God als een persoon
HOE moeten wij ons God voorstellen? Wel, hoe beschrijft de bijbel hem? Die schildert hem niet af als een onpersoonlijke krachtcentrale, of een abstract „hoger beginsel”, maar als een intelligente Persoon met gevoelens, sympathieën en antipathieën. Zo’n beschrijving is in overeenstemming met de gezonde rede. Waarom?
Misschien hebt u wel eens op een heldere nacht onder de sterrenhemel gestaan, net als de personen die op de volgende pagina staan afgebeeld. Kwam u met onder de indruk van de grootsheid en ordelijkheid van het uitspansel? Zou u kunnen concluderen dat louter een onpersoonlijke kracht door „blind toeval” zulk een schitterende orde heeft voortgebracht? Of is dit het werk van een intelligente geest?
De reactie van een zakenman op de vraag waarom hij in een intelligente Schepper geloofde, verschaft een redelijk antwoord:
„Er zijn ongeveer twee dagen voor nodig om een meisje in onze fabriek te laten leren hoe zij de 17 delen van een gehaktmolen in elkaar moet zetten. Het kan zijn dat deze miljoenen werelden, elk met zijn afzonderlijke baan, allemaal prachtig in evenwicht in de ruimte — het kan zijn dat ze toevallig ontstonden.
Het kan zijn dat ze zich uiteindelijk ordenden na miljarden jaren in het rond te hebben getold. Ik weet het niet; ik ben maar een eenvoudige messenfabrikant. Maar dit weet ik wel, dat u de 17 delen van een gehaktmolen de komende 17 miljard jaar in een wastobbe door elkaar kunt schudden en toch nooit een gehaktmolen zult krijgen.”
Evenals louter en alleen een met verstand begaafd persoon de delen van de gehaktmolen kan rangschikken tot een precisie-instrument, zo leidt logisch redeneren ook tot de conclusie dat ons hooggeorganiseerde universum slechts kan zijn geordend door een intelligente Persoon die beschikt over een ontzagwekkende kracht.
De bijbel stemt volledig in met deze verstandige gevolgtrekking, want hij zegt:
„Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.” — Jes. 40:26.
Aldus gaan wij door het uitspansel te onderzoeken, beseffen hoeveel waarheid opgesloten ligt in een ander commentaar over God in de bijbel: „Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.” — Rom. 1:20.
Een God van „eeuwige kracht”
Door het majestueuze universum te bestuderen, wordt men een duizelingwekkende kracht gewaar. Onze zon brengt een kolossale hoeveelheid energie voort. Toch heeft een van de sterren aan de luisterrijke nachtelijke hemel, Arcturus, een doorsnede die 24 maal die van onze zon is, waarbij zijn massa 25.600 maal zo groot is als dat van onze zon! Weer een andere ster heeft een diameter die 560 keer die van de zon is! Bedenk eens wat een energie ze bevatten. En welk een kracht hun Schepper moet hebben!
Sommige speldepuntjes licht zijn geen afzonderlijke sterren maar hele groepen van sterrenstelsels. Dit universum is zo uitgestrekt dat afstanden worden weergegeven in lichtjaren (de afstand die licht, dat een snelheid heeft van 300.000 kilometer per seconde, in één jaar aflegt, ofwel ongeveer 10.000.000.000.000 kilometer). Sommige sterren zijn in werkelijkheid miljarden lichtjaren van ons verwijderd! Met zulke verbijsterende feiten in gedachten kan men heel goed begrijpen waarom er in de bijbel in Psalm 8:3, 4 met betrekking tot God wordt gezegd:
„Wanneer ik uw hemel zie, het werk van uw vingers, de maan en de sterren die gij hebt bereid, wat is dan de sterfelijke mens, dat gij aan hem denkt en de zoon van de aardse mens dat gij voor hem zorgt?”
Ja, hoe klein en verhoudingsgewijs onbetekenend worden wij! Waarlijk, Gods „eeuwige kracht” wordt „van de schepping der wereld af duidelijk gezien”. Toch is grote kracht geen persoonlijkheidskenmerk dat ons noodzakelijkerwijs tot een persoon aantrekt. Maar wat betreft het waarnemen van Gods hoedanigheden hebben wij nog meer aspecten te beschouwen.
