Basis voor vertrouwen in de profetieën
1. Hoe bezagen Jezus en zijn apostelen de profetieën?
INDIEN u een bijbellezer bent, zult u wel moeten erkennen dat de bijbelse profetieën, wanneer het ware profetieën betreft, wonderbaarlijk en van buitengewoon grote betekenis zijn. U zult zeggen dat ze het verdienen om zo grondig mogelijk bestudeerd te worden en zoveel mogelijk aandacht te ontvangen. Jezus en zijn apostelen stelden ten volle geloof in de profetieën en hechtten aan alle profetieën in de Schrift evenveel geloof (Joh. 17:17; 2 Tim. 3:16; 2 Petr. 1:19, 20, NW). De profetieën vormden in hun leven een beslissende factor. Niet iedereen bezit echter dit geloof. Een dergelijk geloof kan het uwe zijn — niet blinde lichtgelovigheid, maar geloof met een gezonde basis (Hebr. 11:1, NW). Hoe kan men dit stellige vertrouwen in de profetieën verwerven?
2. (a) Hoe kunnen wij bepalen of een profetie al dan niet waar is, en verwacht God van ons dat wij dit doen? (b) Wat zijn de drie vereisten wil een profetie waarachtig en betrouwbaar zijn?
2 De beste methode om deze zekerheid te verwerven, bestaat hierin, dat men de profetie toetst door na te gaan of deze overeenstemt met de tijd en de omstandigheden. De bijbel nodigt hiertoe uit (1 Joh. 4:1, NW; Jes. 45:11). Voor een dergelijk onderzoek hebben wij een maatstaf, een stel vereisten, nodig. De bijbel zelf stelt in Deuteronomium 18:20-22 en 13:1-3 de regels vast die bij het toetsen van een profetie aangehouden moeten worden: 1. Ze moet in Jehovah’s naam en op zijn bevel zijn uitgesproken; 2. Ze moet in vervulling gaan; 3. Ze moet in overeenstemming zijn met Gods geboden en derhalve de ware aanbidding bevorderen.
3. Welke invloed dient een bestudering van bijbelse profetieën op ons te hebben?
3 In dit korte artikel zullen wij een bepaalde profetie en het bewijsmateriaal dat haar betrouwbaarheid ondersteunt, aan een onderzoek onderwerpen. Wij geloven dat u in het begin verbaasd zult staan en dan overtuigd zult raken door haar nauwkeurigheid en haar overduidelijke geïnspireerd zijn. Dit onderzoek zal u tevens aansporen tot een bestudering van de andere profetieën van de bijbel, welke, zoals u zult bemerken, even betrouwbaar zijn en bovendien verkwikkend en aanmoedigend, een stabiliserende kracht in deze wisselvallige tijden.
WERELDREGEERDER VOOR ZIJN GEBOORTE AANGESTELD
4. Welke opzienbarende dingen profeteerde Jehovah in verband met Jeruzalem, de tempel en de steden van Juda?
4 Wend u zich nu eens tot Jesaja 44, de verzen 24 tot 28. Daar ziet u dat Jesaja in Jehovah’s naam en op zijn bevel spreekt: „Zo zegt de HERE . . . Ik . . . die het woord van mijn knecht gestand doe . . . die tot Jeruzalem zeg: Het worde bewoond; tot de steden van Juda: Laten zij herbouwd worden, haar puinhopen richt Ik weer op; die tot de [waterachtige] diepte zeg: Verdroog; uw rivieren doe Ik opdrogen; die tot Kores zeg: Mijn herder; hij zal al mijn welbehagen volvoeren door tot Jeruzalem te zeggen: Het worde herbouwd en de tempel worde gegrondvest.” — NBG; NW.
