Jonge mensen vragen . . .
„Eerlijk duurt het langst” — Is dat nu echt zo?
NIET lang geleden werd er op een Amerikaanse universiteit een enquête gehouden waaruit bleek dat meer dan een derde van de jongerejaars minstens één keer had gespiekt bij examens. En bedrieglijke praktijken blijven niet beperkt tot studenten. Een ander onderzoek onthulde dat professoren onverdiend hoge cijfers uitdeelden om hun eigen populariteit of hun budget te beschermen.
In Japan verkocht iemand kopieën van het toelatingsexamen van een universiteit — niet aan de studenten, maar aan hun ouders, die er alles voor over hadden dat hun kinderen tot die speciale universiteit toegelaten zouden worden. De prijs voor die examenopgaven? Tien miljoen yen per kind (ƒ 100.000)! Een administrateur van het universiteitsbureau, die onder verdenking stond, heeft het politieonderzoek niet onder de ogen willen zien en heeft zich in Tokio voor een trein gegooid.
Het schijnt dat noch ouders, noch studenten, noch docenten ervan uitgaan dat ’eerlijk het langst duurt’. Hoe denk jij erover?
Toegegeven, met wat oneerlijkheid kan iemand zich misschien op een gemakkelijke manier uit de moeilijkheden redden, maar wat zijn de gevolgen op langere termijn? Heeft jouw school zwemmen op het lesrooster staan? Gesteld nu dat je op een of andere manier weet te knoeien met de regels en nooit leert zwemmen. Zul je je de volgende zomer dan een hele piet voelen als iedereen zich amuseert in het water en jij op de kant staat? Als je in het zwembad wordt geduwd, kun je met al je slimmigheid nog verdrinken ook!
Knoeien met opdrachten voor rekenen of lezen hoeft dan niet zulke dramatische gevolgen te hebben, maar kan even nadelig zijn. Geen stuk papier zal je helpen lange tijd een baan te behouden waarvoor je de bekwaamheid niet hebt. Als je begint te „zinken” in de arbeidsmarkt, is een diploma dat je door spieken hebt verkregen, niet zo’n best „zwemvest”.
Er bestaat nog een belangrijkere reden om niet bedrieglijk te handelen — je verhouding tot God. Heb je de zaak wel eens in dat licht bezien?
De bijbel heeft heel wat te zeggen over het soort van mensen waarvan God houdt en dat hij als zijn vrienden wil hebben. In Psalm 15 wordt gezegd: „O Jehovah, wie zal een gast zijn in uw tent? Wie zal op uw heilige berg verblijven?” — Vers 1.
Het antwoord op die vraag is te vinden in de volgende vier verzen van de psalm. Laten wij ze beschouwen.
„Hij die onberispelijk wandelt en rechtvaardigheid oefent en de waarheid spreekt in zijn hart” (vers 2). Lijkt dat op een winkeldief of iemand die spiekt? Is dat de beschrijving van iemand die tegen zijn ouders liegt of een bepaalde schijn handhaaft, voorwendend dat hij iemand is die hij in werkelijkheid niet is? Integendeel! Als je een vriend van God wilt zijn, zul je eerlijk moeten zijn, niet alleen in je daden maar ook in je hart. Je beweegredenen moeten zuiver zijn.
„Hij heeft met zijn tong niet gelasterd. Zijn metgezel heeft hij niets kwaads aangedaan, en geen smaad heeft hij opgenomen tegen zijn intieme kennis” (vers 3). Bedrieglijk handelen is niet de enige vorm van oneerlijkheid. Heb je ooit meegedaan met een groepje jongeren die onvriendelijke opmerkingen over een ander maakten, hem ’kraakten’? Over het algemeen zijn dergelijke opmerkingen overdreven en niet fair — oneerlijk! Als je de wilskracht ontwikkelt om je buiten zulke gesprekken te houden, kan dat een gunstige uitwerking hebben op je verhouding tot God.
„In zijn ogen wordt de verachtelijke stellig verworpen. Maar aan hen die Jehovah vrezen, bewijst hij eer. Hij heeft gezworen met betrekking tot wat slecht is voor hemzelf, en toch verandert hij het niet” (vers 4). Goede omgang zal je helpen oneerlijkheid te vermijden. Als je vriendschap aanknoopt met jongeren die liegen en bedriegen, zullen zij van jou verwachten dat je dat ook doet. Vaak zullen dit soort jonge mensen opscheppen over hun wapenfeiten, zich met elkaar vergelijkend en elkaar uitdagend tot nog onbeschaamder daden. Ze vinden elkaar misschien heel slim en bewonderenswaardig, maar hoe denk je dat God hen beziet?