Een gelukkige en edelmoedige Schepper
Wanneer u de speelse capriolen van jonge poesjes gadeslaat, of otters bespiedt die over een glijbaan van modder naar beneden roetsjen en een vijver inplonzen, neemt u dan niet iets waar over hun Maker? Hij moet een gelukkige Persoon zijn. Stellig moet een God die een aap schiep zelf gevoel voor humor hebben. Let ook eens op de spontane gilletjes van verrukking als een kind naar een klein kuikentje staart! Onze waarnemingen stemmen zeker overeen met de bijbelse beschrijving van de Schepper als „de gelukkige God”. — 1 Tim. 1:11.
En wat leert u uit het feit dat de aarde duizenden variëteiten voortbrengt van zowel voedzame als verrukkelijke levensmiddelen, elk met zijn eigen speciale smaak om onze smaakpapillen te strelen? Legt zo’n overvloed geen getuigenis af van een edelmoedige Schepper? In plaats van alleen maar te voorzien in het allernoodzakelijkste voor de mens, schiep God er verrukking in verscheidenheid te maken, en zorgde hij ervoor dat er overvloed voortgebracht wordt.
„Maar wat valt er te zeggen over die plaatsen waar mensen van honger omkomen? Waar is daar zijn edelmoedigheid?” zouden enkelen kunnen vragen. Als een vrijgevige vader een heerlijk maal voor al zijn kinderen aanrecht, waarbij voldoende is voor allen, en een paar kinderen pakken inhalig het grootste deel van het voedsel, bijna niets overlatend voor de anderen, het treurige lot van deze kinderen dan worden toegeschreven aan een gebrek aan edelmoedigheid van de zijde van hun vader? Welnu, onderzoekers melden thans dat één derde van de bevolking van de aarde twee derde van de voedselproduktie van de wereld opeet.
Zou er voor allen voldoende zijn wanneer het gelijkelijk verdeeld werd? Eén verslag over dit onderwerp vermeldt:
„Het toenemend aantal ernstige voedselproblemen van de wereld komt voort uit de ongelijke verdeling van de voedselvoorraad tussen landen, in landen, en tussen gezinnen met verschillende inkomensniveaus. Wereldomvattende statistische onderzoekingen, gebaseerd op de totale hoeveelheid geproduceerd voedsel per persoon, wijzen erop dat er momenteel geen wereldomvattend tekort aan voedsel is, noch in termen van kwantiteit (calorieën), noch in kwaliteit (proteïnen).” — Rapport van de presidentiële wetenschappelijke adviescommissie van de VS, Het Wereldvoedselprobleem.
Wanneer de mens de aarde goed bewerkt, met gebruikmaking van juiste irrigatie- en landbouwmethoden, staat hij verbaasd over de produktiviteit van de aarde. Ja, deze aarde, inclusief de zeeën, wemelt gewoon van voedsel in een nooit eindigende verscheidenheid, om nog niet te spreken van de adembenemende schoonheid van ontelbare soorten bloemen en bloeiende planten.
Waarvan getuigt dit alles met betrekking tot de Schepper van al deze dingen? Hij is inderdaad een edelmoedige God, één die, zoals de bijbel zegt, in staat is ’een zegen over u uit te gieten totdat er geen gebrek meer is’. Hij kan ’zijn hand openen en de begeerte van al wat leeft verzadigen’. En vergeet niet dat hij dit niet doet om iets tastbaars terug te krijgen, maar louter uit de rijkdom van zijn edelmoedigheid. — Mal. 3:10; Ps. 145:16; 50:9-13.
Een God die te benaderen is
Voor sommige personen zou natuurlijk een hemelse God van zo’n grootheid ver weg kunnen schijnen, wat het voor hen moeilijk maakt een persoonlijke verhouding met hem op te bouwen. De bijbel zegt echter van God dat „hij eigenlijk niet ver is van een ieder van ons.” — Hand. 17:27.
In plaats van een God te zijn die moeilijk te benaderen is, zegt Jehovah God: „Ik heb mij laten zoeken door hen die niet naar mij hadden gevraagd. Ik heb mij laten vinden door hen die mij niet hadden gezocht. Ik heb gezegd: ’Hier ben ik, hier ben ik!’ tot een natie die mijn naam niet aanriep.” Wat een dringend verzoek! Hij wil dat wij tot hem naderen en dicht bij hem komen. — Jes. 65:1.