5. Wat zijn enkele opvallende kenmerken van Jehovah’s profetie in Jesaja 44:24-28?
5 Wat is in deze profetie zo opmerkenswaardig? U gelieve er aandacht aan te schenken, dat deze verklaring werd gedaan toen Jeruzalem nog steeds een bloeiende stad was, een macht waarmee elke natie die naar de wereldheerschappij streefde, rekening moest houden. Babylon was nog lang niet de machtige Derde Wereldmacht van de gewijde geschiedenis. Assyrië bleek toentertijd een veel grotere bedreiging voor Jeruzalems bestaan te vormen. De profetie voorzei de opkomst van de Pers, Kores genaamd, ongeveer 150 jaar voordat deze geboren werd, en bovendien dat zijn natie de Vierde Wereldmacht zou worden. Er werd door te kennen gegeven dat Jeruzalem en de tempel vernietigd zouden worden en dat de joden door Babylon, de komende Derde Wereldmacht, gevangengenomen zouden worden, dat Kores de joden later zou bevrijden door Babylon te veroveren en dat Jeruzalem en de tempel onder Kores’ gezag herbouwd zouden worden. — Zie ook Jesaja 39:3-7.
6. Wanneer werd Kores geboren, en op welke wijze werd hij Jehovah’s gezalfde?
6 In het volgende vers van de profetie wordt Kores Gods „gezalfde” genoemd (Jes. 45:1). Kores werd waarschijnlijk omstreeks 600 v. Chr. geboren. Reeds vóór zijn geboorte was Jeruzalem door de Babyloniërs vernietigd en waren de leden van de priesterschap als ballingen weggevoerd. Hoe kon hij dan de „gezalfde” worden genoemd? Hij werd nooit werkelijk door Jehovah’s hogepriester met de heilige zalfolie gezalfd om in welke hoedanigheid dan ook voor Jehovah te dienen. Uit een zalving bleek een aanstelling, een installatie in een ambt, en daarom kon het feit dat Jehovah reeds van tevoren Kores aanstelde, een zalving worden genoemd. Zo werd ook de aanstelling van de profeet Elisa en van koning Hazaël om een bepaald werk voor Jehovah te verrichten, als een zalving betiteld, hoewel zij niet met heilige olie werden gezalfd. — 1 Kon. 19:15, 16, 19; 2 Kon. 8:13.
7. Hoe beschrijft Jesaja 45:1-3 wat Jehovah ten behoeve van Kores zou doen?
7 Laten wij nu eens verder lezen in hoofdstuk 45 van Jesaja’s profetie, waar hij zegt: „Zo zegt de HERE tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken vóór hem neer te werpen: de lendenen van koningen ontgord Ik; om deuren vóór hem te openen, geen poorten blijven gesloten. Ik zelf zal vóór u uitgaan en de oneffenheden effenen; koperen deuren zal Ik verbreken en ijzeren grendels verbrijzelen. En Ik zal u geven de schatten der duisternis en de rijkdommen der verborgen plaatsen, opdat gij weet, dat Ik, de HERE, het ben, die u bij uw naam riep, de God van Israël.”
8. (a) Waarom wordt Jesaja’s profetie door het feit dat Jehovah Kores bij name noemt en tot hem spreekt zelfs nog opmerkelijker? (b) Hoe zou Jehovah Kores bij de hand nemen?
8 Met deze woorden van Jesaja 45:1-3 spreekt Jehovah God tot Kores, de Pers, alsof hij al geboren was en leefde. Dit stemt overeen met hetgeen er in Romeinen 4:17 (NW) wordt gezegd, namelijk, dat God „de dingen die niet zijn, roept alsof ze waren”. Hij doet de belofte Kores’ rechterhand te nemen en hem te leiden of met onweerstaanbare militaire bekwaamheid te versterken.
9. (a) Welke naties zou Jehovah aan Kores onderwerpen? (b) Hoe wisten de Perzen onder Kores dergelijke naties te overwinnen?
9 Voordat Kores zijn aandacht op Babylon kon richten om deze Derde Wereldmacht omver te werpen, hetgeen Gods voornaamste doel met Kores was, moesten eerst bepaalde naties onderworpen worden. Eerst onderwierp hij het Medische Rijk dat over Perzië had geheerst, aan zich. Toen koning Croesus van Lydië zag dat zijn bondgenoot Astyages van Medië het onderspit had gedolven, sloot hij haastig een verbond met Egypte, Babylon en Sparta tegen Kores; desondanks ging Kores er toe over in 546 v. Chr. de Lydische hoofdstad Sardis in te nemen en veroverde hij ten slotte geheel Klein-Azië. Nu kon Kores zijn aandacht op Babylon richten. In een veldslag overwon hij de eerste regeerder van Babylonië, koning Nabonedos, en vervolgens trok hij op tegen Babylon.
