Wat is de zienswijze van de bijbel?
Hoe staat het met euthanasie?
DE ONGENEESLIJK zieke vrouw lag op een ziekenhuisbed op haar dood te wachten. Op zekere dag kwam haar zoon haar kamer binnen en loste drie dodelijke schoten. Hij trachtte niet te verbergen wat hij had gedaan en zei: „Nu is zij tenminste uit haar lijden. Ik heb haar doodgeschoten.”
Deze man werd aangeklaagd wegens moord, maar de jury sprak het „onschuldig” uit. Waarom? Klaarblijkelijk omdat deze man zijn moeder doodde om haar uit haar lijden te helpen. Dit was een geval van euthanasie (Grieks voor „goede dood”).
Gevallen van euthanasie verschijnen af en toe in het nieuws. Vaak schijnen de „doders” goed gemotiveerd te zijn en het verlangen te hebben mensen die veel pijn hebben en die door de artsen zijn opgegeven, „uit hun lijden” te helpen. Soms dringen de patiënten er zelfs bij anderen op aan een eind aan hun leven te maken.
Welk standpunt dient een christen in dergelijke situaties in te nemen? Is het juist „actieve” euthanasie toe te passen door iemand moedwillig van het leven te beroven? Hoe staat het met „passieve” euthanasie, waarbij men een patiënt die in de laatste fase van zijn ziekte is, laat sterven door na te laten hem een „speciale” behandeling te geven of te blijven geven waardoor zijn dood alleen maar een korte tijd uitgesteld zou worden?
Er bestaat geen twijfel over dat het niet gemakkelijk is in zulke situaties een juist standpunt in te nemen. Er kunnen heel diepe emoties bij betrokken zijn die het moeilijk maken een juist oordeel te vellen. Maar de bijbel bevat beginselen waardoor mensen geholpen zullen worden de erbij betrokken factoren goed te overwegen.
De Schrift toont aan dat God het menselijk leven als iets kostbaars, als heilig, beschouwt. Het zesde van de Tien Geboden luidt: „Gij moogt niet moorden” (Ex. 20:13). De bijbel verschaft een definitie van moord in Numeri 35:20, 21, waar volgens The New English Bible staat: „Indien de doodslager een man openlijk met voorbedachten rade aanvalt of opzettelijk een voorwerp naar hem werpt en hij sterft, . . . dan moet de aanvaller ter dood gebracht worden; hij is een moordenaar.”
Voldoet euthanasie, waarbij geen boos opzet of haat in het geding is, aan die beschrijving? Welnu, is het in het geval van actieve euthanasie niet waar dat er van ’opzet’ gesproken kan worden in de zin dat de daad van tevoren overdacht is? En wordt er niet vaak van een „voorwerp” (zoals een kogel uit een geweer, een pil of een naald) gebruik gemaakt?
Nog iets waarmee rekening gehouden moet worden, is het bijbelse gebod dat christenen „een goed geweten” moeten behouden (1 Petr. 3:16). Dat actieve euthanasie iemands geweten nadelig kan beïnvloeden, blijkt uit de opmerkingen van R. S. Morison in Scientific American van september 1973: „De overweldigende meerderheid van artsen en stellig een wezenlijke meerderheid van leken deinst instinctief terug voor zulke actieve maatregelen als een bekend vergif voorschrijven of een grote luchtbel in een ader injecteren.”
Ook eist Jehovah God van christenen dat zij „onderworpen [zijn] aan de superieure autoriteiten” (Rom. 13:1). Euthanasie is onwettig in de Verenigde Staten, Canada, Nederland, België en bijna alle andere landen. Het is waar dat weinig mensen de volledige straf voor deze misdaad ontvangen. Christenen dienen echter niet slechts door vrees voor straf maar door hun „geweten” tot het gehoorzamen van de wetten van het land te worden aangezet. — Rom. 13:5.
Aangezien degenen die hun leven in overeenstemming wensen te brengen met bijbelse beginselen, Gods zienswijze met betrekking tot de heiligheid van het leven respecteren, hun eigen geweten geen geweld willen aandoen en de wetten van het land willen gehoorzamen, zullen zij nooit hun toevlucht nemen tot actieve euthanasie.
