Maak Jehovah’s voornemen tot uw levenswijze
1. (a) Met welke geesteshouding en hartetoestand is de mensheid thans behept? (b) Welke uitdaging waarmee zowel Ruth als Naomi werden geconfronteerd, is voor ons een inspirerende les in ijver en toewijding?
„NIET alle mensen bezitten geloof” zei de apostel Paulus (2 Thess. 3:2). Van de vele redenen waarom dit zo is, is de geest van zelfbeschikking die in onze twintigste eeuw zo sterk is geworden, wel de voornaamste. Dit verlangen zichzelf te behagen, is een religie geworden, waarbij liefde voor de Schepper in een hoek is gedrongen en het hart en de geest volkomen zijn verdorven door onverschilligheid ten aanzien van zijn voornemen. Hoe verkwikkend moet het voor Jehovah zijn, en wat een voorbeeld is het voor ons, degenen gade te slaan die onzelfzuchtig de uitdaging van Jehovah’s dienst hebben aangenomen en zijn voornemen tot hun levenswijze hebben gemaakt. Een op de voorgrond tredend voorbeeld is dat van Ruth uit de oudheid die haar eigen volk en haar huis in Moab achterliet en met haar weduwe geworden schoonmoeder Naomi mee naar Bethlehem terugkeerde. Daar zij zelf ook weduwe was, had zij heel goed de wens kunnen koesteren een man in Moab te vinden en zich in een vertrouwde omgeving te vestigen om kinderen groot te brengen. Ruths liefde voor Naomi en voor de aanbidding van Jehovah spoorde haar echter aan alles in de steek te laten en met Naomi mee terug te gaan naar Israël. In deze onbekende omgeving werd de onzelfzuchtigheid van haar liefde tot het uiterste op de proef gesteld, doch haar oprechte verlangen Jehovah’s voornemen tot haar levenswijze te maken, schraagde haar en bewoog haar ertoe deze uitdaging zonder een ogenblik te aarzelen tegemoet te treden. De afloop voor Ruth en Naomi, alsook de gebeurtenissen die ertoe leidden, zijn voor ons een inspirerende les in ijver en toewijding.
2, 3. Waarop heeft de terugkeer van Naomi naar haar vaderland met Ruth in deze tijd betrekking?
2 Het is de tijd van de gerstoogst, en dit betekent dat de Paschaviering voorbij is. Het is lente; de winterregens zijn voorbij en nu valt er in Bethlehem-Juda iets te oogsten. Na tien lange jaren van hongersnood is het weer de plaats van brood. Naomi had die jaren in Moab doorgebracht, waar zij haar man, Elimélech, en haar beide zoons had verloren. Een van haar zoons heette Machlon, Ruths man. Nu is Naomi weer thuis, met Ruth. Gods gunst rust op hen. Zij zijn weer met Naomi’s volk in haar vaderland vergaderd; zij zijn terug in Naomi’s erfelijke bezitting (Ruth 1:22). Waarop heeft dit in deze tijd betrekking? In het historische tegenbeeld van deze tijd vestigt dit de aandacht op Jezus’ woorden dat alle uitverkorenen, het overblijfsel van zijn onder leiding van de engelen gezalfde discipelen, opnieuw bijeenvergaderd zouden worden. Wanneer? Nadat Babylon de Grote (het wereldrijk van valse religie) door de tegenbeeldige Cyrus de Grote ten val gebracht zou zijn. Daarna brak de tijd aan dat Jezus’ profetie betreffende het einde van het samenstel van dingen in vervulling zou gaan. — Matth. 24:29-31.
3 Jesaja 12:1, 2 spreekt over de vreugde die er zou heersen ten tijde dat het overblijfsel uit Babylon de Grote bevrijd en weer vergaderd zou zijn: „En op die dag zult gij stellig zeggen: ’Ik zal u danken, o Jehovah, want hoewel gij vertoornd op mij werdt, heeft uw toorn zich geleidelijk afgewend, en gij zijt mij gaan vertroosten. Zie! God is mijn redding. Ik zal vertrouwen en niet in angst verkeren; want Jah Jehovah is mijn sterkte en mijn macht, en hij werd mij tot redding.’” Deze woorden werden, te beginnen in 1919, door het Naomi-overblijfsel herhaald toen zij, in overeenstemming met Gods voornemen voor hen, in zijn gunst en dienst werden hersteld.