BABYLON EEN MACHTIG BOLWERK
10. Waarom scheen Jesaja’s profetie betreffende Babylons val van menselijk standpunt uit bezien onmogelijk in vervulling te kunnen gaan?
10 Een van de opvallendste kenmerken van de vervulling van de profetie over de val van Babylon was de ogenschijnlijke onneembaarheid van Babylon. Haar krachtigste koning, Nebukadnezar, had kosten noch moeite gespaard om Babylon tot de schitterendste stad van de toenmalige wereld te maken. Babylons inwoners hadden het idee dat de stad niet ingenomen kon worden. Zo heeft men een inscriptie gevonden met de volgende pochende woorden van Nebukadnezar: „Ik maakte van metselkalk en stenen een grote muur, die net als een berg niet bewogen kan worden. Zijn fundament in de schoot van de onderwereld gaf ik een plaats in de diepte. Het bovenste gedeelte ervan maakte ik zo hoog als een berg.” Meer nog dan de muren van de stad vormde echter de rivier de Eufraat de voornaamste verdediging. Het water van deze rivier vormde een diepe en brede gracht. Langs elke oever van de rivier, die door de stad stroomde, liep een doorlopende kade welke door een enorme muur van de stad was gescheiden. In deze muur zaten poorten met koperen deuren en van elk hiervan liep een afdalende weg naar de waterkant. Het is gemakkelijk te zien waarom gevangenen van Babylon beslist niet op bevrijding konden hopen. — Jes. 14:17.
11. (a) Waarom koesterden de joodse gevangenen in Babylon een andere hoop dan de andere gevangenen van Babylon? (b) Hoe kwamen Kores’ soldaten de stad binnen?
11 In tegenstelling hiermee hadden de joodse gevangenen in Babylon een schitterende hoop, want de God van ware profetieën had bevrijding geprofeteerd. Hoe gemakkelijk was het voor Jehovah zijn profetie in vervulling te laten gaan! De loop van Babylons voornaamste verdediging, de Eufraat, werd door Kores’ legers omgelegd, zodat de rivierbedding betrekkelijk droog kwam te liggen. En Jehovah zag erop toe, dat de dubbele deuren langs de kade van de Eufraat in die voor Babylon fatale nacht, toen Belsazar met duizend van zijn machthebbers een drinkgelag hield waarbij zij Babylons goden van hout en steen roemden, open bleven. — Dan. 5:1-4.
12. In welk opzicht werden de deuren verbroken, de ijzeren grendels verbrijzeld en de oneffenheden geëffend?
12 De koperen deuren werden niet letterlijk in stukken gebroken en ook werden de ijzeren staven of grendels niet letterlijk verbrijzeld, maar onzichtbaar manoeuvreerde Jehovah de dingen zo dat het er als het ware op neerkwam dat deze poorten en grendels verbroken werden. De muren van Babylon baatten niet. Kores’ troepen behoefden deze muren niet met de grond gelijk te maken om binnen te komen. Jehovah ging voor Kores uit en effende de „oneffenheden”, of ruimde de obstakels uit de weg.