Wat echter te doen als het erom gaat met een speciale behandeling te beginnen of deze te blijven geven wanneer de dood ophanden is en niet meer vermeden kan worden? Medische autoriteiten verklaren misschien dat alles wat zij kunnen doen is, het stervensproces te verlengen door gebruik te maken van allerlei mechanische toestellen, zoals beademingsmachines, defibrillatoren en andere speciale apparaten, ten einde het leven van de patiënt in stand te houden. Een dergelijke behandeling is misschien heel erg kostbaar en brengt de stervende alleen maar verder ongemak. Vereist de bijbel dat er dergelijke maatregelen getroffen worden? Neen, in zulk een geval overtreedt men geen wet van God wanneer men het doodsproces onbelemmerd zijn beloop laat hebben. Het is geen schriftuurlijk vereiste een doodsproces dat al aan de gang is, te verlengen.
Er is in dit verband echter grote voorzichtigheid geboden. S. Bok beschrijft in Bio-Science van augustus 1973 de draagwijdte van het probleem waarmee artsen geconfronteerd worden wanneer zij voor de beslissing staan of zij de behandeling zullen staken en iemand zullen laten sterven:
„De eerste taak — de strijd tegen dood en ziekte moet nutteloos blijken te zijn willen artsen deze, zonder hier spijt van te hebben, laten varen. Het is evenwel moeilijk er altijd zeker van te zijn dat ze in een bepaald geval nutteloos is en te weten dat de dood van een patiënt onvermijdelijk is. De kans van een verkeerde diagnose is altijd aanwezig; zelfs de beste diagnostici maken fouten in het voorspellen van de dood (Kamisar 1958). En in gevallen waarin de diagnose juist is, kan de prognose nog altijd door een nieuwe medische ontwikkeling beïnvloed worden.”
In vele situaties van ernstige ziekte is het dus bijzonder moeilijk om vast te stellen of een speciale behandeling gestaakt moet worden. Elk geval heeft zijn eigen karakter en moet beschouwd worden in het licht van Gods zienswijze met betrekking tot de kostbaarheid van het leven. Degenen die voor een dergelijke beslissing verantwoordelijk zijn, dienen de bewijzen echter zorgvuldig te overwegen voordat zij de conclusie trekken dat iemand op het punt staat te sterven.
De reden waarom mensen euthanasie overwegen, is vaak dat er voor degene die lijdt geen hoop op verlichting schijnt te zijn. Hoewel sommige gevallen niet door de wetenschap opgelost kunnen worden, verschaft de bijbel de werkelijke hoop dat ziekte en de dood in de nabije toekomst van de aarde zullen verdwijnen. Openbaring 21:1-4 spreekt over een nieuwe ordening, die symbolisch „een nieuwe hemel en een nieuwe aarde” wordt genoemd, waarin „de dood . . . niet meer [zal] zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn”.
In die nieuwe ordening zullen de mensen niet alleen niet meer ziek worden, maar degenen die nu door ziekten worden gekweld, zullen voorgoed worden genezen (Jes. 33:24; 35:5-7). Volgens Jezus’ belofte in Johannes 5:28, 29 zullen „allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem . . . horen en te voorschijn . . . komen”. Zoals in Openbaring 20:11-15 staat opgetekend, heeft de apostel Johannes de vervulling van deze wonderbare belofte van een opstanding werkelijk ’gezien’:
„En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, . . . En de zee gaf de doden in haar op en de dood en Hades gaven de doden in hen op.” Dat betekent dat alle doden in Hades (’s mensen gemeenschappelijke graf) tot leven zullen terugkeren, met de gelegenheid eeuwig in volmaakte gezondheid te blijven leven op een aarde die in een paradijs is veranderd.
Volgens de bijbelse tijdrekening leven wij nu in het „besluit” of „de laatste dagen” van het huidige samenstel van dingen (Matth. 24:3-34; 2 Tim. 3:1-5). Dat betekent dat Gods nieuwe ordening binnen dit geslacht een werkelijkheid zal worden. Wat is dat een verheugend nieuws! En terwijl wij de vervulling hiervan afwachten, raadt de Schrift ons aan: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen.” — Ps. 55:22.