Gelukkig de barmhartigen
PERSONEN die barmhartig zijn, behoren niet altijd tot de intellectuelen, of de rijken, of de machtigen, en toch hebben zij alle reden om gelukkig te zijn. Waarom? Omdat, zoals Jezus zegt, ’hun barmhartigheid betoond zal worden’. — Matth. 5:7, NW.
„Barmhartigheid” is een vertaling van het Latijnse woord misericordia. In feite is misericordia samengesteld uit twee woorden, namelijk misereans, dat „medelijden tonend” betekent, en cor, dat „hart” betekent. Gecombineerd betekenen deze woorden „hartepijn”. Het woord „barmhartigheid” houdt dus deelneming met het lijden van een ander, waardoor het hart wordt geroerd, in. Het duidt op het zich verplaatsen in de ellendige omstandigheden van anderen en het goedaardig achterwege laten van een gerechtvaardigde berisping of straf.
Barmhartigheid is een van Gods belangrijke eigenschappen. Hij wordt de „Vader der barmhartigheden” genoemd (2 Kor. 1:3). Er wordt ons verteld dat hij behagen schept in barmhartigheid en dat „zijn barmhartigheid . . . over al zijn werken” is (Ps. 145:9). Toen Jehovah Adam en Eva toestond na hun opzettelijke ongehoorzaamheid kinderen voort te brengen en daarna in een losprijs voorzag waardoor de gelovigen onder hun nakomelingen, hoewel zij nu onvolmaakt waren, eeuwig leven zouden kunnen verwerven, was dit een uiting van goddelijke barmhartigheid. De apostel Paulus vertelt ons dat hij op een bijzondere wijze Gods barmhartigheid heeft gesmaakt, en in hetzelfde hoofdstuk van de bijbel noemt hij deze barmhartige God een „gelukkige God” (1 Tim. 1:11, 13-16, NW). God is gelukkig omdat hij de mens zijn barmhartigheden niet met tegenzin betoont, maar hierbij juist van een overvloedige milddadigheid blijk geeft.
Omdat God barmhartig is, dient ook de mens barmhartigheid te betonen. De barmhartigheid van God dient een voorbeeld en bron van inspiratie voor de barmhartigheid van de mens te zijn. Jezus wees hierop toen hij de mensen vertelde dat zij hun vijanden moeten liefhebben, goed moeten doen jegens degenen die hen haten, degenen die hen vervloeken, moeten zegenen, voor degenen moeten bidden die hen kwetsen, personen die hen slaan de andere wang moeten toekeren, aan degenen die ergens om vragen iets moeten geven en zonder rente moeten lenen. Hij voegde hieraan toe: „Uw loon zal groot zijn en gij zult kinderen van den Allerhoogste zijn, want Hij is goed jegens de ondankbaren en bozen. Weest barmhartig, gelijk uw Vader barmhartig is” (Luk. 6:27-36). God is het Voorbeeld, en van schepselen wordt verwacht dat zij hem in het betonen van goedheid en barmhartigheid zullen navolgen.
De voornaamste beweegreden voor het betonen van barmhartigheid, hetzij jegens iemand die schuldig is of jegens iemand die in behoeftige omstandigheden verkeert, wordt echter niet eenvoudig gevormd door het feit dat wij niet weten hoe spoedig wij zelf barmhartigheid nodig zullen hebben; het is veeleer een uitdrukking van dankbaarheid jegens God voor de barmhartigheid die hij ons verleend heeft. Onze uiting van barmhartigheid is een middel om God dank te zeggen.
WERKEN VAN BARMHARTIGHEID
Jezus leerde de mensen barmhartig te zijn. Dit was in Jezus’ tijd echter niets nieuws, want reeds in de dagen van Mozes was positieve barmhartigheid jegens een vijand geboden: „Wanneer gij een verdwaald rund of ezel van uw vijand aantreft, zult gij ze hem zeker terugbrengen. Wanneer gij den ezel van uw vijand onder zijn last ziet bezwijken, zult gij dit niet onverschillig aan hem overlaten. Gij zult hem zeker helpen met afladen” (Ex. 23:4, 5). Door aldus de aandacht te vestigen op het op goedaardige wijze behandelen van vijanden wanneer dezen in moeilijkheden verkeerden, leerde Jehovah de mens onder alle omstandigheden jegens iedereen barmhartig te zijn. Want indien wij barmhartig zijn jegens vijanden, zullen wij toch beslist des te meer geneigd zijn barmhartigheid te betonen jegens vrienden, buren en personen die ons lief zijn! — Rom. 12:17-21; Micha 6:8.
Het leven biedt overvloedig veel gelegenheden tot het betonen van barmhartigheid. Een zoon breekt een van de beitels van zijn vader maar vraagt om vergeving. De vader betoont barmhartigheid. Een rechter wordt bewogen door de tranen van een huilende moeder en verandert het vonnis in een voorwaardelijke veroordeling. Een man mishandelt zijn vrouw en de vrouw haar man in zwakke ogenblikken. Zij hebben er spijt van, vergeven elkaar en zijn barmhartig. Zovele fouten in het leven kunnen door zulk een barmhartigheid geheel worden bedekt.
Toch houdt barmhartigheid respect voor autoriteit, wetten en Gods heerlijkheid in. Ze zoekt het goede, maar ziet geen luiheid en opzettelijke fouten over het hoofd. Iemand die slecht is toe te staan met het slechte door te gaan, is geen barmhartigheid. Barmhartigheid heeft niets met nalatigheid uitstaande.
Iemand die in de ware zin van het woord barmhartigheid betoont, doet meer dan louter iemands fysieke omstandigheden in aanmerking nemen; hij besteedt aandacht aan iemands geestelijke welzijn. Jezus zei: „De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven” (Joh. 6:63). Wanneer men dus degenen die twijfelen met zijn Woord der waarheid sterkt en de bedroefden met zijn beloften inzake een opstanding en leven in de nieuwe wereld troost, verricht men daden van barmhartigheid die zelfs nog belangrijker zijn dan het voorzien in de stoffelijke behoeften.
Ook al bent u niet altijd in staat daden van barmhartigheid te verrichten, u dient niet te vergeten dat er van barmhartige woorden kracht uitgaat. „Zachtheid van tong is een boom des levens” (Spr. 15:4). Toen een Russische dichter en hervormer tegen een bedelaar zei: „Wees niet boos op mij, vriend; ik heb niets bij mij wat ik je zou kunnen geven!”, antwoordde deze: „U hebt mij reeds meer gegeven dan ik verdien. U hebt mij vriend genoemd — dat was een prachtig geschenk.”
Daarnaast dienen wij ook barmhartig te zijn in onze gedachten betreffende anderen. Vriendelijke daden gepaard met onvriendelijke gedachten zijn huichelachtig en daarmee is niemand gebaat. Daarentegen worden door vriendelijke gedachten die met voortreffelijke werken gepaard gaan, allen die erbij zijn betrokken, gezegend. Het goede van iemand denken en goed doen behoren tot de zuiverste genoegens die er ter wereld bestaan. Jezus merkte hierover op: „Het is gelukkiger te geven dan te ontvangen.” — Hand. 20:35, NW.
Wat voor barmhartigheid zal personen die nooit iets vergeven betoond worden? God verzekert echter dat iemand die barmhartigheid betoont, barmhartigheid betoond zal worden. Voor hem is er alle reden gelukkig te zijn!