13. Wat waren sommige van de schatten welke Kores bij zijn inname van Babylon in handen vielen?
13 Wanneer Kores’ leger de stad, de burcht en de citadel volledig in handen zou krijgen, zouden Kores de schatten welke daarin waren opgelegd natuurlijk in handen vallen, zelfs de schatten die in donkere plaatsen verborgen waren. Hieronder zouden zich de kostbaarheden bevinden die door Babylon op andere naties waren buitgemaakt, zoals de heilige vaten welke uit Jehovah’s tempel in Jeruzalem waren weggenomen. Bovendien was Babylon nog een rijke buit doordat de stad toentertijd een handelsdepot vormde tussen de toenmalige oosterse en westerse wereld. De opgestapelde schatten omvatten ook de rijkdommen welke de stad verworven had doordat ze in de tempels van haar valse goden religie tot een handelszaak had gemaakt. Herodotus verhaalt, dat iedere in Babylon wonende vrouw eenmaal in haar leven een bezoek moest brengen aan de tempel van Mylitta (Isjtar), de godin der vruchtbaarheid, die de „koningin van de hemel”, de „moeder van de goden” werd genoemd, het vrouwelijke beginsel van de voortplanting. Daar moest het meisje in het heiligdom van de godin wachten en seksuele omgang hebben met de eerste de beste vreemde die een zilverstuk in haar schoot wierp — in de naam van religie beoefende prostitutie.a
DE EER VOOR DE VERVULLING GAAT NAAR JEHOVAH
14. (a) Om welke reden maakte Jehovah specifiek melding van Kores en schonk hij hem de overwinning? (b) Op welke wijze ’bewerkte’ Jehovah toen ’het heil en schiep hij het onheil’?
14 Jehovah drukte zich specifiek uit met betrekking tot de Pers die hij zich wenste, zoals hij ook in verband met de bouw van de tabernakel tot Mozes had gezegd: „Zie, Ik heb bij name geroepen Bezaleël, den zoon van Uri, den zoon van Hur, uit den stam Juda” (Ex. 31:1, 2). Dat Jehovah zo handelde in verband met Kores, had niet ten doel een mens te verheerlijken, maar zich zelf te verheerlijken als de ware God van de profetieën en de Universele Soeverein, en zijn voornemen ten uitvoer te brengen de natie Israël te bevrijden. Hierna zei Jehovah tot Kores: „Ter wille van mijn knecht Jakob en van Israël, mijn uitverkorene, riep Ik u bij uw naam, gaf u een erenaam, hoewel gij Mij niet kendet. Ik ben de HERE en er is geen ander; buiten Mij is er geen God [Elohim]. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben de HERE, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die [insgelijks] het heil bewerk [voor zijn volk in ballingschap] en het onheil schep [voor Babylon]; Ik, de HERE, doe dit alles.” — Jes. 45:4-7.
15. Hoe kon Kores dan „een erenaam” hebben, zoals ook op de cylinder van Kores tot uitdrukking komt?
15 Het was niet Kores’ dapperheid, maar het was Jehovah, die Kores, zoals Hij zegt, zonder dat deze hem kende, sterkte om Gods heerlijkheid tegen Babylon en ten gunste van zijn volk ten uitvoer te brengen, waarbij hij hem „een erenaam” gaf. Alleen doordat Jehovah God hem uitkoos en kracht verleende, kon hij naderhand op de Cyruscylinder of de cylinder van Kores zeggen: „Ik ben Kores, de absolute koning, de grote koning, de machtige koning, de koning van Babylon, de koning van Sumerië en Akkad, de koning van de vier windstreken (van de wereld).”b
16. Wat moesten Jehovah’s hemelen en aarde overeenkomstig zijn bevel voortbrengen, en ten behoeve van wie?
16 Door zijn dienstknecht Kores op deze wijze te gebruiken, kon Jehovah een beroep doen op zijn hemelen om rechtvaardige invloeden of krachten te laten neerdalen; op zijn aarde kon hij een beroep doen zich te openen en ten behoeve van zijn volk in ballingschap rechtvaardige gebeurtenissen en redding voort te brengen. „Druppelt, hemelen, van boven en laten de wolken gerechtigheid doen neerstromen; de aarde opene zich, opdat het heil ontluike en zij daarbij gerechtigheid doe uitspruiten: Ik, de HERE, heb dit geschapen” (Jes. 45:8). Op de bestemde tijd reageerden zijn hemelen en zijn aarde op dit bevel ten einde de profetie te vervullen.
VOORDELEN VOOR DE AANBIDDERS VAN DE GOD DER PROFETIE
17. Wat zwoer Jehovah in verband met de aanbidding, en waarom konden de Israëlieten „zich” na Kores’ overwinning ergens op „beroemen”?
