De eerbaarheid van het huwelijk hoog houden
„Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen.” — Hebr. 13:4, NW.
1. (a) Hoe dient een huwelijk beschouwd en in stand gehouden te worden wil het een heilzame uitwerking hebben? (b) Door welke handelwijze verwerven echtparen Gods zegen en succes?
EEN huwelijk dat wordt aangegaan, dient in ere te worden gehouden als een regeling die door God zelf is ingesteld. Ook voordat het huwelijk wordt gesloten, dient het als iets eerbaars te worden beschouwd. Het huwelijk is een ernstige, verantwoordelijke aangelegenheid en heeft buiten het paradijs van Eden — waar het zijn begin vond — vele problemen met zich meegebracht, en het als iets eerbaars te bezien, zal een heilzame uitwerking hebben. Het zal ertoe bijdragen het huwelijk tot een succes te maken. Door het huwelijk dienen de man en de vrouw er werkelijk naar te streven om God te eren als de liefderijke, hemelse Vader die voorzieningen voor deze verbintenis — die een bron van het grootste geluk zou zijn geweest indien ze in het paradijs was blijven bestaan — heeft getroffen. Men zou terecht kunnen verwachten dat God de verbintenis van zo’n echtpaar dat God eerde, zou zegenen. Indien zijn wetten en regels met betrekking tot een succesvol huwelijk echter zouden worden genegeerd en geschonden, zou men Gods zegen niet kunnen verwachten doch veeleer de voltrekking van oordeel. Dit brengt stellig verdriet en lijden met zich mee. God maakte wetten waardoor alle andere dingen van zijn schepping worden bestuurd en evenzo heeft hij wetten in het leven geroepen waardoor deze als een voorrecht geschonken regeling van het huwelijk wordt bestuurd. Echtparen, of zij die een huwelijk overwegen, eren Hem door de in zijn heilige Boek, de bijbel, opgetekende en van Hem afkomstige wetten en voorschriften in aanmerking te nemen. Hierdoor zullen zij Gods zegen en succes verwerven.
2. Trouwde Jezus Christus op aarde, en wat was zijn houding ten aanzien van het huwelijk onder Gods volk?
2 Gods hemelse Zoon werd niet de mens Jezus Christus ten einde met een van de dochters die van de zondaar Adam waren afgestamd, te trouwen. Dat was niet Gods wil met betrekking tot hem. Niettemin hield Jezus het huwelijk onder Gods volk in ere. Toen hij de uitnodiging tot het bijwonen van de bruiloftsviering te Kana in Galiléa aanvaardde, verrichtte hij zijn eerste wonder op aarde — dat van het veranderen van water in de beste soort van wijn — ten einde de vreugde en blijdschap van deze gebeurtenis te verhogen (Joh. 2:1-11). Hij had het grootste respect voor deze door God getroffen regeling voor ’s mensen geluk, en hij was het die zei: „Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet” (Matth. 19:6). Hij bepleitte het ideale menselijke huwelijk en maakte dit tot de regel voor zijn volgelingen.
3. Wat zei Paulus over het huwelijk, en welke beschrijving gaf hij van het standpunt dat de christelijke gemeente ten aanzien van haar huwelijk met Christus inneemt?
3 De christelijke apostel Paulus had dezelfde hoge achting voor het huwelijk als zijn Meester, Jezus Christus, de Zoon van God. Paulus zei: „Het huwelijk zij eerbaar onder allen en het huwelijksbed zonder verontreiniging, want God zal hoereerders en overspelers oordelen” (Hebr. 13:4). In figuurlijke taal sprak Paulus over het standpunt dat de christelijke gemeente ten opzichte van het huwelijk met de verheerlijkte hemelse Jezus Christus als haar geestelijke Bruidegom inneemt. Paulus sprak de volgende woorden tot leden van deze christelijke gemeente: „Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord [van God], en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet” (Ef. 5:25-27). Hoe eerbaar moet het standpunt ten opzichte van dat grootste aller huwelijken zijn, dat van Jezus Christus en zijn getrouwe gemeente van 144.000 leden!
4. Wat zei Paulus waardoor hij er blijk van gaf dat hij zich om het succesvolle huwelijk van de christelijke gemeente bekommerde?
4 De apostel Paulus, die zich om de juiste voorbereiding en het juiste standpunt ten opzichte van het huwelijk bekommerde, schreef eveneens aan de gemeente: „Met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan één man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. Maar ik vrees, dat misschien, zoals de slang met haar sluwheid Eva verleidde, uw gedachten van de eenvoudige en loutere toewijding aan Christus afgetrokken zullen worden” (2 Kor. 11:2, 3). Nog rechtstreekser over het persoonlijke gedrag in dit opzicht sprekend, schreef Paulus ook nog: „Dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten.” — 1 Thess. 4:3-5.
5. Wat is de normale gang van zaken in verband met de lichamelijke ontwikkeling van jongens en meisjes?
5 In de normale, gewone gang van zaken gaat het in het menselijke leven zo, dat mannen met vrouwen trouwen ten einde vruchtbaar te zijn en kinderen naar hun beeld en gelijkenis voort te brengen (Gen. 5:1-3). Wanneer een jongen de leeftijd van dertien tot zestien jaar bereikt en de meisjes op een leeftijd van elf tot veertien jaar komen, ontwikkelen de voortplantingsorganen zich tot rijpheid. De jongen en het meisje bereiken wat men de puberteitsleeftijd of leeftijd van volwassenheid noemt en zij kunnen hun respectieve aandeel in het ter wereld brengen van kinderen op zich nemen.
