-
Waarom zouden wij ons om religie bekommeren?De Wachttoren 1956 | 1 april
-
-
grote schaal, zoals u uit andere delen van dit speciale nummer van De Wachttoren kunt vernemen. Zult u dit goede voorbeeld volgen, Gods Woord bestuderen, aan de weet komen wat zijn voornemens zijn en deze aan anderen leren?
-
-
Exclusieve toewijdingDe Wachttoren 1956 | 1 april
-
-
Exclusieve toewijding
1. Waarom kan de Maker van de mens terecht eisen dat elk menselijk schepsel hem exclusief is toegewijd?
JEHOVAH de levende God, heeft er recht op exclusieve toewijding te eisen. Hij is de Maker van de mens en van de aarde waarop de mens leeft. Hem, de enige Soevereine Regeerder, dient de gehele mensheid heerlijkheid te geven en te loven, want híj heeft gezegd: ’Ik ben Jehovah, dat is mijn naam en mijn eer zal Ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden’ (Jes. 42:8, NBG). Jehovah zelf openbaart dat hij eerst de aarde heeft gemaakt. Vervolgens schiep hij onze voorouders, Adam en Eva, uit het stof der aarde en plaatste hen in het paradijsachtige tehuis van Eden. Jehovah zeide deze twee mensen de aarde te vullen, ze te onderwerpen en voor hun nakomelingen ze geheel tot een paradijs te maken. Dit tweetal gehoorzaamde God niet. Zij gaven er de voorkeur aan de woorden van een ander schepsel te volgen en sloten zich bij hem aan in zijn opstand tegen Jehovah. Wegens deze opstandige handelwijze werd Adam ter dood veroordeeld (Gen. 3:19). ’Door één man is de zonde de wereld binnengekomen en door de zonde de dood, en de dood heeft zich aldus tot alle mensen uitgebreid’ (Rom. 5:12, NW). Aldus werden de mensen, die zich nog steeds in de lendenen van hun voorouders bevonden, onderdanen van de „god dezer wereld,” Satan de Duivel.
2. Hoe en wanneer zal de veel betwiste strijdvraag over Jehovah’s soevereiniteit worden opgelost?
2 De mensen leven tegenwoordig niet op deze aarde omdat zij daar recht op hebben, maar op grond van de onverdiende goedgunstigheid van de zijde van de waarachtige God. Pas wanneer de Almachtige God dit verkiest, zal hij de valse god, de heerser dezer wereld, Satan, het zwijgen opleggen. Sinds de opstand in Eden zijn er nagenoeg zesduizend jaar verstreken, en nog steeds heeft Jehovah dat eerste oneerbiedige schepsel (thans Satan) laten bestaan. Niet voor altijd zal Jehovah Satans oneerbiedigheid echter gedogen, want hij zeide voorspellingsgewijs: ’Hiertoe heb ik u in bestaan gelaten, om u mijn macht te tonen en ten einde op de gehele aarde mijn naam te laten bekendmaken’ (Ex. 9:16; Rom. 9:17, NW). Thans is de tijd aangebroken waarin deze strijdvraag, wie de oppermachtige heerser is, voorgoed opgelost zal worden. Jehovah zal de exclusieve toewijding van de gehele vrije schepping ontvangen nadat de valse god, Satan, in „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” te Armageddon in de afgrond is opgesloten. — Openb. 16:13-16; 20:1-3, NW.
3, 4. (a) Welke stappen zijn er reeds gedaan om de veel betwiste strijdvraag op te lossen? (b) Hoe kunnen voorzichtige personen het thans vermijden een noodlottige fout te begaan?
3 Bijbelonderzoekers kennen Gods voornemens en weten dat hij zijn Zoon, Jezus Christus,
-