Psalmen
Waarom is het goed dankbaar te zijn?
DE HEILIGE SCHRIFT moedigt ons herhaaldelijk aan ons dankbare personen te betonen. Een houding waaruit waardering spreekt, bouwt anderen op, bevordert vrede en maakt ons zelf gelukkiger. Hoe anders is het met ondankbare personen gesteld! Hun veelvuldige geklaag en hun zelfzuchtige geest geven aanleiding tot ontmoediging en gekwetste gevoelens.
De dankbare geesteshouding die wij moeten trachten aan te kweken, wordt in Psalm 92 beschreven. Deze psalm onthult eveneens waarom het juist en heilzaam is een houding aan te kweken waaruit waardering spreekt. Wij lezen: „Het is goed, Jehovah dank te brengen en uw naam te bezingen met melodieën, o Allerhoogste; in de morgen over uw liefderijke goedheid te vertellen en over uw getrouwheid in de nachten, op een tiensnarig instrument en op de luit, door weerklinkende muziek op de harp. Want gij hebt mij vreugde verschaft, o Jehovah, vanwege uw activiteit; vanwege de werken van uw handen hef ik een vreugdegeroep aan.” — Ps. 92:1-4.
De eerste woorden van Psalm 92 verschaffen reeds een krachtige reden om Jehovah dankbaar te zijn. Het is „goed”, dat wil zeggen, juist, passend, betamelijk. De Allerhoogste verdient onze dankbaarheid, want hij is onze Levengever en hij heeft voorzien in datgene wat nodig is om het leven in stand te houden en ons eeuwige geluk en welzijn te verzekeren. Bovendien heeft een waarderende houding een weldadige uitwerking op ons. Ondankbare personen zijn nooit gelukkig.
Behalve dat wij onze dankbaarheid in gebed tot uitdrukking brengen, kunnen wij onze stem ook in een lied verheffen, onder begeleiding van muziek. Op deze wijze kunnen wij Gods naam, dat wil zeggen, Degene die door die naam wordt vertegenwoordigd, bezingen met melodieën.
Het is inderdaad passend onze dag te beginnen met een uiting van dankbaarheid voor Jehovah’s liefderijke goedheid, zijn actieve meedogende belangstelling. Vóór ons ligt weer een dag van leven, waarop wij onze hemelse Vader kunnen loven. Wanneer wij ’s morgens met zo’n waarderende houding opstaan, kan dit ons helpen de dag te gebruiken om lof en eer aan Jehovah te brengen. Wij zullen er dan naar streven de bijbelse vermaning in acht te nemen: „Hetzij gij . . . eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid” (1 Kor. 10:31). Tijdens de periodes dat wij ’s nachts wakker zijn en voordat wij naar bed gaan, doen wij er goed aan Jehovah’s „getrouwheid”, zijn waarheidlievendheid, zijn betrouwbaarheid als vervuller van zijn woord van belofte, te overdenken. Wij kunnen hem bedanken voor de zegeningen van die dag, die bevestigen dat hij een God van getrouwheid is. Wanneer wij aan het eind van de dag en ook ’s nachts zo vervuld zijn van waardering, kan dit ons rustig stemmen, hetgeen ertoe bijdraagt dat wij van een vredige slaap genieten. Natuurlijk bieden niet alleen de dagelijkse zegeningen een gelegenheid om Jehovah God te loven, maar al zijn activiteiten of bemoeienissen met zijn volk geven reden tot vreugde. Tot Gods werken, waarin wij vreugde dienen te scheppen, behoren zijn scheppingswerken en zijn reddingsdaden.
Sprekend over Jehovah’s werken en gedachten, vervolgt de psalmist: „Hoe groot zijn uw werken, o Jehovah! Zeer diep zijn uw gedachten” (Ps. 92:5). Zowel Jehovah’s scheppingswerken als zijn reddingsdaden zijn groot, verbazingwekkend. Omdat zijn gedachten diep zijn, zijn ze niet gemakkelijk te begrijpen. Er is meer voor nodig dan alleen maar naar de uiterlijke schijn van dingen te kijken. Wanneer het gaat om de redenen voor datgene wat Jehovah doet en toelaat, kunnen personen die redeloos als dieren zijn of die moreel verdorven zijn, deze eenvoudig niet begrijpen. Het is zoals de psalmist verklaarde: „Geen redeloze man zelf kan ze weten, en niemand die verstandeloos is, kan dit begrijpen.” — Ps. 92:6; Jud. 10.
Hoewel rechtvaardige personen een tijdlang lijden kunnen ondergaan, werkt de Almachtige aan de verwezenlijking van zijn grootse voornemen hen te zegenen. Merk op hoe dit in de verzen 7 tot en met 15 van Psalm 92 wordt beklemtoond, waar wij lezen:
„Wanneer de goddelozen uitspruiten als de plantengroei en alle beoefenaars van wat schadelijk is bloeien, is het opdat zij voor eeuwig verdelgd worden. Maar gij zijt tot onbepaalde tijd in den hoge, o Jehovah, want zie! uw vijanden, o Jehovah, want zie! uw eigen vijanden zullen vergaan; alle beoefenaars van wat schadelijk is, zullen van elkaar worden gescheiden. Maar gij zult mijn hoorn verhogen als die van een wilde stier; ik zal mij bevochtigen met verse olie. En mijn oog zal op mijn vijanden zien; mijn oren zullen juist over degenen horen die tegen mij opstaan, de boosdoeners. De rechtváárdige zal bloeien als een palmboom; als een ceder op de Libanon zal hij groot worden. Zij die geplant zijn in het huis van Jehovah, in de voorhoven van onze God, zij zullen bloeien. Zij zullen nog blijven gedijen in de grijsheid, vet en fris zullen zij blijven om te vertellen dat Jehovah oprecht is. Hij is mijn Rots, in wie geen onrechtvaardigheid is.”
Niets ontsnapt aan de aandacht van Jehovah, die in de hoogste hemelen woont. De tijd zal komen dat de goddelozen niet langer zullen „bloeien”, floreren of voorspoed genieten, maar aan hun einde zullen komen. De psalmist spreekt klaarblijkelijk voor Gods dienstknechten als groep wanneer hij zegt dat zijn „hoorn”, zijn kracht, door Jehovah verhoogd zal worden en dat hij zichzelf zou inwrijven met olie, waardoor verkwikking en vreugde worden voorgesteld. Terwijl de goddelozen vergaan zouden de van waardering vervulde werkers van rechtvaardigheid weelderig bloeien als palmbomen en machtige ceders van de Libanon. Als toegewijde aanbidders van Jehovah zijn zij als het ware in het huis van Jehovah geplant. Hij is de bron waaruit zij, als uit de heilige grond van het heiligdom, hun voedsel putten. Zelfs op hoge leeftijd zullen zij gedijen als bomen die een lange tijd leven. Zij zullen werkelijk vet en fris zijn, en zich in kracht en gezondheid verheugen. Tijdens hun leven zullen zij getuigen van Jehovah’s oprechtheid, zijn getrouwheid aan zijn woord van belofte. De Allerhoogste is een betrouwbare „Rots”, een plaats waar men stabiliteit, zekerheid en bescherming kan vinden. Hij is volkomen rechtvaardig.
Mogen wij ons daarom dankbaar betonen jegens Jehovah. Dit zal ertoe leiden dat wij thans een gelukkig en tevreden leven genieten, met een eeuwige toekomst in het vooruitzicht.