-
Ons voortbestaan hangt van God afDe Wachttoren 1980 | 15 april
-
-
en wíj zijn ontsnapt. Onze hulp is in de naam van Jehovah, de Maker van hemel en aarde.’” — Ps. 124:6-8.
De vijand was er als een roofdier op uit de Israëlieten te verslinden. Maar Jehovah liet niet toe dat dit gebeurde. De Israëlieten waren als een vogel die in een klapnet was gevangen. Plotseling verschafte Jehovah toen ontkoming. Gods volk had beslist gegronde reden om voor hulp naar de naam van Jehovah, dat wil zeggen, naar degene die door die naam wordt voorgesteld, op te zien. Deze Redder zal zijn volk nooit in de steek laten, want hij is de Almachtige Schepper.
Wanneer Gods dienstknechten in deze tijd grote moeilijkheden ondervinden, kunnen zij uit de woorden van deze psalm troost putten. Het kan lijken alsof zij allen van de aarde zullen vergaan. Jehovah God zal echter nooit toelaten dat de vijand zijn volk uitroeit. Er zal beslist verlichting komen.
-
-
Dankbaar dat Jehovah onze gebeden heeft verhoordDe Wachttoren 1980 | 15 april
-
-
Dankbaar dat Jehovah onze gebeden heeft verhoord
Zoals verteld door Angelo Clave
„VERHEUGT u in de hoop. Volhardt onder verdrukking. Houdt aan in het gebed.” Door deze raad voortdurend voor ogen te houden, ben ik geholpen veel vreugde te putten uit mijn leven als volle-tijddienstknecht van Jehovah. — Rom. 12:12.
Als de jongste van zes kinderen ben ik in 1936 op het Filippijnse eilandje Anda geboren, vlak bij een beroemd toeristengebied dat bekendstaat als de Honderd Eilanden in de provincie Pangasinan. Ons van hout en bamboe opgetrokken huis stond op slechts vijfhonderd meter van de zee, midden tussen prachtige bloemen en omgeven door mangabomen met heerlijke vruchten. Tragisch genoeg stierf mijn vader toen ik nog maar drie jaar oud was. Afgezien van het pijnlijke verdriet haar man verloren te hebben, was het voor mijn moeder een hele zorg ons zo goed mogelijk op te voeden. Zij bezat gelukkig nog steeds een boerderijtje, wat haar in staat stelde de graanschuur achter ons huis met een voorraad rijst te vullen. Als lid van de Filippijnse Onafhankelijke Kerk hield zij trouw vast aan haar religieuze beginselen.
In 1945, vlak nadat de Tweede Wereldoorlog de Filippijnen had geteisterd, leidde het bezoek van twee jonge vrouwen die bekendmaakten dat Gods koninkrijk de enige hoop voor de mensheid is, tot verstrekkende veranderingen. Mijn moeder had geen belangstelling, maar mijn oudere broer Presalino heette de twee getuigen van Jehovah hartelijk welkom en besprak van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat veel bijbelse onderwerpen met hen. De volgende dag nodigde Presalino
-