6. Hoe dient men geslachtsorganen op de juiste wijze te beschouwen, en bezit iemand het recht om te voorkomen dat een kind ten slotte een rein huwelijk aangaat?
6 Het lag in Gods voornemen besloten dat ieder menselijk schepsel het vermogen zou bezitten om na verloop van tijd kinderen voort te brengen en aldus het geluk van een huwelijksleven te smaken en het doel ervan te dienen totdat de aarde met rechtvaardige, naar Gods beeld geschapen, volwassen mensen gevuld zou zijn (Gen. 1:26-28). Dienovereenkomstig schiep God man en vrouw met geslachtsorganen opdat deze in overeenstemming met de goddelijke wil een wonderbaarlijk doel zouden dienen. Daarom dienen deze geslachtsorganen niet als speelgoed te worden behandeld en evenmin dienen ze te worden misbruikt of verkeerd te worden gebruikt. Wil een huwelijk succesvol en gelukkig zijn, dan dient zowel vóór als na het huwelijk de juiste zorg ten aanzien van de geslachtsorganen te worden betracht. Beschouwen wij de zaken op lange termijn, dan begint de gezonde, nuttige voorbereiding van een kind voor een toekomstig huwelijk in werkelijkheid vóór de geboorte van dat kind. Ja, in dat opzicht rust er een zware verantwoordelijkheid op zijn ouders, die niet alleen aan hun kind maar ook aan hun kleinkind dienen te denken. Niemand — noch de ouders, noch personen die niet de ouders zijn — dient de gelegenheid, het voorrecht en het natuurlijke recht dat een kind heeft om een rein, eerbaar huwelijk aan te gaan, te willen bederven, en ook heeft niemand het recht hiertoe.
7. Welke juiste handelwijze zullen wij aan de dag leggen wanneer wij respect hebben voor het recht van onszelf en van anderen om een huwelijk aan te gaan?
7 Indien wij een juist respect bezitten voor ons recht en voorrecht om te trouwen, zullen wij onszelf gereed willen maken om op eerbare wijze een huwelijk aan te gaan. Wij zullen ook een juist respect voor het recht van een ander, een jongen of een meisje, een man of een vrouw, hebben om op een waardige, eerbare wijze te trouwen. Dit wil zeggen dat wij onszelf of anderen niet zouden willen verontreinigen of verderven waardoor wij ons in een onreine toestand zouden bevinden wanneer wij ons in deze eerbare gehuwde staat zouden begeven.
EEN GOED ZEDELIJK GEDRAG
8. (a) Wat dienen ouders daarom ten aanzien van hun onderzoekende, weetgierige kinderen te doen, en wat is in dit opzicht het boek dat hen het beste helpt? (b) Voor welk voorrecht mogen ouders nu hun kinderen helpen zich voor te bereiden?
8 Dit vereist van ons dat wij goede zeden ontwikkelen. Ouders of voogden dienen hun kinderen kennis van de feiten van het leven bij te brengen. De ouders kunnen dit op een reine, achtenswaardige en opbouwende wijze doen. De „goot” of een steeg in een achterbuurt is voor jongens en meisjes niet de plaats om de feiten omtrent het leven te weten te komen — ook al zijn sommige medici deze gedachte wellicht toegedaan — doch zij leren daar eerder hoe het seksuele misbruikt en verafgood kan worden, kan ontaarden en hoe men zich in perversiteiten kan uitleven. Het Boek van de Schepper zelf, de bijbel, is reeds duizenden jaren lang het beste boek op aarde dat volwassenen en kinderen in de fundamentele feiten omtrent het leven onderwijst en waarin antwoord wordt gegeven op vragen zoals hoe wij hier vanaf Adam en Eva zijn gekomen, waarom er mannen en vrouwen zijn en hoe wij ten aanzien van de huidige instandhouding en uitbreiding van het menselijke geslacht ieder persoonlijk kunnen verkiezen op een godvruchtige wijze ons deel te vervullen. Ouders en voogden dienen verstandig te zijn en de bijbel te gebruiken om de hoogstaande feiten omtrent het leven aan de weetgierige onderzoekende geest van opgroeiende kinderen te onthullen. Daardoor kunnen zij de verlagende invloed van de „goot” tegengaan. Aldus helpen zij de kinderen reeds vroeg om het juiste standpunt ten aanzien van het huwelijk in hun latere leven in te nemen. Wat een groots voorrecht bezitten ouders in deze tijd — nu het profetische Woord van God ons de hoop voor ogen stelt dat wij de universele oorlog van Armageddon kunnen overleven — om hun kinderen mogelijk op een huwelijk voor te bereiden dat zij als overlevenden van Armageddon in Gods rechtvaardige wereld, in het op aarde herstelde paradijs, kunnen aangaan!
9. Waarop moeten christenen die de vrede najagen, altijd letten, en welke handelwijze schreef Paulus hen voor te midden van een immorele wereld?