IJVER IN DE OOGST BLIJKT VRUCHTEN AF TE WERPEN
4. Op grond van welke voorziening in Israël tracht Ruth bij te dragen in Naomi’s levensonderhoud, en hoe wordt haar liefdewerk beloond?
4 In het dramatische voorbeeld was nu de gerstoogst aan de gang. Ruth woonde bij haar schoonmoeder in, doch zij wilde haar niet tot last zijn. Zij wilde bijdragen in Naomi’s levensonderhoud. Met Naomi’s toestemming trok zij derhalve voordeel van Israëls oogstwet (Lev. 19:9, 10) en „zij [ging] heen en kwam op het veld en ging op het veld achter de oogsters aan aren lezen. Zo kwam zij bij toeval op het stuk veld terecht dat aan Boaz behoorde, die uit de familie van Elimélech was” (Ruth 2:1-3). Boaz was een ware aanbidder van Jehovah en eerbiedigde Jehovah’s wet (Ruth 2:4-7). Als hij verneemt wie Ruth is, treft hij regelingen dat Ruth in zijn velden kan blijven werken, zowel gedurende de hele gerstoogst als de hierop volgende tarweoogst, die tot na het pinksterfeest in de maand mei zou duren. Hierbij zegt hij tot Ruth: „Mij is uitvoerig verslag uitgebracht van alles wat gij na de dood van uw man voor uw schoonmoeder hebt gedaan, en hoe gij voorts uw vader en uw moeder en het land van uw verwanten hebt verlaten en naar een volk zijt gegaan dat gij voordien niet hadt gekend. Moge Jehovah uw handelwijze belonen, en moogt gij een volmaakt loon krijgen van Jehovah, de God van Israël, onder wiens vleugels gij toevlucht zijt komen zoeken” (Ruth 2:8-13). Als hij Ruth met deze regeling begunstigt, heeft hij haar schoonmoeder, de bejaarde Naomi, in gedachte, die er eveneens wel bij zal varen.
5, 6. Wat wordt afgebeeld door het feit dat Ruth zich in het oogstwerk bij Naomi aansluit?
5 De dramatische gebeurtenissen van de tijd waarin dit in vervulling gaat, komen overeen met wat Jezus heeft gezegd: „Het veld is de wereld . . . De oogst is een besluit van een samenstel van dingen, en de oogsters zijn engelen” (Matth. 13:38, 39). De leden van de bruid van Christus waren in het jaar 1919 nog niet voltallig. Er moesten er nog meer bijeengebracht worden, en evenals Ruth zich bij Naomi aansloot en ijverig in het oogstwerk met haar samenwerkte, loyaal zelfs tot de dood, begon er vanaf 1919 een nieuwere aanvulling van de klasse van het overblijfsel te verschijnen. Deze aanvullende klasse werd door Ruth afgebeeld.
6 In dat jaar, op zaterdagmiddag, 6 september 1919, vond er tijdens het internationale congres in Cedar Point, Ohio, een massadoop in het Erie-meer plaats en werden meer dan 200 personen gedoopt. Dezen waren een aanvulling van het oude, oorspronkelijke Naomi-overblijfsel van de bruid van Christus. Onder de toeschouwers bevonden zich de bestuursleden van het Genootschap, die op dinsdag 25 maart van dat jaar uit de federale gevangenis te Atlanta waren vrijgelaten. Zij bevonden zich nu weer in vrijheid en werkten nog steeds ten behoeve van de Koninkrijksbelangen van de theocratische regering van Jehovah God. Drie jaar later, in 1922, werd er weer een internationaal congres in Cedar Point, Ohio, gehouden. Op zaterdag, 9 september, werden 361 personen gedoopt. Met het verstrijken van de tijd breidde de Ruth-klasse zich steeds meer uit. Evenals Ruth de Moabitische, besloot de hedendaagse Ruth-klasse nu tot het eind van Gods oogst op aarde — zowel de gerst- als de tarweoogst, zoals het profetische drama afbeeldt — ijverig met de Naomi — klasse samen te werken. En evenals Ruth, die door Boaz een voortreffelijke vrouw werd genoemd, is ook deze nieuwe aanvulling van het overblijfsel een tegenbeeldige voortreffelijke vrouw gebleken die Jehovah God exclusief is toegewijd.
