en waarin zijn 144.000 lichaamsleden, zijn „bruid”, als priesters en koningen met hem zouden regeren. Daarom waren de nakomelingen van de joodse natie de genodigden en ontvingen zij nu door middel van Gods Zoon de uitnodiging tot het bijwonen van het bruiloftsfeest. De eerste uitnodiging werd dus in het jaar 29 (n. Chr.) gedaan. Jezus’ discipelen werkten met hem in dit werk samen, dit in overeenstemming met zijn instructie: „Begeeft u . . . tot de verloren schapen van het huis Israëls.” Gedurende drie en een half jaar, tot de 14de Nisan van het jaar 33 (n. Chr.), werd de uitnodiging uitsluitend tot de natie Israël gericht. — Matth. 10:6, 7.
Hoe werd de uitnodiging ontvangen? De gelijkenis zegt: „Zij wilden niet komen.” De rijke jonge regeerder die ’bedroefd wegging, omdat hij vele bezittingen had’, illustreert uitmuntend hoe de
-