9 Allen die thans vrede najagen omdat zij een godvruchtig leven liefhebben en voor altijd onder Gods koninkrijk goede dagen willen zien, moeten voortdurend op hun zedelijk gedrag letten. Volgens de berichten die over de wereldtoestanden zijn gepubliceerd, heeft de mensheid nog nooit — tenminste sedert de immorele wereld uit Noachs dagen vóór de vloed — in een corruptere wereld geleefd. Hoererij, overspel, homoseksualiteit en bestialiteit nemen in een afschuwelijke mate toe. Negentienhonderd jaar geleden leverde de apostel Paulus commentaar op de immoraliteit in de heidense wereld en raadde hij christenen aan zich ertegen te beveiligen. Hij schreef aan medegelovigen te Korinthe in Griekenland en zei: „Wat nu datgene betreft waarover gij hebt geschreven, het is goed wanneer een man geen gemeenschap heeft met een vrouw; laat evenwel iedere man, wegens het algemeen voorkomen van hoererij, zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen echtgenoot” (1 Kor. 7:1, 2, NW). Paulus schreef een eerbaar huwelijk voor.
10. Met welke kwestie wordt men vóór en na de huwelijksvoltrekking geconfronteerd, en welke uitnodigingen tot immoraliteit worden er thans overal gedaan?
10 Met het oog op „het algemeen voorkomen van hoererij” in deze tijd, is het niet slechts een kwestie van het vermijden van hoererij vóór het huwelijk, maar ook om zich na het huwelijk van overspel te onthouden. Tegenwoordig zijn zeer veel aantrekkelijke vrouwen bereid hun lichaam te verkopen of te koop aan te bieden opdat immorele mannen op onwettige wijze hun seksuele hartstochten kunnen bevredigen. Er zijn thans zeer vele jongens en mannen die eveneens bereid zijn hun lichaam te verkopen en verwijfd te worden, „mannen die er voor tegennatuurlijke doeleinden op na worden gehouden”, ten einde de lusten van mannen te bevredigen die er de voorkeur aan geven vleselijke gemeenschap met mannen te hebben zoals een man gemeenschap heeft met een vrouw, hetgeen een „gruwel” is (1 Kor. 6:9, 10, NW; Rom. 1:27; Lev. 18:22). Door middel van een waarschuwing toont Gods Woord welke vreselijke gevolgen immoraliteit heeft.
11. (a) Wordt er door middel van immoraliteit liefde voor de naaste tot uitdrukking gebracht? Indien niet, wat dan wel? (b) Waar kan het op uitlopen wanneer men op immorele voorstellen van anderen ingaat?
11 In verband hiermee verklaart de apostel Paulus ons de betekenis van liefde, zeggende: „Wie den ander liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zult [geen overspel bedrijven], . . . en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf” (Rom. 13:8, 9; PC). Door middel van hoererij, overspel of homoseksualiteit wordt geen liefde voor de naaste tot uitdrukking gebracht. Men laat zich slechts door brandende hartstocht beheersen, hetgeen zowel op fysiek, sociaal als geestelijk gebied veel schade teweegbrengt, terwijl men er eveneens zijn geweten geweld door aandoet. In Zijn Woord waarschuwt God Zijn volk heel openhartig voor beroepsprostituées of welk meisje of welke vrouw maar ook die op dat moment de hoer wil spelen en met opzet bij het manlijke slachtoffer in ’t gevlij ziet te komen. Zich ervoor te lenen het slachtoffer van de listen van een immorele persoon te worden, is het begin van een weg die misschien in de dood — zowel een fysieke als een geestelijke dood — eindigt. De reden waarom Gods Woord iets over deze aangelegenheid te zeggen heeft, is de volgende:
12. Wat is, zoals uit Spreuken 2:16-19 blijkt, de reden waarom Gods Woord iets over deze aangelegenheid zegt?
12 „Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende [onbekend voor God] die gladde woorden spreekt, die den echtvriend van haar jeugd verlaat en het verbond van haar God vergeet [indien zij aan God opgedragen is en onder het nieuwe verbond valt dat met Gods volk is gesloten]; want haar huis zinkt weg naar den dood, haar paden voeren naar de schimmen; niet één van allen die tot haar gaan, keert weder, en zij bereiken de paden des levens niet.” — Spr. 2:16-19.
13, 14. (a) Waarom is immoraliteit niet de weg tot een leven dat pas werkelijk leven is, en voor wie dienen wij als leden van een gemeente, op onze hoede te zijn? (b) Als welke onervaren jongeling dienen wij niet te zijn?