RUTHS TOEWIJDING DOOR NAOMI’S HOOP BEPROEFD
7. (a) Alleen op welke manier kan Naomi haar erfelijke bezittingen op Elimélechs naam behouden en tevens een bijdrage leveren aan de koninklijke geslachtslijn die tot de beloofde Silo leidt? (b) Hoe vormt dit voor Ruth een uitdaging?
7 Door Ruths ijver en de gulheid van Boaz, hebben Naomi en Ruth nu voedsel. Naomi blijft echter een bejaarde weduwe, die de leeftijd om kinderen te krijgen te boven is, en zij heeft deze erfelijke bezitting die van haar man Elimélech was. Indien Ruth niet als tussenpersoon of plaatsvervangster optreedt, is zij hulpeloos. Naomi ziet de oplossing. Zij besluit deze bezitting te verkopen, waarbij zij vooral aan de voordelen voor Ruth denkt, die zij in deze transactie moet gebruiken. Bovendien zouden Naomi en haar schoondochter Ruth als weduwen niets kunnen bijdragen tot de koninklijke geslachtslijn in de stam Juda die tot de beloofde Silo leidt. Naomi moet een kind hebben; zij moet een aangenomen kind hebben, een kind bij Ruth in de stam Juda, aangezien die erfelijke bezitting niet uit de stam Juda kon gaan. Ruth moet daarom een man in de stam Juda trouwen ten einde de bezitting in die stam te houden. Maar eerst moet Ruth deze levenswijze tot haar levenswijze maken en afstand doen van elk eventuele verlangen een jongere man te hebben dan de bejaarde Boaz. Hoe zal zij op het voorstel reageren?
8. Hoe raadt Naomi Ruth aan deze oplossing voor hun probleem ten uitvoer te brengen, en hoe reageert Ruth hierop?
8 Naomi legt haar de uitdaging heel duidelijk voor. Zij zegt tot haar: „Mijn dochter, behoor ik niet een rustplaats voor u te zoeken, opdat het u goed moge gaan? Nu dan, is niet Boaz, bij wiens jonge vrouwen gij gebleven zijt, onze verwant? Zie! Vannacht want hij gerst op de dorsvloer. En gij moet u wassen en u met olie inwrijven en uw mantels omdoen en naar de dorsvloer afdalen. Maak u niet bekend aan de man totdat hij klaar is met eten en drinken. En het dient te geschieden dat wanneer hij zich neerlegt, gij ook nota moet nemen van de plaats waar hij zich neerlegt; en gij moet erheen gaan en zijn voeten ontbloten en u neerleggen; en hij, van zijn kant, zal u vertellen wat gij behoort te doen.” Hoe reageerde Ruth? „Daarop zei zij tot haar: ’Alles wat gij mij zegt, zal ik doen.’ Toen daalde zij af naar de dorsvloer en deed naar alles wat haar schoonmoeder haar had geboden.” — Ruth 3:1-6.
9. Hoe is Naomi door deze handelwijze te volgen net als Paulus?
9 Naomi is net als de apostel Paulus. In zijn verhouding tot de kerk of gemeente, zegt Paulus: „Ik persoonlijk heb u aan één man ten huwelijk beloofd om u als een eerbare maagd aan de Christus aan te bieden” (2 Kor. 11:2). Evenzo regelt Naomi het huwelijk van Ruth met de juiste man. Ruth gaat dus naar het veld en legt zich aan de voeten van Boaz neer. Als hij midden in de nacht wakker wordt, doet zij hem het voorstel haar tot vrouw te nemen, opdat er aan de gestorven Elimélech een nakomeling geboren kan worden. — Ruth 3:7-9.
EEN ANDERE „GOËL” KOMT TUSSENBEIDE
10. Waarom was dit geen immoreel optreden van de zijde van Naomi en Ruth, en hoe bezag Boaz Ruths voorstel tot een leviraatshuwelijk?
