-
Wie is uw God?De Wachttoren 1961 | 15 april
-
-
Nog één toepasselijk punt — uw gedrag. Logenstraft dit uw bewering dat de God van de bijbel uw God is? Indien hij waarlijk uw God is, zult u hem door uw levenswijze trachten te behagen. Daden spreken — dikwijls luider dan woorden. U moet ’Jehovah liefhebben met geheel uw hart, ziel, geest en kracht’. Tevens moet u „uw naaste liefhebben als uzelf”. — Mark. 12:30, 31, NW.
Wie is dus uw God? Een ieder heeft een god, zelfs zij die het geloof in God loochenen, hebben een god die zij dienen. Indien uw God de God van de bijbel, de Schepper, is, kent u zijn naam en zijn eigenschappen en bent u van zijn voornemens op de hoogte. Dan bent u in staat hem te rechtvaardigen wanneer hij wordt gesmaad. Dan leeft u ook zo dat u hem behaagt. Anders is uw god in feite „de god dezer eeuw”, de lage persoon die de mededinger van de ene waarachtige God Jehovah tracht te zijn.
-
-
Gedenk Gods naamDe Wachttoren 1961 | 15 april
-
-
Gedenk Gods naam
Wat is Gods naam? Waarom is het thans van het grootste belang zijn naam te eren?
DAT God een naam heeft, is boven elke twijfel verheven. Hij is geen naamloze God. Zelfs ofschoon zijn naam meer dan 6800 maal in de Hebreeuwse geschriften voorkomt, is het verbazingwekkend hoe weinig personen deze naam kennen. De grote meerderheid der mensen noemt de Schepper bij zijn titel „God” en verkeert in de veronderstelling dat dit zijn naam is. In de Corpus Christi Caller wordt hierover gezegd: „Strikt gesproken, hebben christenen geen naam voor de Schepper, want het woord ’god’, een Angelsaksisch woord, duidt letterlijk elk wezen of voorwerp aan waaraan men een bovennatuurlijke waarde toekent, zoals heidense goden, de god van oorlog, enzovoorts. De naam God wordt onder christenen over het algemeen echter als de naam van de Godheid aanvaard.”
Nog een opvallend feit is de afwezigheid van de goddelijke naam in zowel voorhanden zijnde Griekse manuscripten van de christelijke Griekse geschriften als in de vele oude en moderne bijbelvertalingen. Terzelfder tijd is het onmogelijk een willekeurig gedeelte in de bijbel te lezen zonder tot het besef te komen dat God een naam heeft die „geheiligd”, „geloofd”, „verhoogd” en „heerlijk gemaakt” moet worden en die men niet op een onwaardige wijze dient te gebruiken. Waarom bestaat er met betrekking tot Gods naam dan zoveel wanbegrip?
God zelf heeft zich zijn naam gegeven en hij heeft aan zijn profeet Mozes de juiste uitspraak ervan bekendgemaakt. Toen Mozes door God werd gezonden om de kinderen Israëls uit hun Egyptische slavernij te bevrijden, zei hij tot Hem: „Veronderstel dat ik nu tot de zonen Israëls ben gekomen en inderdaad tot hen zeg: ’De God uwer voorvaderen heeft mij tot u gezonden’, en zij mij inderdaad zeggen: ’Hoe is zijn naam?’ wat zal ik tot hen zeggen?” God zei tot Mozes: „Dit moet gij tot de zonen Israëls zeggen: ’Jehovah, de God uwer voorvaderen, de God van Abraham, de God van Izak en de God van Jakob heeft mij tot u gezonden.’ Dit is mijn naam tot in eeuwigheid, en van geslacht op geslacht zal men mij hierdoor gedenken” (Ex. 3:13-15, NW). Wij hebben dus de woorden van de Schepper zelf dat zijn naam Jehovah is.
-