13 Immoraliteit mag dan door losbandige mannen en vrouwen de weg naar een „wereldwijze” levenshouding worden genoemd, maar ze is niet de weg die tot de reine, zuivere en levengevende wijsheid leidt. Ze is niet de weg tot een leven dat pas werkelijk leven is. Het kan zijn dat zij die zich met immorele lieden ophouden, nimmer op het pad van hen die de weg tot het eeuwige leven bewandelen, terugkeren. Vroeg of laat komen zij wellicht in de plaats terecht waaruit zij dan niet kunnen terugkomen, de plaats waaruit terugkeer onmogelijk is, Sheol, het gemeenschappelijke graf der mensheid, of, erger nog, de plaats van eeuwige vernietiging, Gehenna. Dit is niet iets waar de wereldwijze mensen in dit penicilline-tijdperk onverschillig en onbekommerd om dienen te glimlachen. Het is iets waarover allen, zowel zij die opgroeien als de volwassenen, zij die nog maagd en ongetrouwd zijn en de gehuwden, in het licht van de duidelijk bekendgemaakte en reeds lange tijd opgetekende hemelse wijsheid dienen na te denken. Pas op voor immorele personen, zowel voor hen die zich buiten de organisatie van Gods volk bevinden als zij die er misschien maar zo’n beetje bijhangen of wellicht binnensluipen en zich voor de schijn met de organisatie verbinden. Hoed u ervoor immorele verlangens te koesteren en aan te kweken. Wees niet zoals de onervaren jongeling die het aan een goed hart, een moreel hart, een goede en reine beweegreden ontbrak, en die daardoor de gemakkelijke prooi van een slaaf van immoraliteit werd:
14 „Die over de straat ging, dicht bij haar hoek, en in de richting van haar huis stapte, in de schemering, aan den avond van den dag, ten tijde van den nacht en de donkerheid; en zie, daar ontmoet hem zulk een vrouw, in hoerenkledij en listig van hart. . . . Nu eens op de straat, dan weer op de pleinen, en bij elken hoek loert zij, en zij grijpt hem aan en kust hem; met een onbeschaamd gezicht . . . Zij haalde hem over door haar redenering, met haar gladde lippen verleidde zij hem. Argeloos liep hij haar na als een rund dat naar de slachtbank gaat, als een dwaas in boeien geslagen, totdat een pijl zijn lever doorboorde; gelijk een vogel zich haast naar het klapnet, zonder te weten, dat het tegen zijn leven gericht is.” — Spr. 7:7-23.
15. Welk beeld dienen wij ons, overeenkomstig die vergelijking, van onszelf te vormen wanneer wij door een immorele persoon worden verleid, en waar komen wij weer tot onszelf wanneer wij voor de verleiding zijn bezweken?
15 Wanneer u door een immorele persoon wordt verleid, denkt u zich dan eens in dat u als een rund met een prikkel of een ring door uw neus gedwee naar uw eigen slachting wordt gevoerd. Is het beeld grappig? Lacht u om uzelf? De lokkende woorden „Gestolen water is zoet” (Spr. 9:17), die door de immorele persoon worden geuit, kunnen misschien gedurende enkele minuten van seksuele bevrediging op aangename wijze worden vervuld, maar waar komt u dan weer tot uzelf? In een val des doods, zoals een vogel! Helaas, tot uw grote verdriet doorboort een pijl des doods uw lever. Daarna komt er smart, ja, dodelijke smart, en bovendien wordt het geweten gekweld!
16. Hoe wordt aangetoond dat de bijbel op medisch gebied juist is, wanneer hij erover spreekt dat een pijl de lever van de immorele persoon doorboort?
16 Het geïnspireerde boek Spreuken was nauwgezet, ja, bijzonder nauwkeurig wat het gezegde betreft dat een dodelijke pijl de lever van de immorele persoon doorboort. De lever is een doelwit van ziekte veroorzakende organismen. In laboratoriums is door medici ontdekt, dat het zeer kleine, kurketrekkervormige organisme dat met de verschrikkelijke geslachtsziekte syfilis genaamd, in verband wordt gebracht, dikwijls in grote aantallen in de levercellen gevonden kan worden, alhoewel het ook in de weefsels van de longen, de milt en het hart is aangetroffen. In het geval van een andere verschrikkelijke ziekte, gonorrhoe genaamd, kan de gonococcus-bacterie, die de ziekte veroorzaakt, door de bloedvaten van het lichaam worden opgenomen en worden verspreid zodat ze niet alleen de geslachtsorganen maar vrijwel elk orgaan van het menselijke lichaam aantast en doordringt in het bindweefsel dat de lever — de grootste klier in het lichaam van de mens — bekleedt, alsook in de hersenen, het ruggemerg, het hart en andere organen. De bijbel is op medisch gebied dus juist.
17. Waarmee flirt men wanneer men opzettelijk immoraliteit het hof maakt, en waaraan stelt men zich bloot?
17 Wanneer een hartstochtelijk persoon opzettelijk immoraliteit het hof maakt, flirt hij met de dood. Wanneer iemand zich onder onjuiste omstandigheden tot hartstocht laat verleiden en aan de vleiende, verhittende en listige uitnodiging en aandrang tot het bedrijven van immoraliteit toegeeft, beseft hij op dat ogenblik niet half voor welk verschrikkelijke gevaar hij bezwijkt. Hij stort ineen op de weg van ziekte, ja, gebrek aan vrede en liefde, de weg naar Sheol, het gemeenschappelijke graf der mensheid. Óf hij bekommert zich er niet om óf hij vergeet of weet niet dat hij zich eraan blootstelt de weerzinwekkende syfilis op te lopen, welke ziekte te zamen met alcoholisme en tuberculose als een van de drie grote plagen die de mensheid tegenwoordig teisteren, wordt gebrandmerkt.
18. Waarom zijn de verschijnselen van syfilis welke zich in het derde stadium van deze ziekte voordoen, van de grootste betekenis voor ons menselijke lichaam?