10 Dit was geen immoreel optreden van de zijde van Naomi en Ruth. Het gaf eenvoudig blijk van vertrouwen in de eer van degene die in de positie van losser, goël, verkeerde. Dat Boaz haar beweegreden niet verkeerd begreep of haar voorstel tot een leviraatshuwelijk niet verkeerd uitlegde als een onkuis aanbod is duidelijk uit zijn antwoord: „Daarop zei [Boaz]: ’Gezegend moogt gij zijn door Jehovah, mijn dochter. Gij hebt uw liefderijke goedheid in het laatste geval nog beter tot uitdrukking gebracht dan in het eerste geval, door niet de jonge mannen achterna te lopen, hetzij gering of rijk. Nu dan, mijn dochter, wees niet bevreesd. Alles wat gij zegt, zal ik voor u doen, want iedereen in de poort van mijn volk weet dat gij een voortreffelijke vrouw zijt. Welnu, al is het een feit dat ik een losser ben, er is ook een losser die nader verwant is dan ik. Blijf hier vannacht over, en morgenochtend moet het geschieden dat indien hij u zal lossen, voortreffelijk! Laat hij lossen. Maar indien hij geen lust heeft om u te lossen, dan zal ik u stellig lossen, ikzelf, zo waar Jehovah leeft.’” — Ruth 3:10-13.
11. (a) Waarom accepteerde Boaz niet onmiddellijk Ruths voorstel door ten opzichte van haar als losser op te treden? (b) Hoe gaat dit in het tegenbeeld op?
11 Boaz is een rechtschapen man, een man van grote zelfbeheersing en hij herinnert Ruth eraan dat er een man in de familie is die nauwer aan Naomi verwant is dan hij. Hijzelf is de neef van Naomi, terwijl deze nauwere verwant een zwager van haar is. Hij is degene die de eerste kans dient te hebben om deze erfelijke bezitting van Naomi te kopen, om als de losser, de goël, op te treden. Dit wil niet zeggen dat Boaz, na zo lang een oude vrijgezel zonder gezinsverantwoordelijkheden te zijn geweest, niet bereid is zijn plicht te doen, zelfs als dit betekent vader van een gezin te worden. Hij is bereid zijn bijdrage te leveren aan de koninklijke geslachtslijn die tot de beloofde Silo leidt van de stam Juda, waartoe Boaz behoort. Dit is in het tegenbeeld van toepassing op de Heer Jezus Christus als de hemelse goël, Losser of Loskoper. Allereerst laat hij echter toe dat degene die wordt afgebeeld door „Zo-en-zo”, de zwager van Naomi, over de Naomi- en de Ruth-klasse beschikt. Dit gaat een beproeving vormen voor het Naomi- en het Ruth-gedeelte van het overblijfsel van thans. Wie behaalt de overwinning? Wie blijft in gebreke? Het verslag vertelt het ons.
12. Hoe reageren Ruth en Naomi op het standpunt dat Boaz heeft ingenomen?
12 Ruth begeeft zich naar haar schoonmoeder voordat de eerste stralen van de ochtendzon de stad beschijnen. Zij is blij omdat zij zes maten gerst in haar omslagdoek gewikkeld heeft die Boaz haar als teken van zijn belofte heeft gegeven. Zij wordt door de bejaarde Naomi begroet met de woorden: „Wie zijt gij, mijn dochter?” De betekenis van wat Naomi zegt, begrijpend, geeft zij te kennen dat zij nog niet de vrouw van Boaz is, maar vertelt alles wat er is gebeurd en wat Boaz tegen haar heeft gezegd. Naomi zegt dan: „Blijf stil afwachten, mijn dochter, totdat gij weet hoe de zaak zal aflopen, want de man zal geen rust hebben tenzij hij de zaak vandaag tot een einde heeft gebracht.” Ruth wacht gespannen af, vol goede moed voor de toekomst; Naomi wacht in de hoop op vervulling van een heel haar leven gekoesterd verlangen. — Ruth 3:14-18.
DE LOSSER WORDT MET EEN UITDAGING GECONFRONTEERD
13. Wat deed Boaz om de zaak tot een einde te brengen?
13 Nu bereiken de gebeurtenissen op deze betekenisvolle dag snel een climax. „Wat Boaz betreft, hij ging op naar de poort en zette zich daar toen neer. En zie! de losser over wie Boaz gesproken had, kwam voorbij. Toen zei hij: ’Wijk toch ter zijde, ga toch hier zitten, Zo-en-zo.’ Hij week dus ter zijde en ging zitten. . . . Hij zei nu tot de losser: ’Het stuk veld dat aan onze broeder Elimélech behoorde, moet Naomi, die uit het veld van Moab is teruggekeerd, verkopen. Ik voor mij, ik heb gedacht dat ik het u zou onthullen, door te zeggen: „Koop het in tegenwoordigheid van de inwoners en de oudere mannen van mijn volk. Indien gij het zult lossen, los het; maar indien gij het niet zult lossen, vertel het mij toch, opdat ik het moge weten, want er is niemand anders om te lossen behalve gij, en ik kom na u.”’ Hierop zei hij: ’Ik zal het wel lossen.’” — Ruth 4:1-4.