Heb je opgemerkt dat God waardering heeft voor mensen die hun woord houden? Dat is een belangrijk facet van eerlijkheid. Misschien heb je beloofd deze zaterdag te helpen bij allerlei werkzaamheden in en rond het huis, maar nu ben je uitgenodigd voor een spelletje voetbal op de middag. Dat betekent dat je hebt ’gezworen met betrekking tot wat slecht is voor jezelf’. Wel, wat ga je nu doen? Word je je woord ontrouw en laat je je ouders met het werk zitten, terwijl jij met je vrienden meegaat, of zul je je woord houden?
Bedenk dat Jehovah altijd zijn beloften aan de mensheid heeft gehouden, al heeft het hem ook heel veel gekost. In de hof van Eden beloofde hij een bevrijder te verschaffen die ’in de hiel verbrijzeld zou worden’ maar die de gehoorzame mensheid van hun zondige toestand zou loskopen (Gen. 3:15). Jehovah heeft die belofte gehouden, hoewel hij daarvoor moest toelaten dat zijn innig geliefde Zoon aan een martelpaal stierf, iets dat God ongetwijfeld heel veel leed heeft gedaan (Rom. 8:32). Geen wonder dat Jehovah waardering heeft voor mensen die hun woord houden!
„Zijn geld heeft hij niet tegen rente gegeven, en steekpenningen tegen de onschuldige heeft hij niet aangenomen. Wie deze dingen doet, zal nimmer aan het wankelen worden gebracht” (vers 5). Is het niet waar dat hebzucht een belangrijke reden is voor bedrieglijke praktijken en oneerlijkheid? Leerlingen die spieken bij een toets of examen, laten zich aandrijven door hebzucht, omdat zij een cijfer willen hebben dat zij niet dank zij hard werken verdienen. Mensen die steekpenningen aanpakken, plaatsen geld boven rechtvaardigheid. God wil dergelijke mensen niet als zijn vrienden!
Natuurlijk zullen er personen zijn die zeggen: ’Je moet wel oneerlijk zijn om vooruit te komen in de wereld.’ Zij kunnen hun bewering illustreren met heel wat politici en mensen in de zakenwereld die het niet zo nauw nemen. Maar hoe duurzaam is het succes van dergelijke mensen? Van de ene dag op de andere kunnen zij de invloed en het respect die zij in een heel leven hebben opgebouwd, verliezen.
’Maar die oneerlijke lieden dan die nooit betrapt worden?’ kunnen jongeren vragen. Maar wie weten zij nu eigenlijk een rad voor de ogen te draaien? Zij kunnen God niet bedriegen, is het wel? Neen, zij bedriegen zichzelf. Zij beseffen niet hoe kort hun „succes” in werkelijkheid is. „Betoon u niet verhit over de boosdoeners”, adviseert de bijbelschrijver. „Wees niet afgunstig op hen die onrechtvaardigheid bedrijven. Want als gras zullen zij snel verdorren, en als groen nieuw gras zullen zij verwelken” (Ps. 37:1, 2). Wat betekenen die snel voorbijgaande glorieuze dagen in vergelijking met eeuwig leven?
En in tegenstelling daarmee, heb je opgemerkt welke belofte Gods vrienden aan het eind van Psalm 15 lezen? Zij zullen „nimmer aan het wankelen worden gebracht”. Hun eeuwige toekomst is verzekerd. Psalm 37 zegt het op deze manier: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen,daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Vers 10, 11.
Wanneer je de eeuwige voordelen van Gods vriendschap in aanmerking neemt, is het dan niet duidelijk dat er inderdaad gezegd mag worden dat eerlijk het langst duurt, omdat eerlijkheid altijd de juiste handelwijze is?
[Illustratie op blz. 25]
Zo velen doen het!
[Illustratie op blz. 26]
Heb je je tegenover je ouders ooit anders voorgedaan dan je bent?
[Illustratie op blz. 26]
En degenen dan die de straf weten te ontlopen?