18 De verschijnselen van syfilis die zich in het derde stadium van deze ziekte voordoen en waarbij de hersenen, de ogen, de lever, enzovoorts, worden aangetast, zijn van de grootste betekenis voor het menselijke lichaam. Hierbij doen zich in eerste instantie dikwijls ernstige stoornissen in de hersenen en het ruggemerg voor. Beschadiging van de zenuwknopen is het meest van alles te vrezen. Deze kunnen locomotorische ataxie en algehele verlamming, parese (gedeeltelijke verlamming) of verlamming van een lengtehelft van het lichaam tot gevolg hebben. Bovendien kunnen er erfelijke gevolgen op iemands daarna geboren kinderen worden overgebracht.
19. Waarom heeft geen enkele ziekte zulk een moorddadige invloed op iemands nageslacht, als syfilis?
19 Naar men zegt, heeft ’geen enkele ziekte zulk een moorddadige invloed op het nageslacht, als syfilis’. Wanneer zowel de vader als de moeder syfilitisch zijn, wordt hun kind bijna onvermijdelijk geïnfecteerd. De eerste zwangerschappen eindigen soms in miskramen; vervolgens gebeurt het dat kinderen dood worden geboren of dat een kind bij de geboorte leeft, maar spoedig daarna sterft; dan komen er syfilitische kinderen, die zijn besmet, aangeboren zwakheden bezitten of niet levensvatbaar worden geboren, kinderen die fysiek of mentaal niet tot ontwikkeling komen, dikwijls wat zwakzinnig of zelfs idioot zijn, ja, kinderen die wangedrochten zijn. Wat een manier om een kind erop voor te bereiden het toekomstige huwelijk als iets eerbaars te bezien!
20. Waarom is een syfilitische persoon een bron van mogelijk gevaar voor anderen, en waarom maakt deze ziekte als een sociale plaag het huwelijk voor iemand die ermee besmet is, tot iets wat niet aan te raden is?
20 Iedere syfilitische persoon is een bron van mogelijk gevaar voor degene met wie zo iemand nauw in contact komt, hetzij echtgenote, echtgenoot of kinderen. Men vreest een krant of tijdschrift op te nemen of zich aan een handdoek af te drogen welke door een syfilitische persoon is gebruikt, of in zijn omgeving te zwemmen. In verband met het huwelijk staat er in The Encyclopedia Americana: „Vooral in verband met het huwelijk is de door syfilis als een sociale plaag aangerichte schade van het grootste gewicht en belang. . . . Een syfilitische man dient niet te trouwen zolang hij zijn vrouw kan besmetten of syfilitische kinderen kan verwekken. . . . De syfilitische man kan aan gevaren, de gevolgen van zijn ziekte, zijn blootgesteld die hem ongeschikt maken voor de verantwoordelijke positie van hoofd en kostwinner van een gezin. Wanneer men een huwelijk in overweging neemt, moet de mogelijke aanwezigheid van zulke ongeschikt makende omstandigheden altijd in aanmerking worden genomen.” — Deel 26, uitgave van 1929, bladzijde 180.
21. Hoe hebben geslachtsziekten zich volgens een in 1960 gehouden nationaal onderzoek in de Verenigde Staten uitgebreid?
21 Ouders, ja, kinderen, jullie ook, hier is nieuws dat jullie als een soort van barometer met betrekking tot de over de gehele aarde voorkomende geslachtsziekten kunnen beschouwen. Een in 1960 ingesteld nationaal onderzoek in de Verenigde Staten heeft aan het licht gebracht dat de geslachtsziekten in dit land zich uitbreiden. Teen-agers worden steeds meer in ziekten die met „seksuele liefde” verband houden, betrokken. Eén meisje van ongeveer dertien of veertien jaar noemde zonder blikken of blozen tachtig mannen op met wie zij seksuele omgang had gehad. Volgens het verslag is gedurende de twee jaren 1957 en 1958 het aantal kinderen van tien tot veertien jaar die een besmettelijke geslachtsziekte hebben, van 2443 tot 2793, ofte wel met 14,3 percent, gestegen. Het aantal in de groep van vijftien tot negentien jaar was met 11,4 percent toegenomen. Een hoofd van een sociale gezondheidsdienst maakte de schatting dat er in werkelijkheid 60.000 nieuwe gevallen van syfilis waren en meer dan een miljoen nieuwe gevallen van gonorrhoe, met inbegrip van een ongeteld aantal dat niet is gerapporteerd. — New York Times van 24 februari 1960.
22. Wat zei een Amerikaanse expert in federale aangelegenheden betreffende de toename van besmettelijke syfilis?
22 Op 5 april 1960 zei een Amerikaanse expert in federale aangelegenheden dat de gevallen van besmettelijke syfilis in het land in de laatste helft van 1959 vergeleken met dezelfde periode van 1958, met 42 percent waren toegenomen. De toename werd vooral in bepaalde grote steden „verschrikkelijk alarmerend” genoemd. — New York Times van 6 april 1960.
23. Waarom is het huidige gebruik van penicilline geen tegenwicht tegen venerische ziekten, en waarom is het krijgen van gonorrhoe niet bevorderlijk voor een vredig en gelukkig huwelijk?
