-
Haat het kwaad — Geen mensenDe Wachttoren 1959 | 1 februari
-
-
juiste haat voor zijn slechtheid wel kunnen maken? „Dient er aan de goddeloze hulp te worden verleend, en dient gij voor hen die Jehovah haten, liefde te koesteren? Hierom is de verontwaardiging van de persoon van Jehovah tegen u.” Wanneer de haat intensief is en zich stevig en onafscheidelijk in de persoon heeft verschanst, gaat de aangelegenheid verder dan de aan de overgeërfde zonde te wijten vijandschap en onwetendheid welke met geduld en liefde kunnen worden tegemoetgetreden. „Haat ik niet wie u intens haten, o Jehovah, en walg ik niet van wie tegen u opstaan? Met een volkomen haat haat ik hen. Zij zijn mij tot ware vijanden geworden.” — 2 Kron. 19:2; Ps. 139:21, 22.
Deze onverbeterlijke personen die het gehate kwaad personifiëren, openbaren zich echter zelf. Over het algemeen kunnen en moeten wij de van God vervreemde mensheid bezien zoals Jezus dit deed: „Toen hij de scharen zag, gevoelde hij tedere genegenheid voor hen, omdat zij gestroopt en toegetakeld waren als schapen zonder herder.” Wij kunnen in liefde tot hen prediken, terwijl wij toch hun zonden haten. Het moge moeilijk schijnen het kwade, en niet de te verbeteren bedrijver er van te haten, maar wanneer u er een ogenblik bij stilstaat en op uw leven terugblikt, zult u bemerken dat u zichzelf al gedurende uw gehele leven op deze basis heeft beoordeeld. Doe het anderen evenzo. — Matth. 9:36.
-
-
„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 2De Wachttoren 1959 | 1 februari
-
-
„Uw wil geschiede op aarde” — Deel 2
Dit is het tweede vervolgartikel van het boek „Uw wil geschiede op aarde” en van Hoofdstuk 1, dat getiteld is „Wiens wil?” Wij beginnen met paragraaf 14, na het onderopschrift „Een symbolisch visioen van Hem.” Het visioen is van God afkomstig die Johannes, de zoon van Zebedeüs, de serie visioenen heeft gegeven welke als De Openbaring of De Apocalypse, het laatste boek van De Heilige Schrift, bekendstaan. De Openbaring werd Johannes door de Here Jezus Christus gegeven, die een engel had gezonden om door middel van tekenen te tonen wat er in de toekomst zou gebeuren.
14. Waar werd Johannes binnengenodigd, en waar komen wij en wat krijgen wij te zien wanneer wij hem volgen?
14 Johannes had zo juist van de verheerlijkte Jezus Christus in de hemel voor zeven christelijke gemeenten in Klein-Azië zeven boodschappen ontvangen. „Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in den hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, alsof een bazuin met mij sprak, zeide: Klim hierheen op en ik zal u tonen, wat na dezen geschieden moet” (Openb. 4:1, NBG). Volgen wij Johannes nu door deze geopende deur, die tot buiten de interplanetaire ruimte waarin door mensen gemaakte manen om de aarde heen draaien, leidde, dan komen wij als het ware in de tegenwoordigheid van de opperste, almachtige Soevereine God. Omdat wij weten dat niemand bij het zien van Gods aangezicht in leven kan blijven, verwachten wij niet dat wij zijn gedaante of ook maar iets van zijn gelaatstrekken zullen zien. Evenmin als wij een waterstofbomexplosie van dichtbij zouden kunnen doorstaan, kunnen wij het verduren hem werkelijk te aanschouwen. Wát wij door middel van Johannes’ visioen te zien krijgen, is glorieus, schitterend en oogverblindend. Er wordt ons ook getoond wat er zoal in de universele geschiedenis moet geschieden.
15. Onder de inwerking van welke kracht kwam Johannes, en wiens troon zag hij?
15 Zodra Johannes aan de uitnodiging om door de geopende deur in de hemel op te klimmen, gehoor had gegeven, begon Gods werkzame kracht of geest op hem in te werken, waardoor hij dingen kon zien die wij mensen normaal niet met
-