-
Is het spreken in tongen een bewijs van ware aanbidding?De Wachttoren 1963 | 1 november
-
-
Zoiets smerigs is kenmerkend voor het werk van de demonen. Neen, het zogenaamde ’spreken in tongen’ in deze tijd is geen bewijs van ware aanbidding. Jezus heeft veeleer gezegd dat zijn discipelen herkend zouden worden aan de liefde onder elkaar.
-
-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1963 | 1 november
-
-
Vragen van lezers
● Welke verantwoordelijkheid rust er op de christelijke gemeente indien een christen die een auto bestuurt, een ongeluk veroorzaakt waarbij anderen worden gedood, gezien de mogelijkheid dat er bloedschuld op hem rust? Wat te doen indien de bestuurder „Caesars” wetten betreffende snelheid of die van de weg heeft overtreden of dienaangaande zorgeloos heeft gereden? — K. F., West-Duitsland.
In het geval van auto-ongelukken waarbij een of meer personen het leven verliezen, dient stellig de vraag in hoeverre er op iemand bloedschuld rust, door het rechterlijke comité van de gemeente waarmee de autobestuurder is verbonden, te worden beschouwd. Zelfs indien een rechtbank beslist dat het ongeluk niet de schuld was van de bestuurder, is het toch juist dat het rechterlijke comité van de gemeente de bestuurder ondervraagt en tracht vast te stellen of er ook in werkelijkheid geen bloedschuld op hem rust. Dit is belangrijk omdat de gemeente onder geen enkele gemeenschapsverantwoordelijkheid wil komen te staan voor het verlies van leven ten gevolge van ongevallen, hetwelk veroorzaakt zou kunnen zijn doordat een christen zorgeloos heeft gereden of omdat hij de verkeerswetten van „Caesar” heeft veronachtzaamd.
Indien de bestuurder die betrokken is bij een ongeluk met dodelijke afloop, een vertegenwoordigende dienaar van de gemeente is en er is vastgesteld dat er bloedschuld op hem rust, is het niet juist dat hij zijn ambt als dienaar blijft bekleden. Indien zorgeloosheid de oorzaak is, moet de bestuurder ook de verantwoordelijkheid voor zulk een zorgeloosheid of gebrek aan voorzichtigheid op zich nemen. — Gal. 6:5, 7.
Indien een weg bij een spoorwegovergang geen speciale waarschuwingslichten, belsignalen of bomen heeft, dan dient de bestuurder nog zorgvuldig uit te kijken alvorens hij de spoorbaan oversteekt. Indien een vlieg of iets dergelijks hem hinderde, zou hij eerst gestopt moeten hebben en de situatie moeten hebben verholpen. Indien een passagier op de achterbank met de bestuurder gesproken zou hebben, had hij toch zijn ogen op de weg gericht moeten houden in plaats van te sturen en tegelijkertijd naar zijn passagier op de achterbank te kijken. Indien de weersomstandigheden slecht waren, zou de bestuurder met grotere zorg hebben moeten rijden. Indien de bestuurder slaperig zou zijn geworden, zou hij het stuur aan iemand anders hebben moeten overgeven, of hebben moeten stoppen en moeten rusten totdat zijn slaap voorbij was.
Het is dientengevolge juist dat het rechterlijke comité van de gemeente de zaak onderzoekt om vast te stellen in hoeverre de autobestuurder verantwoordelijk is voor het ongeluk met dodelijke afloop. Denk er wel aan dat de persoon in het Israël uit de oudheid die iemand per ongeluk doodde en naar een toevluchtsstad vluchtte, terecht moest staan voor de autoriteiten van de stad alvorens hij er binnen mocht blijven en veilig zou zijn voor de wraak van de bloedwreker. — Num. 35:6-25.
Zou het ongeluk te wijten zijn aan omstandigheden waarover de autobestuurder in het geheel geen controle had, dan zal hij natuurlijk te verontschuldigen zijn en is er niets waardoor zijn bericht wordt besmet indien hij in de gemeente een verantwoordelijke dienaar is. Is zijn schuld echter bewezen, dan zou het juist zijn hem uit zijn dienstpositie te verwijderen en hem voor ten minste één jaar niet voor een verantwoordelijkheidspositie in aanmerking te laten komen. Hierdoor zal het comité te kennen geven dat het onder geen enkele gemeenschapsverantwoordelijkheid wil komen te staan voor het verlies van leven ten gevolge van een ongeval en dat dit het bericht van de gemeente zou besmetten doordat ze een broeder op wie bloedschuld rust, in een vooraanstaande, vertegenwoordigende en voorbeeldige positie zou handhaven. Indien de te laken bestuurder geen dienaar in de gemeente is, zal hij natuurlijk na dit voorval gedurende enige tijd niet voor een dienaarspositie in aanmerking komen. Aangezien de bestuurder geen juist voorbeeld voor de gemeente is, vereist een wijs beleid van de zijde van het comité dat zij er ook een passende tijd mee zullen wachten alvorens zij hem enige toewijzingen geven om de gemeente te onderwijzen.
Is de autobestuurder zorgeloos geweest, dan zou het comité er juist aan doen hem raad te geven en hem te helpen inzien in hoeverre hij verantwoordelijk is. Het comité dient vast te stellen of hij dit inziet, er berouw over gevoelt en Jehovah God om goddelijke barmhartigheid heeft gesmeekt door bemiddeling van Jezus Christus.
Nadat de tijd verstreken is waarin hij niet zou kunnen worden aanbevolen en gedurende welke periode is gebleken dat de betreffende broeder er voordeel uit getrokken heeft en de juiste geestesgesteldheid heeft
-