23 Het is dwaas wanneer personen met immorele neigingen zich op de genezende kracht van penicilline verlaten om van venerische ziekten af te komen en denken dat zij risico’s kunnen nemen. Ondanks dat er tegenwoordig penicilline voorhanden is, nemen de ziekten die naar de heidense godin der seksuele liefde, Venus, zijn genoemd, toe. Men kan er niet veilig mee spelen, maar moet er zeer voor op zijn hoede zijn. Gonorrhoe wordt door doctoren niet meer, zoals voorheen, als een onschuldige, onbelangrijke kwaal beschouwd. De medische wereld beschouwt gonorrhoe thans als een van de meest geduchte huidige maatschappelijke plagen. Wordt men er ten gevolge van immoraliteit het slachtoffer van, dan is dit stellig niet bevorderlijk voor een vredig, succesvol en gelukkig huwelijk. Lijdt een van de ouders aan gonorrhoe, dan kan het gebeuren dat een kind dat uit een dergelijke zieke ouder wordt geboren, gedeeltelijk of geheel blind is. Naar schatting is bij pasgeboren kinderen tien tot twintig percent van alle blindheid aan infectie door dat micro-organisme gonococcus genaamd, te wijten.
24. Hoe ernstig kan gonorrhoe bij vrouwen worden, en hoe hoog is de prijs die men voor de immoraliteit betaalt, waardoor men met gonorrhoe besmet wordt?
24 Gonorrhoe kan bij vrouwen zo ernstig worden, dat hun hoop op kinderen er totaal door vervliegt. Gonorrhoe is een der grootste oorzaken van vrouwelijke onvruchtbaarheid. Complicaties kunnen ook bij mannen steriliteit tot gevolg hebben. Men gelooft dat manlijke huwelijkspartners met gonorrhoe voor 45 percent van de kinderloze huwelijken verantwoordelijk zijn. Zeventig percent of meer van de onvruchtbaarheid bij vrouwen wordt veroorzaakt doordat de man gonorrhoe op zijn vrouw overbrengt. De berichten wijzen uit dat elk jaar duizenden jonge, onschuldige vrouwen aldus worden besmet, waarbij de echtgenoot in vele gevallen onwetend tot de verwoesting van de gezondheid en het leven van zijn huwelijkspartner bijdraagt. Vrouwen kunnen hierdoor half invalide worden, niet in staat zijn te lopen en op andere manieren lijden ondergaan. Ten slotte kunnen zij zich verplicht voelen om ter leniging van de pijn de hulp van een chirurg in te roepen en zich door hem onvruchtbaar te laten maken doordat deze hun door God gegeven voortplantingsorganen operatief verwijdert. Indien de ziekte die hiervoor verantwoordelijk is, op immoreel gedrag van de zijde van een der huwelijkspartners of van beiden is terug te voeren, is dit inderdaad een hoge prijs die men enkel en alleen maar ter wille van voorbijgaand genot voor het overtreden van Gods wet moet betalen.
„BETER TE TROUWEN” — WANNEER EN WAAROM DAN?
25. Wanneer doet iemand die de ongehuwde staat opgeeft, goed? (b) Waarom moet iemand, ook al is hij getrouwd, in deze tijd op zijn hoede zijn?
25 In deze wereld waarin hoererij en overspel aan de orde van de dag zijn, bewandelt men volgens de raad van de apostel Paulus geen onverstandige weg wanneer men een huwelijkspartner heeft, zodat men trouwt ten einde niet te zondigen. Hij die zijn ongehuwde staat opgeeft, doet goed. Met betrekking tot ongehuwde personen zegt Paulus: „Indien zij zich echter niet kunnen beheersen, laten zij dan trouwen. Want het is beter te trouwen dan van begeerte te branden” (1 Kor. 7:2, 8, 9, 38). Besluit men stappen te doen om te gaan trouwen, dan dient dit in alle eerbaarheid te geschieden, met respect voor Gods wetten en hemelse wijsheid, opdat men zich rein en onschuldig aan hoererij, aan zijn toekomstige partner kan aanbieden. Is men een getrouwd man, dan dient men zijn huwelijksbed te eren en zich van overspel te onthouden. De beroemde Duitse arts en schrijver M.S. Nordau zei: „Ongeacht de innige liefde die wij voor een bepaalde persoon mogen koesteren, blijven wij toch gevoelig voor de invloed van het gehele geslacht.” Het observeren van enkele of vele echtparen schijnt de verklaring van deze arts te bevestigen. Ongetwijfeld dienen allen — of zij nu al dan niet getrouwd zijn — in deze tijd op hun hoede te zijn. Tot de getrouwde man of de ongetrouwde man die van plan is een huwelijk aan te gaan, wordt in Spreuken 5:15-23 het volgende gezegd:
26. Wat zegt Spreuken 5:15-23 tot getrouwde mannen en ongetrouwde mannen die van plan zijn een huwelijk aan te gaan?
26 „Drink water uit uw eigen regenbak en welwater uit uw eigen bornput [dat wil zeggen, uit uw wettige huwelijkspartner als een bron van seksueel geluk en genot]. Moeten uw bronnen [van seksuele bevrediging] op straat overstromen [waar hoeren op de loer liggen], uw waterbeken [van seksuele verkwikking] op de pleinen [waar prostituées zich tegen een prijs aanbieden]? Zij moeten voor u alleen [met uw huwelijkspartner] zijn, niet voor vreemden nevens u. Uw bron [uw bron van seksuele bevrediging] zij gezegend [niet door God vervloekt], verheug u over de vrouw uwer jeugd: een liefelijke hinde, een bekoorlijke ree; laat haar boezem [niet die van immorele vrouwen] u te allen tijde vreugdedronken maken, wees bestendig verrukt over haar liefkozingen. Waarom zoudt gij dan, mijn zoon, afdwalen naar een vreemde, den boezem van een onbekende omarmen? Want voor de ogen des HEREN liggen ieders wegen open, Hij weegt al zijn gangen. Zijn ongerechtigheden vangen den goddeloze, in de strikken zijner zonde raakt hij vast. Hij sterft, omdat tucht [discipline, NW] hem ontbreekt [omdat hij geen zelfbeheersing heeft, geen discipline aanvaardt], door zijn grote dwaasheid verdwaalt hij.”