Destijds, toen de bijbel werd geschreven, spraken of getuigden gelovige aanbidders van God over hem tot anderen door hen met Gods naam, Jehovah, en met zijn persoonlijkheid bekend te maken (Jes. 43:12). God gebruikte zulke gelovigen om andere personen te helpen hem te benaderen. Hij zond zelfs zijn Zoon die naar de aarde kwam en ’God verklaarde’. De volgelingen van deze Zoon dienden als „plaatsvervangers van Christus” door tegen anderen over God te spreken waarbij zij uitlegden wat de bijbel over hem zegt. Evenzo heeft Jehovah tegenwoordig zijn getuigen. Zij bezoeken mensen thuis om met hen over God te spreken. In plaats van hun eigen filosofie ten beste te geven, laten zij zien hoe de bijbel de Almachtige beschrijft. Met hun hulp kunnen oprechte personen God werkelijk leren kennen. — Joh. 1:18; 2 Kor. 5:20.
Zij worden geholpen te begrijpen dat de onveranderlijke wetten die het universum beheersen, erop wijzen dat God een nauwkeurige Wetgever is. Zulke wetten scheppen orde. De bijbel onthult dat Jehovah God morele wetten heeft (1 Kor. 6:9, 10). Hij weet dat deze voor ’s mensen bestwil zijn en hij zou de mens kunnen dwingen ernaar te leven. Maar hij schiep de mens daarentegen met een vrije wil.
In plaats van zijn regels aan ons op te leggen zegt Gods Woord: „Kiest . . . heden zelf wie gij zult dienen.” „Ik [heb] u het leven en de dood . . . voorgelegd, de zegen en de vervloeking; en gij moet het leven kiezen, opdat gij moogt blijven leven, gij en uw nageslacht, door Jehovah lief te hebben, door naar zijn stem te luisteren en door hem aan te hangen.” — Joz. 24:15; Deut. 30:19, 20.
Let op het werkwoord „kiezen”. Hoe zou een persoon het leven kunnen kiezen als zijn lot is gepredestineerd, zoals sommigen geloven? Bovendien, hoe zou iemand zich op zijn gemak kunnen voelen terwijl hij tot een God nadert van wie hij denkt dat hij mensen eeuwig pijnigt? Maar merk op, de keus is tussen „het leven en de dood”, niet tussen het leven en de eeuwige pijniging. Zulk een God die zich zo bemind maakt, zou iemand nooit voor eeuwig op een demonische wijze folteren. Toch zal hij uit bezorgdheid voor zijn getrouwe onderdanen degenen vernietigen die weigeren volgens zijn rechtvaardige beginselen te leven. Hij voorziet liefdevol in hulp zodat wij op de hoogte kunnen raken van die beginselen en ernaar kunnen leven. Ja, de Schepper is echt te benaderen. Wat verkwikkend te weten dat wij tot hem kunnen naderen, niet omdat wij van mening zijn dat wij dit moeten, maar omdat wij dit willen! — Ps. 145:20.
Een God die wij kunnen liefhebben
Wat voor soort van persoon gaat u steeds meer liefhebben? Waarschijnlijk iemand die tedere gevoelens heeft, iemand die van u houdt en die probeert dit op vele onzelfzuchtige manieren te tonen, misschien zelfs door zich voor uw welzijn grote opofferingen te getroosten, is het niet? De bijbel laat zien dat God nu juist zo’n soort van persoon is. Het feit dat van hem gezegd wordt dat hij „zich gegriefd voelde” en ’bedroefd’ was, leert ons dat hij tedere gevoelens koestert en een intense belangstelling heeft voor anderen. — Ps. 78:38-41.
Ongeveer 6000 jaar geleden overkwam het mensengeslacht een tragedie die ons allen schade berokkende. Op aandringen van een geestelijk schepsel, Satan, dat tegen Gods regering in opstand was gekomen, waren onze eerste ouders ongehoorzaam aan Gods bekendgemaakte wet en haalden zich de straf voor die ongehoorzaamheid, de dood, op de hals. — Gen. 3:1-19.
Als hun ongeboren nageslacht erfden wij onvolmaaktheid en de dood. Onze hemelse Vader zou gerechtigd zijn geweest de hele menselijke familie in deze situatie te laten, zodat ze uiteindelijk zou uitsterven — en voor altijd zou zijn verdwenen. Wat bracht hem ertoe anders te handelen? Onzelfzuchtige liefde! Maar welk een hoge prijs betaalde hij hierbij!
