-
Het komende feestmaal voor alle volkenDe Wachttoren 1965 | 15 april
-
-
en het mensengeslacht zal het nooit behoeven te verlaten. In de profetische zevenennegentigste Psalm wordt in 97 vers één (NW) tot de bewoners van de aarde gezegd: „Jehóvah is koning geworden! Dat de aarde zich verheuge. Dat de vele eilanden zich verblijden.” Wij kunnen ons zelfs ondanks de huidige wereldtoestanden verheugen.
-
-
Neem de uitnodiging voor het feestmaal aanDe Wachttoren 1965 | 15 april
-
-
Neem de uitnodiging voor het feestmaal aan
1, 2. (a) In welke stad regeerde David als koning over geheel Israël, en op wiens troon zat hij? (b) Waar is de regeerder die door koning David werd voorschaduwd gezeten, en wat zal er dus van mensen op aarde worden verlangd, willen zij van het feestmaal mogen genieten?
IN VERVULLING van de profetie in Jesaja 25:6 (NW) bereidt Jehovah der legerscharen het feestmaal voor alle volken der aarde op „deze berg”, de verheven plaats van zijn hemelse koninkrijk. Op de aardse berg Sion van drieduizend jaar geleden en in de toenmalige stad Jeruzalem regeerde koning David in Jehovah’s naam. Hij vertegenwoordigde Jehovah der legerscharen, die in feite Koning over de natie was, en daarom werd er van koning David op de berg Sion gezegd dat hij op „Jehovah’s troon” zat. Davids wijze zoon Salomo volgde hem op deze troon op (1 Kron. 11:4-9; 29:23 NW). Op de hemelse berg Sion zit de Zoon van God, Jezus Christus, die door koning David werd voorschaduwd, sedert het jaar 1914 van de christelijke jaartelling op de troon, ja, hij zit op Jehovah’s troon, dat wil zeggen, aan Gods rechterhand (Ps. 110:1, 2; Hand. 2:29-36; Openb. 3:21, NW). Door bemiddeling van hem recht God het feestmaal aan.
2 Om die reden moeten de volken op dit aardse grondgebied van Gods koninkrijk indien zij van het feestmaal willen genieten, hun loyaliteit, toewijding en gehoorzaamheid aan dit hemelse koninkrijk van Gods geliefde Zoon schenken. Daarvoor behoeven zij de aarde niet te verlaten en naar de hemel te gaan.
3. Voor wie heeft God dit feestmaal mogelijk gemaakt, en waarom hebben zij het nodig?
3 Jehovah der legerscharen heeft dit feestmaal voor alle volken mogelijk gemaakt door bemiddeling van zijn Zoon Jezus Christus. Hoe dan wel? Als volgt: Reeds bijna zesduizend jaar sterven alle mensen en wanneer de dood zijn intrede heeft gedaan, eten en drinken zij niet langer. Om te kunnen eten en drinken, moeten wij in leven zijn en een goede gezondheid houden. Omgekeerd moeten wij om in leven te blijven, eten en drinken. De gehele mensheid heeft zonde en dood geërfd van de eerste mens op aarde, die tegen God, de Schepper, zondigde en nog voordat hij vader was geworden Gods doodsoordeel over zich bracht (Rom. 5:12-14, NW). Omdat de eerste mens opstandig tegen zijn Schepper zondigde, werden hij en zijn vrouw uit hun volmaakte paradijstehuis in de hof van Eden verdreven, om erbuiten te sterven. Het verderven van de aarde, hongersnoden, droogte, honger en gebrek zijn derhalve een uitvloeisel van ’s mensen zondigheid. De christelijke apostel Paulus zegt dan ook: „Het loon dat de zonde betaalt, is de dood, maar de gave die God schenkt, is eeuwig leven door Christus Jezus, onze Heer.” — Rom. 6:23, NW.
-