27. (a) Met wie dient een christen zijn vrouw niet te willen aanvullen, en waarom niet? (b) Wat kunnen heimelijke ongerechtigheden van een christen voor hem met zich meebrengen, waaruit blijkt dat hij door dergelijke ongerechtigheden is gevangen?
27 Een getrouwe christen moet met zijn ene vrouw tevreden zijn. Indien een aan God opgedragen christen een vrouw wil hebben, dient hij haar op eerbare wijze te huwen. Een getrouwde christen dient niet het verlangen te koesteren zijn vrouw met andere vrouwen binnen of buiten de christelijke gemeente aan te vullen en bij hen regenbakken, bornputten, bronnen of waterbeken te hebben waaruit hij „op straat [buiten zijn eigen huis]” en buiten „op de pleinen” seksueel genot kan putten. Een ontrouwe huwelijkspartner kan dit in het geheim of in het duister trachten te doen, maar zo’n persoon bedenke dat de wegen van een aan God opgedragen christen ’voor de ogen des HEREN openliggen’ en dat Jehovah ’al zijn gangen weegt’. Niets ontgaat Jehovah als Rechter. Hij waarschuwt ons dat de heimelijke ongerechtigheden van de christen hem als een goddeloze zullen vangen. Misschien zal hij het beseffen wanneer hij bemerkt dat zijn lichaam door een schandelijke ziekte is gebrandmerkt, of dat zijn voortplantingsvermogen is gedood, of dat zijn vrouw onvruchtbaar wordt of een dood, blind, mismaakt of ziek kind ter wereld brengt.
28. Tot welk besef kan hij op pijnlijke wijze worden gebracht ten aanzien van de vrouw met wie hij immoraliteit heeft bedreven?
28 Hij kan in verband met de immorele vrouw met wie hij één vlees is geworden, op pijnlijke wijze tot het besef worden gebracht dat zij daarna „bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard [is]. Haar voeten dalen af naar den dood, haar schreden raken het dodenrijk. Opdat gij het pad des levens niet zoudt inslaan, . . . zodat gij in het laatst zoudt kermen, als uw vlees en uw lijf verteerd zijn, en gij zoudt zeggen: Hoe heb ik de tucht kunnen haten en heeft mijn hart de vermaning kunnen versmaden; waarom heb ik niet geluisterd naar de stem van mijn leermeesters, heb ik mijn oor niet geneigd naar hen die mij onderrichtten! [Heel gemakkelijk ben] ik in alle kwaad geraakt — te midden van de gemeente en de vergadering.” — Spr. 5:3-14, NW.
29. (a) Wat brengt de christen die in zedelijk opzicht op het verkeerde pad is geraakt, behalve fysieke pijn, in zijn huwelijksleven? (b) Op welk pad brengt hij zichzelf, en aan welke gramschap wordt hij onderworpen?
29 Behalve de ziekte en de smart die de immoreel geworden christen over zijn eigen vlees, zijn vrouw die één vlees met hem is en zijn toekomstige kinderen brengt, brengt hij verdeeldheid, wantrouwen en onrust in zijn huwelijksleven. Maar nog erger dan dit, hij brengt zichzelf op het pad van de geestelijke dood. Hij betaalt de prijs van de afkeuring van God, wiens ogen op zijn wegen en gangen zijn geweest. Wanneer deze hemelse Rechter de goddeloze zonder mankeren door zijn eigen ongerechtigheden laat vangen en in de strikken van zijn eigen zonde laat vastraken, brengt Jehovah hem voor zijn aardse gemeente, de christelijke vergadering, om geoordeeld te worden. Als een schande voor God en zijn gemeente wordt hij uitgesloten en wordt hij in oneer uit de gemeente geworpen, zodat hij daar terechtkomt waar de dode wereld zich bevindt. In Spreuken 22:14 wordt de waarschuwing gegeven: „De mond van vreemde vrouwen is een diepe groeve; hij, op wien de HERE vergramd is, valt daarin.” Willen wij, daar wij weten op wie Jehovah God vergramd is, zijn gramschap over ons laten komen door in de diepe groeve van immoraliteit te vallen die door de honingzoete woorden uit de mond van een immorele persoon — een vrouw of man — voor ons wordt opengesperd? Willen wij Zijn gramschap ondergaan en daardoor uit Jehovah’s reine, goedgekeurde organisatie worden gezet?
30. (a) Waar dienen wij wegens het feit dat wij ons aan God hebben opgedragen, aan te denken wanneer wij, zonder dat wij het willen, de gelegenheid krijgen om immoraliteit te bedrijven? (b) Wat zegt Paulus in verband hiermee tot een christen die aan Christus is uitgehuwelijkt?
