Uw evenwicht bewaren met vele verantwoordelijkheden
„Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel.” — Matth. 11:28, 29.
1. Wat schenkt zowel de mensen als God voldoening?
WANNEER bij de bereiding van voedsel van een verscheidenheid van spijzen gebruik wordt gemaakt, met een gezonde maaltijd als resultaat, hoe strelend voor de tong! Wanneer muziek in een soepele harmonie ineenvloeit, hoe aangenaam voor het oor! Wanneer in elkaar overgaande kleuren een schitterend landschap te zien geven — in werkelijkheid of op het doek — hoe verrukkelijk voor het oog! Als de mens een machine maakt en het drijf- en raderwerk in balans is en soepel loopt, vervult dit hem met een diepe voldoening. Als iemand zijn evenwicht bewaart wanneer hij God dient onder moeilijke omstandigheden waarvoor geduld nodig is, terwijl anderen zeggen dat God de mens vergeten is, wordt zijn evenwicht door moed gesteund. Indien hij zich er binnen de gemeente van Gods volk over ergert dat er zo weinig wordt gedaan om organisatorische aangelegenheden te verbeteren en geneigd is zijn geduld met de opziener van die gemeente te verliezen, maar er toch mee blijft doorgaan zijn volledige ondersteuning te geven en zijn toewijzing getrouw behartigt, zal dit hem niet alleen een diepe voldoening schenken, maar zal dit voor hem betekenen dat zijn God zeer met zijn dienst is ingenomen.
2, 3. Komt fysiek evenwicht automatisch, en wat zou evenwicht in de weg kunnen staan?
2 Evenwicht komt echter niet vanzelf. Hier is tijd voor nodig. Men verkrijgt het wanneer men gestadig groeit, terwijl men hulp ontvangt van ervaren, evenwichtige oudere personen. Daarom groeien onstandvastige kleine baby’s tot evenwichtige volwassenen op en worden onervaren personen betrouwbare, rijpe mensen.
3 De vermogens en organen die de mens in staat stellen in fysiek opzicht evenwichtig te worden, moeten beschermd worden als men ze volledig in bedwang hoopt te kunnen houden. Wanneer wij ons overeten, overmatig drinken, ons voortdurend zorgen maken en als maar genoegens najagen en materialistisch ingesteld zijn, zal dit zeer schadelijk voor onze fysieke evenwichtsuitrusting blijken te zijn.
4. Met welke bezigheden worden degenen die God in deze tijd dienen, overstelpt, en welke conclusie is men geneigd te trekken?
4 Wat staat ons echter te doen wanneer wij met ontzettend veel dingen te maken krijgen die allemaal tegelijk moeten worden afgehandeld, ja, wanneer al dit werk op ons afkomt en onze onmiddellijke aandacht eist? Neem bij voorbeeld een moeder die voor een gezin moet zorgen. Zij moet koken, het huis schoonhouden, wassen en strijken. Dat strijken alleen neemt al uren in beslag. Verder moet zij brieven schrijven, de kinderen leren huishoudelijke karweitjes te verrichten, boodschappen doen en zien dat zij rondkomt. Dagelijks moet er in de bijbel worden gelezen. Ook moeten de bijbelstudievergaderingen met anderen die God dienen, worden bezocht. Ja, en dan moet er nog tijd gevonden worden om de naasten op te zoeken, ten einde hun over het goede nieuws van het Koninkrijk te vertellen. Zegt u soms: „Ik kan er niets meer bij hebben”? Moet er in deze tijd te veel werk in Gods organisatie worden verricht? Dienen wij door de opziener in de gemeente tot meer activiteit te worden aangespoord? Heeft veel verantwoordelijkheid in gemeentelijke regelingen, plus de zorg voor het huisgezin en het behartigen van de gezinsbelangen, frustratie, gepaard gaande met irriterende spanning, tot gevolg? Is het dienen van God een veeleisende vorm van aanbidding?
5, 6. (a) Wie is het beste met de bekwaamheden van de mens op de hoogte? (b) Beschrijf voorbeelden van evenwicht die wij elke dag kunnen zien.
5 Maar wacht eens even! Er moet een oplossing bestaan, want Jehovah God, de Schepper, heeft de mens gemaakt en hij heeft hem deze taken en nog andere opgelegd om als zijn dienstknecht op aarde werkzaam te zijn. Na in Matthéüs 22:37 gezegd te hebben: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand”, erkent Christus Jezus dat de mens zich zelf dient lief te hebben; hij eindigt daar evenwel niet mee, want hij zegt: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.”
6 Wanneer wij de schepping aanschouwen, van de hemelen tot aan de planten, dieren, bergen, bomen en zeeën, worden wij getroffen door evenwicht. Er is totaal geen frustratie, maar in plaats daarvan lezen wij in Psalm 104:24 (OB): „Hoe talrijk zijn uwe werken, o HEER, gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt, de aarde is vol van wat gij hebt geschapen!” En toch beweegt de schepping zich, zonder menselijke tussenkomst, met grenzeloze energie voort, terwijl ze hierbij met een gemak en vrijheid die evenwicht ten zeerste aanbevelen, verbazingwekkende taken verricht.
7. (a) Leg uit wat voor soort van mensen zich thans in Gods organisatie bevinden. (b) In welk opzicht zijn zij allen in staat tot rijpheid voort te gaan?