17 Toen de Israëlieten als gevangenen naar Babylon werden gevoerd, waren zij machteloos en konden zij zich niet uit Babylons hand bevrijden. De enige tot wie zij zich konden wenden, was Jehovah: „Wendt u tot Mij en laat u verlossen, alle einden der aarde, want Ik ben God [El] en niemand meer. Want Ik heb gezworen bij Mij zelf, waarheid is uit mijn mond uitgegaan, een woord dat niet zal worden herroepen: dat voor Mij elke knie zich zal buigen, dat bij Mij elke tong zal zweren. Alleen bij den HERE, zal men van Mij zeggen, is gerechtigheid en sterkte, tot Hem zal men komen; maar beschaamd zullen staan allen die tegen Hem in woede ontstoken zijn; in den HERE wordt het gehele nakroost van Israël gerechtvaardigd en zal het zich beroemen” (Jes. 45:22-25). Israël kon zich inderdaad ergens op beroemen, want door wat Jehovah voor hen deed, werd het bewijs geleverd dat zij het bij het rechte eind hadden de juiste God te aanbidden en zijn profetieën als betrouwbaar te aanvaarden.
18. Wat bewijzen de dingen die in verband met Kores geschieden, betreffende de profetieën?
18 De dingen die in verband met Kores geschiedden, verschaffen derhalve een krachtige basis voor vertrouwen in de profetieën. Het bewijst dat het voordelen voor ons afwerpt wanneer wij naar Gods profetieën luisteren. Die getrouwe joden die naar de profetie luisterden, trokken zeer beslist voordeel hiervan. Hun werd hierdoor een geest van diepe wanhoop en neerslachtigheid bespaard. Zij wisten op grond hiervan niet alleen wat er zou gebeuren, maar bovendien diende die profetie als een waarschuwing en gids voor degenen die erop vertrouwden, en droeg ze bij tot hun welzijn.
19. Wat is volgens Gods profetie betreffende de val van Babylon thans de juiste handelwijze?
19 Wanneer wij acht slaan op de profetieën, kunnen wij voordelen verwachten en de fatale fout van de Babyloniërs vermijden die hun vertrouwen stelden in materialisme en militaire macht. Dit voorbeeld toont ons, dat de aanbidding van God, waarbij men gedurende deze tijd van gevaar voor bevrijding naar hem opziet, de verstandige en veilige gedragslijn is en dat bescherming niet door militaire kracht tot stand wordt gebracht, ook al heeft het er veel van weg dat de verdedigingswerken, net als Babylons muren, tot aan de hemelen reiken, en zo sterk lijken dat ze door geen enkele aardse macht overwonnen kunnen worden.
20. Welke verdere aanmoediging en verlichting kunnen wij putten uit de profetie betreffende Kores?
20 Wij kunnen ons ook laten aanmoedigen door het feit, dat Kores Jehovah’s gezalfde werd genoemd. Als een gezalfde of aangestelde van Jehovah zou hij een Messias (in het Hebreeuws) of een Christus (in het Grieks, LXX) zijn. In dit opzicht werd Kores in het werk dat hij voor Jehovah God zou doen, als een voorbeeld of profetisch beeld gebruikt van de beloofde Messias of Christus, het Zaad van Gods „vrouw”. Dat Kores Babylon als wereldmacht omverwierp beeldde profetisch af hoe de Messias of de Christus het Grote Babylon van onze twintigste eeuw zal vernietigen, zoals voorzegd wordt in het laatste boek van de bijbel, Openbaring, de hoofdstukken 17 en 18.
21. In welk opzicht beoogde de strijd tegen Babylon meer dan alleen maar de bevrijding van de joden?
21 Deze strijd tegen het oude Babylon beoogde niet alleen maar de bevrijding van de joden. Het was ook een strijd tussen goden, zoals wij in onze volgende uitgave zullen zien.
[Voetnoten]
a Herodotus, i, 199.
b Zie bladzijde 177 van Nabonidus and Belshazzar, door R. P. Dougherty.