14. Hoe reageerde „Zo-en-zo” op de uitdaging de losser te worden?
14 Ah ja, „Zo-en-zo” is bereid de bezitting te kopen; hierdoor zullen zijn eigen bezittingen in Bethlehem vermeerderen. En wat deze oude vrouw, Naomi, betreft, zij heeft het vermogen kinderen te baren verloren, zodat hij niet bang hoeft te zijn een kind bij haar te krijgen op wie de bezitting zal overgaan. Hij zal dus het hele bezit van Naomi voor zichzelf hebben, naast wat hij reeds heeft. „Toen zei Boaz: ’Op de dag dat gij het veld uit Naomi’s hand koopt, moet gij het ook van Ruth, de Moabitische, de vrouw van de gestorven man, kopen, om de naam van de gestorven man over zijn erfdeel te doen verrijzen.”’ Ah, maar dat is een andere zaak. Dit is een te grote verantwoordelijkheid; het zou de dingen wel eens ingewikkeld kunnen maken. Met deze onverwachte uitdaging geconfronteerd, geeft de losser Boaz ten antwoord: „Ik kan het voor mij niet lossen, uit vrees dat ik mijn eigen erfdeel ruïneer. Lost gij het voor u met mijn lossingsrecht, want ik kan niet lossen.” Hij trekt dus zijn sandaal uit en overhandigt deze als een bevestiging van de overeenkomst aan Boaz. — Ruth 4:5-8.
15. Welke handelwijze volgde Boaz?
15 „Zo-en-zo” is in gebreke gebleven gunstig op de uitdaging te reageren. Boaz aanvaardt de regeling echter wel, en met liefde. Hij zegt tegen de nauwere verwant en heel het volk: „Gij zijt heden getuigen dat ik alles wat aan Elimélech heeft toebehoord en alles wat aan Chiljon en Machlon heeft toebehoord, waarlijk uit de hand van Naomi koop. En ook Ruth, de Moabitische, de vrouw van Machlon, koop ik mij waarlijk tot vrouw om de naam van de gestorven man over zijn erfdeel te doen verrijzen en opdat de naam van de gestorven man niet uit het midden van zijn broeders en uit de poort van zijn plaats wordt afgesneden. Gij zijt heden getuigen.” Aldus vervult Boaz Jehovah’s voornemen met betrekking tot de verantwoordelijkheid jegens een broeder, terwijl „Zo-en-zo” in de ogen van heel het volk in de poort te schande wordt gemaakt. — Ruth 4:9-12.
