-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1966 | 1 juni
-
-
een voorbeeld te meer van de onbetrouwbaarheid van moderne geleerden. — 2 Sam. 3:12-16.
Er is echter een traditionele verklaring voor deze passage, gebaseerd op de wijze waarop ze in bijna alle Hebreeuwse manuscripten luidt en in de New World Translation voorkomt, en wel de volgende:
Merab, de zuster van Michal, was de vrouw van Adriël en baarde hem de vijf genoemde zonen. Daar Merab echter jong stierf, nam haar koninklijke zuster Michal, die door David was verworpen, de opvoeding van de vijf jongens op zich. Daarom werden zij de kinderen van Michal en niet die van Merab genoemd. In overeenstemming hiermee luidt de vertaling van Isaac Leeser (7de uitgave, 1922, Bloch Publishing Co.) in 2 Samuël 21:8: „En de vijf zonen van Michal, de dochter van Saul, die zij voor Adriël had grootgebracht.” Een voetnoot luidt: „Daar Michal Davids vrouw was; maar de kinderen waren die van Merab, de oudste dochter van Saul, en waren waarschijnlijk door haar zuster opgevoed.”
Men zou kunnen zeggen dat, omdat deze terechtgestelde jongens aan Michal werden toegeschreven, er nog meer smaad en schande over haar werden gebracht wegens de beledigende houding die zij tegenover haar echtgenoot, koning David, had aangenomen toen deze de Ark van Jehovah’s verbond naar de berg Sion, dicht bij zijn paleis, overbracht. En daar zij hoogstwaarschijnlijk in leven was toen deze vijf pleegkinderen van haar werden terechtgesteld, moet haar smart wel groot zijn geweest, niet alleen wegens de dood van haar neven, doch ook omdat haar werk om deze jongens groot te brengen, vruchteloos was geweest. Waarlijk, wij kunnen God niet op onze eigen manier trachten te dienen en dan nog voorspoed en geluk verwachten.
● Wat bedoelde de apostel Petrus toen hij zei dat „geen profetie der Schrift door enige eigen uitlegging ontstaat”? — E.M., V.S.
De apostel Petrus schreef met betrekking tot profetieën: „Want dit weet gij in de eerste plaats, dat geen profetie der Schrift door enige eigen uitlegging ontstaat. Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — 2 Petr. 1:20, 21.
De schrijver beschouwde niet de toepassing, betekenis of uitlegging van voordien opgetekende profetieën. De context toont aan dat hij de zekerheid van het profetische woord besprak, waarom christenen erop kunnen vertrouwen (2 Petr. 1:16-19). Vervolgens vestigde hij er de aandacht op dat zij vertrouwen in de in de Schrift opgetekende profetieën kunnen hebben omdat ze niet uit menselijke fantasie waren voortgesproten, maar hun oorsprong hadden uit Jehovah God zelf.
Om een voorbeeld te noemen: Mensen zouden uit zich zelf de politieke en sociale toestanden in een bepaald land kunnen waarnemen en, op grond van hun eigen interpretatie van de gegevens, een voorspelling met betrekking tot de toekomst kunnen doen. Een dergelijke persoonlijke interpretatie en de daaruit voortvloeiende profetie zou niet door God zijn geïnspireerd. Dit gebeurde met de vierhonderd valse profeten onder de regering van koning Achab van Israël. Toen hun werd gevraagd of Achab en Josafat tegen Ramoth in Gilead zouden strijden, profeteerden de beroepsprofeten een goede afloop voor de twee koningen (2 Kron. 18:4-11). Deze profetie kwam voort uit hun eigen interpretatie van de situatie.
In tegenstelling daarmee voorzei Jehovah’s profeet Micha dat Achab niet in vrede zou weerkeren. Ontsproot deze profetie uit zijn eigen interpretatie? Neen; alvorens met Achab te spreken, zei Micha: „Hetgeen mijn God zeggen zal, dàt zal ik spreken” (2 Kron. 18:13-27). De dood van Achab in de strijd bewees onloochenbaar dat de voorspelling van de valse profeten louter op hun eigen onvolmaakte menselijke redenatie was gegrond. Jehovah’s profeet Micha daarentegen had geen persoonlijke interpretatie van de gebeurtenissen gegeven, doch Jehovah was degene die inzake de aangelegenheden besliste, met het gevolg dat de profetie die hij bij monde van Micha gaf, nauwkeurig was en uitkwam.
Zoals dus in 2 Petrus 1:20, 21 wordt verklaard, kunnen wij vertrouwen hebben in de in de Schrift opgetekende profetieën, omdat ze niet zijn gegrond op een menselijke interpretatie van de zaken, doch hun oorsprong vinden bij God. Hij is het die, door middel van heilige geest, zijn dienstknechten ertoe bewoog ze uit te spreken en op te tekenen.
-
-
„Gods zonen der bevrijding”-districtsvergaderingenDe Wachttoren 1966 | 1 juni
-
-
„Gods zonen der bevrijding”-districtsvergaderingen
BENT u van plan dit jaar minstens een van de districtsvergaderingen van Jehovah’s getuigen te bezoeken? Voor hen die zulke plannen maken, zijn rijke zegeningen weggelegd. Te beginnen op 22 juni, te Toronto in Canada, zullen de districtsvergaderingen, getiteld „Gods zonen der bevrijding”, heel Canada bestrijken, daarna achtereenvolgens zuidelijk naar de Verenigde Staten worden verplaatst en later in het jaar en vroeg in 1967 Mexico en een flink aantal Centraal- en Zuidamerikaanse landen bereiken. In Nederland, België en andere delen van de wereld zal eveneens hetzelfde vergaderingprogramma worden geboden.
Op elk van deze vergaderingen zal door een speciale vertegenwoordiger van het Wachttorengenootschap dezelfde openbare toespraak worden gehouden. Ze zal antwoord geven op de zeer actuele vraag: „Wat heeft Gods koninkrijk sinds 1914 tot stand gebracht?”
Indien u er belang in stelt met het inzicht in Gods geopenbaarde wil en voornemens voor de hedendaagse mensheid op de hoogte te zijn, bent u van harte welkom op een van de „Gods zonen der bevrijding”-districtsvergaderingen. Volgende uitgaven van dit tijdschrift zullen meer details publiceren. Waarom zou u uw vakantie niet tot een congresvakantie maken? U zult geestelijk worden verkwikt en u verheugen in het gelukkige gezelschap van een menigte anderen die evenals u een levendige belangstelling koesteren voor Gods voornemens en zijn koninkrijk onder Christus.
-