-
Vragen van lezersDe Wachttoren 1952 | 1 oktober
-
-
aan zouden hebben gedacht. Derhalve zijn de eersten die de laatsten worden, geheel en al buitengesloten.
● In Wat heeft de religie voor de mensheid gedaan? (Engels) wordt op bladzijde 37 Spreuken 8:22-31 aangehaald, volgens de vertaling van Moffatt, in welke vertaling Jehovah’s eniggeboren Zoon „zijn voedsterkind” wordt genoemd. Waarom wordt er over de Logos gesproken als over een voedsterkind? — H.J., New Jersey.
Omdat Jehovah zijn eniggeboren Zoon met wijsheid vervulde, werd de Zoon het symbool van wijsheid en in Spreuken hoofdstuk 8 spreekt hij over zichzelf als de Wijsheid. In vers 30, waar Moffatt de uitdrukking „voedsterkind” gebruikt ten einde naar de Zoon te verwijzen, geeft Moffatt een letterlijke vertaling van het woord ah·móhn, welk woord is afgeleid van het Hebreeuwse werkwoord ahmán, dat „voeden, grootbrengen, voogd zijn van” betekent. In Jesaja 49:23 wordt het deelwoord van dit werkwoord, ah·méhn, in de Nederlandse Professoren Bijbel vertaald met „pleegvaders”, en in de kanttekening van de King James Vertaling met „voeders”. In Jesaja 60:4 wordt het woord vertolkt met „gevoedsterd”. Wanneer Moffatt daarom naar de Wijsheid verwijst als naar Jehovah’s voedsterkind, bedoelt hij dat deze Zoon een lievelingskind is, dat wordt grootgebracht, gevoed, geliefkoosd en beschermd. Het is niet de bedoeling van Moffatt te zeggen, dat de Wijsheid een aangenomen kind is in de moderne wettelijke betekenis van voedsterkind. Hoe zou Moffatt dit kunnen bedoelen wanneer zijn vertaling in de voorgaande verzen aantoont dat de Wijsheid door Jehovah werd geschapen en door Hem werd geformeerd als de „eerste van zijn schepping”?
● Wat bedoelde Jezus toen hij zeide dat Christenen hun vader en moeder moesten haten? — C.D., Californië.
Dit voorschrift wordt gegeven in Lukas 14:26 (NW): „Indien iemand tot mij komt en zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja, en zelfs zijn ziel, niet haat, kan hij mijn discipel niet zijn.” Zoals in het volgende vers wordt getoond, werden Jezus’ woorden gericht tot zijn volgelingen, die evenals hij de „martelpaal” zouden opnemen. De persoon moest niet alleen de leden van zijn gezin haten, maar ook zijn ziel of leven. Wat doen nu de gezalfde volgelingen van Jezus Christus? Wat doen zij ten aanzien van hun menselijke ziel opdat zij met hem in de offerandelijke dood kunnen gaan? Doordat zij overeenkomen hun ziel te offeren, haten zij hun ziel, of niet soms? Jezus zeide: „Hij die zijn ziel vindt, zal ze verliezen, en hij die zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden” (Matth. 10:39, NW). Zij haten hun ziel, zij verliezen ze en geven ze op; zij stemmen er in toe dat hun ziel wordt geofferd en daarna doen zij voor altijd afstand van alle hoop op een aards leven in het paradijs van de nieuwe wereld. Jezus zeide dat zij hun aardse relaties met hun ziel moesten gelijkstellen. Zij moesten bereid zijn hun aardse relaties voor altijd achter te laten, de aarde te verlaten en naar de hemel te gaan, en nimmer moesten zij toelaten dat vader, moeder, broeder, zuster, vrouw, kinderen of zelfs hun aardse leven, belemmerend zouden werken op hun volgen van het Woord en de wil van God. Zij haten aardse verwanten en hun leven in die mate, dat zij bereid zijn ze op te offeren, indien dat Gods wil is, en nimmer staan zij toe dat ze belemmerend werken op de getrouwe volbrenging van hun verplichtingen jegens Jehovah God. Het betekent dus niet, dat wij vader en moeder dienen te haten in de gebruikelijke betekenis van de uitdrukking, evenmin als wij ons lichaam in die zin dienen te haten. Wij hebben ons zelf lief; wij dienen onze naasten, met inbegrip van de leden van ons gezin, op dezelfde wijze lief te hebben. Maar niets dient de gezalfde volgelingen van Christus in de weg te staan om het aardse toneel en aardse banden te verlaten ten einde naar de hemel te gaan en met Christus te regeren.
-
-
MededelingenDe Wachttoren 1952 | 1 oktober
-
-
Mededelingen
RECHTVAARDIGE HEERSCHAPPIJ DER VORSTEN
Verdeeldheid is het voornaamste kenmerk van deze wereld. Zie naar de rassenverdeeldheid. De politiek heeft de wereld in vele partijen verdeeld. De religiën hebben de mensheid in vele groepen verdeeld. Verdeeldheid, onverdraagzaamheid en wederzijds wantrouwen, misdadigheid en onbetrouwbaarheid der mensen, zijn kenmerken van deze wereld. Alle pogingen die onvolmaakte en zondige mensen hebben gedaan, konden de zondige loop van deze wereld niet tegenhouden. Hebben regeringen, en internationale pogingen zoals de Volkenbond en thans de UNO, deze toestanden ten goede kunnen veranderen? Neen. God heeft de kritieke ontwikkeling der aangelegenheden in deze tijd voorzegd, Hij veroordeelt deze wereld als boos; hij doet niets ten einde dit samenstel van dingen te veranderen. Hij zal deze wereld vernietigen. Het is zijn voornemen een nieuwe wereld op te richten, die onder zijn bestuur staat. Zijn Koninkrijk is de rechtvaardige regering voor de gehele mensheid, zoals wij in Jesaja 33:1 kunnen lezen. „Ziet, een koning zal regeren in gerechtigheid, en de vorsten zullen heersen naar recht.” Stel uw hoop en vertrouwen op deze rechtvaardige heerschappij. Haar vorsten zullen heersen naar recht. Zij worden door Gods geest en door zijn woord en zijn rechtvaardige wet geleid. De lectuur die Jehovah’s getuigen in october zullen verspreiden, maakt de nieuwe wegen en de hogere maatstaven van de rechtvaardige heerschappij bekend. Het tijdschrift Ontwaakt! wordt in de maand october als jaarabonnement aangeboden tegen een bijdrage van ƒ 4,–, waarbij een premie van 3 actuele brochures wordt afgegeven. Ontwaakt! brengt ongecensureerde berichten van de vier hoeken der aarde en maakt u met de Christelijke beginselen en gedragsregels bekend. Indien u inlichtingen wenst over bijzonderheden, stelt u zich dan in verbinding met de plaatselijke groep van Jehovah’s getuigen of schrijf naar het Bijkantoor van uw land. Alle inlichtingen die u omtrent de rechtvaardige heerschappij der vorsten verwerft, zullen uw hoop en vreugde vermeerderen.
-