16. Wie beeldt „Zo-en-zo” in deze tijd af?
16 Wie beeldt „Zo-en-zo” echter in deze tijd af? En hoe is deze uitdaging van invloed op ons, zo’n dertig eeuwen later? Daar „Zo-en-zo” Boaz een tijdlang in de weg stond, beeldt hij een klasse hier op aarde af die in de weg staat van de bruidegom, Jezus Christus, met wie zowel degenen die tot de Naomi-klasse als degenen die tot de Ruth-klasse behoren in geestelijke zin zijn verloofd. Deze „Zo-en-zo”, die de zwager van Elimélech was en de plaats van Elimélech had kunnen innemen en die een nakomeling had kunnen voortbrengen, beeldt iemand af die zijn plicht verzaakt, iemand die alleen maar voorwendt Christus te zijn, een valse profeet, voor wie de Heer Jezus Christus zijn volgelingen waarschuwde met de woorden: „Want er zullen [in de tijd van het einde] valse Christussen en valse profeten opstaan, die grote tekenen en wonderen zullen doen ten einde, indien mogelijk, zelfs de uitverkorenen [dat wil zeggen, de Naomi- en de Ruth-klasse] te misleiden” (Matth. 24:24). Dit is het geval met deze valse Christus-klasse van thans. O, zij willen de gemeente, het met de Heer Jezus Christus verloofde overblijfsel, wel veroveren en zij willen wel hun bescherming en steun hebben, maar zij willen niet de verantwoordelijkheid op zich nemen de Naomi- en de Ruth-klasse vruchtbaar te maken met Koninkrijksbelangen; dat zou te veel werk zijn. Hun eigen zelfzuchtige belangen zouden erdoor in het gedrang komen. Zij stellen geen belang in Gods koninkrijk. Zij geven de voorkeur aan de Volkenbond en nu de Verenigde Naties van deze tijd. Zij willen zich niet met de koninklijke nakomelingen van Silo, de Koning Jezus Christus, verbinden. Deze geesteshouding en handelwijze zou alleen van toepassing kunnen zijn op de geestelijken van de christenheid. Zij zijn in gebreke gebleven de uitdaging van Jehovah’s dienst en om zijn voornemen tot hun levenswijze te maken, aan te nemen. Jezus heeft ons gewaarschuwd dergelijke personen te ontvluchten! — 2 Tim. 3:5; Openb. 18:4.
AANVAARDING VAN JEHOVAH’S WEG WORDT GEZEGEND
17. Hoe worden Boaz en Ruth gezegend door de uitdaging waarmee zij worden geconfronteerd, aan te nemen, en in welk opzicht zijn Naomi’s belangen daarmee verweven?
17 Boaz daarentegen gaat, zijn belofte getrouw, een leviraatshuwelijk met Ruth aan (Ruth 4:13-15). Uit hun verbintenis is geen koning en ook niet de Silo voortgekomen; de tijd van het koninkrijk Israël was nog niet begonnen. Zij brachten echter wel iemand voort die de grootvader werd van koning David, de elfde in de geslachtslijn van Juda en met wie Jehovah een verbond voor een eeuwig Koninkrijk sloot (Matth. 1:3-6; 2 Sam. 7:12, 13), iemand in de geslachtslijn die ten slotte tot de Heer Jezus Christus, de blijvende erfgenaam van koning David, leidt (Luk. 3:23-31; 20:41-44). De belangen van Ruth en Naomi zijn volkomen met elkaar verweven. Ruth is de moeder, maar Naomi adopteert de baby en treedt als zijn verzorgster op, als was hij de zoon van haar eigen overleden man Elimélech, degene die de erfelijke bezitting van hem moet overnemen. De buren zeggen dan ook: „’Aan Naomi is een zoon geboren.’ Zij nu gaven hem de naam Obed [hetgeen „dienstknecht” of „iemand die dient” betekent]” (Ruth 4:16, 17). Door de hun voorgehouden uitdaging met Jehovah’s belangen voor ogen aan te nemen, wijden Boaz en Ruth hun leven onzelfzuchtig aan het vervullen van dat doel, en Jehovah zegent hen door hen iemand te laten voortbrengen met koninklijke vooruitzichten, inderdaad in de geslachtslijn van de beloofde Silo, wiens „scepter . . . van Juda niet [zal] wijken, noch de gebiedersstaf van tussen zijn voeten, . . . en aan [wie] . . . de gehoorzaamheid der volken [zal] behoren”. — Gen. 49:10.
18. Welke verhouding bestaat er tussen het Naomi- en het Ruth-gedeelte van het overblijfsel van thans, en wat wordt er daardoor voortgebracht?
18 Nu, in onze tijd, komen de Naomi- en de Ruth-klasse van het geestelijke overblijfsel er ten slotte voor in aanmerking de bruid van Christus, de Silo van Jakobs profetie, te worden. Zij brengen echter net zomin de gezalfde koning van Gods Messiaanse Koninkrijk voort als Boaz en Ruth dit hebben gedaan. Zij brengen echter wel een klasse voort die God dient. Evenals de jongen die aan Ruth in Bethlehem werd geboren Obed werd genoemd, hetgeen „iemand die dient” of „dienstknecht” betekent, produceren of vormen de hedendaagse Ruth-klasse en Naomi-klasse een klasse die in Jezus’ profetie in Matthéüs hoofdstuk 24 als de „getrouwe en beleidvolle slaaf”-klasse wordt beschreven. Beide gedeelten van het geestelijke overblijfsel van thans, het Naomi- en het Ruth-gedeelte, koesteren ook net zulk een innige liefde voor elkaar als de onverbrekelijke liefde van Ruth voor de oudere weduwe Naomi voor wie Ruth „beter is dan zeven zonen”. Alleen de dood kan scheiding tussen hen beiden brengen.
