-
De beloningen van het dienen van één MeesterDe Wachttoren 1980 | 15 juni
-
-
met hen deelden en met hen in de dienst uittrokken.
VOORTGAAN IN DE DIENST VAN DE MEESTER
Onze zoon en dochters trouwden in drie verschillende oorden op aarde. Wij konden geen van de huwelijken bijwonen. Maar wij hebben altijd opgekeken naar onze Meester, die ons de vervulling belooft van die prachtige regel in Koninkrijkslied no. 119: „Als er niets ooit weer geliefden scheidt.”
Wij hebben in de loop der jaren onder de vele liefdevolle broeders en zusters die wij hebben leren kennen, veel vrienden gemaakt. Ervaring schenkt ons veel persoonlijke herinneringen en maakt ons wijzer. Jehovah kastijdt degenen die hij liefheeft. Wij moeten er onder gebed altijd moeite voor doen zijn schitterende naam te heiligen.
Op de leeftijd van vierenzeventig jaar werd het kringwerk te zwaar voor Jessie. Ik vroeg derhalve om ontheffing van deze dienst, en een vriendelijke broeder bood ons een kamer aan in zijn grote huis. Ik pionier nog steeds, met iets minder energie, omdat ik nu zevenenzeventig jaar oud ben. Mijn vrouw, die nu vierentachtig is, doet de huishouding en zorgt voor mij, terwijl ik het druk heb met de voorrechten die ik als opziener geniet, zoals het weiden van Jehovah’s geliefde schapen.
Wat houdt de toekomst in? De wonderbaarlijkste en geweldigste gebeurtenissen van de gehele menselijke geschiedenis. Wat zijn wij uitbundig blij over Jehovah’s belofte: „De natiën zullen moeten weten dat ik Jehovah ben”! — Ezech. 39:7.
Wat zou ik nu nog willen zeggen? Blijf nederig, wees evenwichtig en vergewis u van de belangrijkere dingen. En houd altijd in gedachte dat het dienen van de ene, ware Meester u de verzekering geeft zowel nu als voor eeuwig beloond te worden.
-
-
De zekerheid van Gods dienstknechtenDe Wachttoren 1980 | 15 juni
-
-
Psalmen
De zekerheid van Gods dienstknechten
ONDER de huidige omstandigheden is het leven erg onzeker. Ongelukken, oorlogen, revoluties, ziekte en de dood kunnen snel drastische veranderingen teweegbrengen. De zekerheid waarin iemand zich heeft verheugd, kan hem bijna van de ene dag op de andere komen te ontvallen.
Eén ding verandert echter nooit. De Allerhoogste God kan, omdat hij eeuwig is, zijn dienstknechten werkelijke zekerheid verschaffen. De geïnspireerde psalmist verklaarde: „Zij die op Jehovah vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet aan het wankelen kan worden gebracht, maar zelfs tot onbepaalde tijd blijft. Jeruzalem — zoals er bergen rondom haar zijn, zo is Jehovah rondom zijn volk van nu aan en tot onbepaalde tijd.” — Ps. 125:1, 2.
Evenals andere bergen is de letterlijke berg Sion stabiel en stevig. Degenen die volledig geloof in Jehovah God stellen, zullen net zo stevig worden gegrondvest. De Allerhoogste zal nooit toelaten dat zij wankelen en een val maken waarvan geen herstel mogelijk is. Zijn bescherming is
-