30 Het kan zijn dat de weg tot morele onreinheid, zonder dat wij het willen, op verleidelijke wijze voor ons wordt geopend. Laten wij er dan echter aan denken wie wij zijn, omdat wij ons aan Jehovah God hebben opgedragen. Bent u een aan God opgedragen christen die door God is geroepen om een deel van de hemelse bruid van zijn Zoon Jezus Christus te vormen en derhalve iemand die aan Christus wordt uitgehuwelijkt, dan zegt Paulus tot u: „Weet gij niet, dat uw lichamen leden van Christus zijn? Zal ik dan leden van Christus wegnemen om er leden ener hoer van te maken? Volstrekt niet! Of weet gij niet, dat wie zich aan een hoer hecht, één lichaam met haar is? Want, zegt Hij [in het scheppingsverslag, opgetekend in Genesis 2:24], die twee zullen tot één vlees zijn. Maar die zich aan den Here hecht, is één geest met Hem. Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam.” — 1 Kor. 6:15-18.
31. In welke handelingen met leden van zijn geestelijke lichaam zal Christus niet toestemmen, en welke dodelijke gevolgen kan het hebben wanneer men op immorele wijze tegen zijn eigen vlees zondigt?
31 Indien dus een lid van Christus’ geestelijke lichaam immoraliteit met iemand van de andere sekse bedrijft — hetzij een man of een vrouw — tracht zo iemand een lid van Christus’ lichaam te nemen en dat in hoererij of overspel tot één vlees met de immorele persoon te maken. Denkt u dat Christus Jezus erin zal toestemmen één met een hoer of een overspelige te worden gemaakt? Geen moment! Men kan niet tegelijkertijd één vlees met een moreel onreine persoon en „één geest” met de Here Jezus Christus zijn. Door zich in seksueel opzicht één vlees te maken met de persoon die moreel vuil is, zondigt men tegen zijn eigen vlees. Iemands onzuivere, onwettige vleselijke verbintenis kan tot resultaat hebben dat men een verschrikkelijke ziekte oploopt of dat het vlees andere dodelijke gevolgen ondervindt. Dit kan onder andere inhouden dat de christelijke gemeente het immorele lid aan Satan overlevert „tot verderf van zijn vlees”, opdat de geest van de reine gemeente in de dag des Heren behouden mag blijven. Zo handelde Paulus met een bloedschendig lid van de gemeente te Korinthe in zijn tijd. „Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg”, beval de apostel op gezaghebbende wijze. — 1 Kor. 5:5, 13.
32. Waaraan dient men op soortgelijke wijze, zelfs als men zich heeft opgedragen maar niet tot het „lichaam” van Christus behoort, te denken voordat men zich aan immoraliteit overgeeft, en wat moet de Nieuwe-Wereldmaatschappij wel ten aanzien van de immorele persoon doen?
32 Zelfs al bent u geen lid van het geestelijke „lichaam van Christus”, maar hebt u zich aan God opgedragen terwijl uw hoop op zijn nieuwe wereld van rechtvaardigheid is gevestigd, denk er dan voordat u zich aan immoraliteit overgeeft, aan wat u bent. Bedenk wat het betekent uw vlees, vlees dat tot de Nieuwe-Wereldmaatschappij van Jehovah’s getuigen behoort, „één vlees” met een immorele persoon te maken! Stemt de Nieuwe-Wereldmaatschappij ermee in dat u haar tot „één vlees” of één deel met de hoereerder of overspelige persoon maakt? Geen ogenblik! Indien u geen respect voor deze maatschappij en haar goede naam hebt, zal Gods geest haar geen respect voor u in uw immorele gedrag laten hebben. Ze kan u niet tot een van haar leden rekenen, want u brengt smaad op haar en op de God wiens naam ze draagt, en op deze wijze bent u een struikelblok voor anderen.
33. Voor wie is dit iets om ernstig over na te denken, en welke methode moeten wij vermijden om te weten te komen wat de gevolgen van immoraliteit zijn?
33 Dit is iets waar vrouwelijke zendelingen in hun buitenlandse toewijzing ernstig over dienen na te denken, wanneer geraffineerd te werk gaande jongens of mannen uit deze landen, die belangstelling voor de door de zendelinge gebrachte bijbelse boodschap voorwenden, hen vurig het hof maken, waarna zij hen vervolgens, ten einde hen te vermurwen, met onjuiste, dubieuze toenaderingspogingen op de proef stellen. Dit is iets waarover jonge, aan God opgedragen christenen die de huwbare leeftijd hebben bereikt en misschien over een gelukkig, succesvol, door God gezegend huwelijk — hetzij vóór of na de strijd van Armageddon — dromen, dienen na te denken. Dit is iets waarover alle aan God opgedragen leden van de Nieuwe-Wereldmaatschappij in deze ontaarde, immorele wereld van verleiding, waarin wij moreel rechtschapen tegenover God moeten blijven, dienen na te denken. Probeer het niet „uit ervaring” te leren.
34. Tot het opzenden van welk gebed van de psalmist voelen wij ons bewogen?
34 Wanneer wij de ernst van de aangelegenheid overdenken, worden wij ertoe bewogen het gebed op te zenden dat door de psalmist werd opgezonden nadat hij een ernstige morele fout had begaan: „Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vasten geest.” — Ps. 51:12.