EEN TIJD VOOR IJVER EN TOEWIJDING
19. Welk voorbeeld van onzelfzuchtige liefde geven Ruth en Naomi degenen over wie het einde van dit samenstel is gekomen?
19 Wat een les in ijver en toewijding is er in het dramatische maar ontroerende bijbelboek Ruth te vinden! En welk een voorbeeld geven de hedendaagse Naomi-klasse en Ruth-klasse degenen die thans in de tijd van het einde van dit goddeloze samenstel van dingen leven! Dit is geen tijd om een handelwijze van zelfbeschikking te gaan volgen en wegens zelfzuchtige belangen of bezigheden de voorkeur te geven aan een eigen gekozen weg. Het is er thans ook niet de tijd voor om onverschillig te zijn ten opzichte van Gods voornemen dat nu een hoogtepunt voor dit samenstel van dingen nadert. Naomi besefte heus wel dat zij niet eens wist of zij wel in de geslachtslijn van Silo zou worden gebruikt, maar toch was zij bereid heel haar leven in te zetten om het mogelijk te maken. En Ruth had als jonge vrouw met een jonge man kunnen trouwen, een rijke man als zij dat had gewild of een arme man als zij van hem had gehouden, doch in plaats daarvan was zij bereid een oude man te trouwen opdat haar zoon Naomi’s zoon kon worden. Zij deden het echter beiden omdat zij Jehovah liefhadden en een aandeel wilden hebben aan het vervullen van Jehovah’s voornemen. Wat een voorbeeld van onzelfzuchtige liefde! Toch is het best mogelijk dat zowel Naomi als Ruth in hun eigen tijd en onder hun eigen volksgenoten als „doodgewone” mensen werden beschouwd.
20. Welke waarschuwing gaf Paulus, en hoe kunnen wij thans door Jehovah worden gezegend en beloond?
20 Thans leven wij in de „tijd van het einde”, de tijd waarin al deze profetieën een grootse vervulling beleven. Paulus tekende de volgende waarschuwing voor ons op: „Bovendien zeg ik dit, broeders: de overgebleven tijd is kort geworden. Laten voortaan zij . . . die van de wereld gebruik maken, [zijn] als zij die er niet ten volle gebruik van maken; want het toneel van deze wereld is bezig te veranderen” (1 Kor. 7:29-31). Indien wij denken dat wij zoals de mensen van dit samenstel van dingen kunnen leven en ons er alleen maar mee kunnen bezighouden dit leven in stand te houden, staat ons een pijnlijke ontnuchtering te wachten omdat, zoals Paulus te kennen geeft, deze wereld snel verdwijnt en er weldra helemáál niet meer in zal worden geleefd. Gezien de vooruitzichten van de Messiaanse Koninkrijkszegeningen die weldra naar heel de aarde zullen toestromen, is er thans heel veel om voor te leven, en er rest nog maar heel weinig tijd om in dit huidige goddeloze samenstel van dingen te leven. Zelfs al zouden wij alles moeten opgeven wat dit samenstel ons heeft te bieden, terwijl wij „van de wereld gebruik maken, als zij die er niet ten volle gebruik van maken”, zoals Paulus zei, wat is dit dan nòg vergeleken bij de handelwijze die Ruth en de Ruth-klasse — die reeds jaren aan het vervullen van Jehovah’s voornemen heeft besteed — hebben gevolgd? Maar evenals Jehovah zowel het Naomi- als het Ruth-gedeelte van het gezalfde overblijfsel met Koninkrijksvruchten heeft gezegend, zal hij ook een ieder zegenen die thans volledig de uitdaging van Jehovah’s dienst aanneemt en Jehovah’s voornemen tot zijn levenswijze maakt. Welke betere beloning zou iemand kunnen krijgen?
[Illustratie op blz. 280]
Ruth schonk haar baby onzelfzuchtig aan Naomi, die hem adopteerde alsof hij haar eigen zoon was; het kind werd een van de voorouders van de Messías