Zijn wet vereiste een gelijkwaardige losprijs om iets wat verloren was gegaan te vergoeden (Deut. 19:21). Er was een volmaakt leven (van Adam) verloren gegaan. Dit maakte het noodzakelijk dat het leven van iemand die niet door onvolmaaktheid bezoedeld was, werd geofferd. Er bestonden vele geesten, engelen, en elk van hen had hiervoor gevraagd kunnen worden, maar dit gebeurde niet. Omdat God ons zozeer liefhad, zond hij „degene op wie hij . . . bijzonder gesteld was”, „zijn geliefde”, naar de aarde om mens te worden en daarna als het benodigde offer te sterven om de mensheid los te kopen (Spr. 8:30; Ef. 1:6). Wat een groot offer van Gods zijde, en hoe heilzaam voor ons! Wat een persoonlijkheid om lief te hebben!
„Wie niet liefheeft, heeft God niet leren kennen, want God is liefde. Hierdoor werd de liefde Gods in ons geval openbaar gemaakt, dat God zijn eniggeboren Zoon naar de wereld heeft uitgezonden, opdat wij door bemiddeling van hem leven zouden verwerven. De liefde bestaat in dit opzicht niet hierin dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft uitgezonden als zoenoffer voor onze zonden.” — 1 Joh. 4:8-10.
Dit is zeker een God die het verdient uit liefde te worden aanbeden. En dat brengt ons terug naar de ’weddenschap’ van Blaise Pascal, waar wij in het voorgaande artikel over spraken. Die Franse denker probeerde twijfelaars te overtuigen door als volgt te redeneren: ’Geloof in God; u hebt niets te verliezen. Als hij bestaat zullen al uw verwachtingen, hoe hoog gespannen ook, worden vervuld; als hij niet bestaat, hebt u niets verloren.’ Maar dat is niet het juiste motief om God te dienen. Pascals ’weddenschap’ is gebaseerd op eigenbelang. Hij beweerde dat geloof in God een goede speculatie is. Wat zijn enkele jaren van opoffering in ruil voor eeuwig geluk? Hoewel zijn oogmerken ongetwijfeld rechtschapen waren, onderschreef Pascal zonder het te weten het argument dat door Gods grootste vijand werd gebruikt.
Een in de bijbel opgetekend historisch verslag (Job hoofdstuk 1 en 2) over een rechtschapen man in oude tijden onthult dat Satan betoogt dat Gods schepselen hem uit eigenbelang en niet uit liefde dienen. Derhalve beweert Satan stilzwijgend dat Jehovah ondersteuning voor zijn heerschappij of soevereiniteit koopt en dat Jehovah daarom niet vrij is van omkoperij.a Maar Satan heeft het op beide punten van zijn beschuldiging mis. Jehovah regeert door liefde en zijn ware aanbidders verkiezen hem uit onzelfzuchtige liefde te dienen. Degenen die hem echt liefdevol dienen, wacht in zijn voornemen een verrukkelijke toekomst. — Ps. 84:10, 11; 110:3; Jak. 1:12.
Uw persoonlijke verhouding tot God
Voelt u na het beschouwen van deze inlichtingen de noodzaak uw eigen voorstelling van God te herzien? De bijbel schildert God af als een gelukkige, edelmoedige, beminnelijke Persoon. Ondanks zijn ontzagwekkende kracht is hij toch te benaderen. Ja, hij nodigt ons uit dicht bij hem te komen. Is dit niet de soort van God die u graag beter zou willen leren kennen? Er staat veel meer over hem in de bijbel, en Jehovah’s Getuigen zullen u dit graag kosteloos tonen.
Maak u er nooit bezorgd over of u wel „goed genoeg” bent om tot God te naderen. Zijn Woord zegt: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarachtigheid” (Ps. 145:18). Door hem in gebed oprecht aan te roepen en toe te nemen in nauwkeurige kennis van de bijbel, kunt u zijn vereisten leren kennen en de vreugde ervaren ernaar te leven. U kunt God werkelijk leren kennen en daarbij het vooruitzicht koesteren eeuwig onder de liefdevolle zorg van deze Grote Persoonlijkheid te leven. — Joh. 17:3.
[Voetnoten]
a Zie voor verdere inlichtingen hoofdstuk 5, „Waarom heeft God lijden op aarde toegelaten?” in het boek Het leven heeft wel degelijk een doel, uitgegeven door de Watch Tower Bible & Tract society.
[Illustraties op blz. 5]
De hemelen getuigen van een God wiens wijsheid verre superieur is aan die van ons
[Illustratie op blz. 7]
De produktiviteit van de aarde wijst op een edelmoedige God