-
Exclusieve toewijdingDe Wachttoren 1956 | 1 april
-
-
van de geestelijken der christenheid te bemerken hoe zij de bijbel, Gods Woord, critiseren. Vele geestelijken loochenen in de door hen geschreven boeken over de „hogere kritiek” zelfs het rantsoenoffer van Christus Jezus. Zij beweren christenen te zijn maar loochenen dat Christus de Zoon van God is. Hoe zouden zij dan christelijk kunnen zijn?
20 Andere geestelijken van de christenheid gaan zelfs zover dat zij Jehovah een „wreedaard” noemen, waardoor zij de Soevereine Regeerder van het universum in de ogen van het door Hem geschapene tot een verachtelijke positie omlaag halen. Dit alles doet men opdat men de Soevereine Regeerder zal gaan minachten en het geschapene, een mens zal loven. De christenheid en haar vertegenwoordigers zijn Jehovah niet exclusief toegewijd. Zij stellen belang in hun doeleinden, hun natie, hun nationale oorlogen; ja, zij geloven zelfs dat katholieken en protestanten in het ene land gezegender en meer begunstigd zijn dan katholieken en protestanten in een ander land. Wat blijft er van hun eenheid, hun broederlijke liefde over? Zijn het slechts holle frasen?
21. Om welke andere redenen is het thans van het allergrootste belang Jehovah exclusief te zijn toegewijd?
21 Er is slechts één waarachtige God en de aarde wordt slechts door één familie van mensen bewoond, immers allen zijn oorspronkelijk door God geschapen, en op zijn bestemde tijd zullen allen één natie vormen en één God hebben. Hij zal geen mededinging toestaan. Zijn koninkrijk zal voor altijd blijven bestaan. Alle mensen die weigeren zich achter de ware aanbidding te scharen, zullen worden verdelgd, vernietigd, daar er in het universum geen plaats is voor opstandelingen. „Gij moet geen andere goden nawandelen, welke van de goden der volken ook die overal rondom u zijn, (want Jehovah, uw God, die in uw midden is, is een God die exclusieve toewijding eist,) opdat de toorn van Jehovah, uw God, niet tegen u ontbrande en hij u van de oppervlakte der bodem moet verdelgen.” (Deut. 6:14, 15, NW). De volgende verklaring is bijzonder duidelijk en positief: „Gij moet nooit enige andere goden tegenover mijn aangezicht hebben,” of, zoals in de marge staat: „Gij moet nooit enige andere goden hebben in uitdaging aan mij” (Deut. 5:7, NW). Maar toch zijn er in deze tijd nog vele personen die deze wereld en dit samenstel van dingen aanbidden, alles in uitdaging aan Gods rechtvaardige koninkrijk. Aan de ene kant bidden zij, „Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede; gelijk in den hemel alzo ook op de aarde” (Matth. 6:10); en aan de andere kant gaan zij op hun eigen houtje te werk en ondersteunen de organisatie van de Verenigde Naties, welke volslagen strijdig is met de door God op de troon geplaatste Koning Christus Jezus. De religieaanhangers hebben steun verleend aan de huidige Verenigde Naties en de voormalige Volkenbond en ze gaan hiermede voort. Zij zijn zelfs zover gegaan dat zij hebben beweerd dat deze „Bond” de politieke uitdrukking van Gods koninkrijk op aarde was. Is het niet duidelijk dat wat zij op eigen houtje oprichten, een uitdaging aan Jehovah vormt?
-
-
’Kiest wie gij zult dienen’De Wachttoren 1956 | 1 april
-
-
’Kiest wie gij zult dienen’
1, 2. Hoe verschillen de huidige wereldleiders van de getuigen van Jehovah met betrekking tot hun respectieve denkwijzen?
HOE vreemd toch dat de hedendaagse wereldleiders geen acht hebben geslagen op de woorden van Jozua! Jozua diende immers dezelfde God die de leiders der christenheid beweren te dienen. Hij zeide: „’Vreest Jehovah en dient hem met rechtschapenheid en in waarheid en verwijdert de goden die uw voorvaderen aan de overzijde van de Rivier en in Egypte hebben gediend, en dient Jehovah. Indien het nu slecht is in uw ogen Jehovah te dienen, kiest dan heden zelf wie gij zult dienen, hetzij de goden die uw voorvaderen die aan de andere zijde van de Rivier waren, hebben gediend
-