7 Jehovah’s hemelse organisatie werkt, en toen Jezus Christus op aarde was, onderwees hij het aardse deel hoe het moest werken. Paulus beschrijft de soort van mensen die gunstig op de voordelen van de losprijs reageren met de volgende, in Titus 2:13, 14 opgetekende woorden: „Christus Jezus, die zich voor ons heeft gegeven om ons van elke soort van wetteloosheid te bevrijden en zich een volk te reinigen dat uitsluitend zijn eigendom zou zijn, ijverig voor voortreffelijke werken.” Deze mensen worden verder opgeleid en aangespoord, zoals in 1 Korinthiërs 15:58 door Paulus te kennen wordt gegeven: „Dientengevolge, mijn geliefde broeders, wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop te doen hebbend in het werk van de Heer, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer.” De toepassing van deze raad vervult de gemeenten in deze tijd met activiteit, met verscheidenheid en bovenal met Jehovah’s geest. Evenals dit met kinderen het geval is, is er ook veel verschil in de vooruitgang die door christelijke predikers wordt gemaakt, en aangezien er zeer veel werk te doen is, kunnen degenen die sneller vorderingen kunnen maken, dit doen en de hoeveelheid lof voor Jehovah vermeerderen. Zou u willen dat de gehele aardse organisatie het langzamer aan zou gaan doen omdat u niet alles kunt bijhouden? Neen, natuurlijk niet. Evenals u beseft dat u beperkte capaciteiten hebt, wilt u dat anderen de gelegenheid hebben in Gods nieuwe ordening van dingen vollediger van het leven te genieten. Zowel personen met meer bekwaamheden als degenen met beperkte bekwaamheden moeten worden opgeleid om Jehovah met alles wat zij hebben te dienen. Dus alhoewel de één wellicht niet zoveel kan doen als de ander, moet het werk toch worden gedaan, en anderen kunnen daarom voorwaarts gaan en tot rijpheid groeien, terwijl degenen die langzamer zijn, blij zijn te zien dat Jehovah’s werk wordt volbracht, weliswaar in een grotere mate door die anderen maar toch ook door hen zelf. Op het ogenblik rust op de organisatie de enorme taak het goede nieuws van het Koninkrijk over de gehele aarde te prediken (Matth. 24:14), en dit gebeurt in een klimaat van voortdurende dringendheid, te midden van veranderende en onbestendige toestanden. Wanneer u het Yearbook of Jehovah’s Witnesses voor 1966 leest, zult u onmiddellijk inzien hoe buitengewoon evenwichtig de organisatie onder deze druk is.
GELOOF BRENGT EVENWICHT TOT STAND
8. Wat is de basis voor evenwicht, en hoe worden wij in Matthéüs 13:22 gewaarschuwd voor de gevaren die ons evenwicht bedreigen?
8 Na gesproken te hebben over kritieke tijden, die moeilijk zijn door te komen, geeft Gods Woord de raad: „Houd gij echter in alle dingen uw zinnen bij elkaar, lijd kwaad, doe het werk van een evangelieprediker, volbreng uw bediening ten volle” (2 Tim. 4:5). Om u van alle verantwoordelijkheden die op u rusten, te kunnen kwijten, hebt u een evenwichtige geestesgesteldheid nodig. Deze moet op een vast fundament zijn gebaseerd. Dit wordt beschreven in Psalm 62:8, 9 7, 8: „Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God. Vertrouwt op Hem te allen tijde, o volk, stort uw hart uit voor zijn aangezicht; God is ons een schuilplaats.” Geloof, vertrouwen op Jehovah en een dagelijkse studie van zijn Woord brengen evenwicht voort. „Vormt als pasgeboren baby’s een verlangen naar de onvervalste melk behorend tot het woord, opdat gij door middel daarvan tot redding moogt groeien” (1 Petr. 2:2). Om de verlangde resultaten te kunnen voortbrengen, moeten studieperiodes, hetzij in groepsverband hetzij persoonlijk, echter vrij zijn van bezorgdheid. Afleidende bezigheden of een poging te studeren en tegelijkertijd iets anders te doen, zullen het woord verstikken en paniek in plaats van evenwicht teweegbrengen (Matth. 13:22). U kunt in deze tijd vele voorbeelden van onbestendige mensen aantreffen die steeds weer opnieuw van baan veranderen. Iemand kan heel enthousiast worden over een nieuw plan, zich er net voldoende in verdiept hebben dat hij het begrijpt en zich dan weer op iets nieuws werpen dat hem fascineert, terwijl hij zijn activiteit in vele gevallen niet rondom zijn opdracht aan Jehovah opbouwt. Sommigen kunnen zoveel tijd aan genoegens besteden dat zij zich in fysiek opzicht uitputten en weinig kracht en tijd overlaten voor schriftuurlijke verantwoordelijkheden. Zij zijn gespannen en overstuur in plaats van evenwichtig.
9. Beschrijf de houding van evenwichtige bedienaren van het evangelie. Welke handelwijze wordt ons door de Schrift aangeraden?
9 Evenwichtige mensen zijn bestendig en betrouwbaar. Elke dag groeien zij iets „met de groei die God geeft” (Kol. 2:19). Evenals de dagelijkse groei van een kind vrijwel niet zichtbaar is voor de ouders, maken de dienstknechten van God slechts langzaam vorderingen op de weg der rijpheid. Toch zou het naar onze zin te langzaam kunnen gaan, waardoor wij ontmoedigd zouden geraken. Het feit dat onze tijd beperkt is en dat wij onze tijd moeten verdelen om ons van gezinsverantwoordelijkheden te kwijten, of dat wij met het stijgen der jaren langzamer worden of misschien niet zo bekwaam zijn als anderen, die ideeën sneller begrijpen, zou ons wanhopig kunnen maken. Wij zouden erg hard voor ons zelf kunnen worden, zonder hierbij redelijk ten opzichte van ons zelf te zijn, aangezien wij meer verwachten dan wij kunnen geven wanneer wij ook nog andere taken hebben te behartigen. In Spreuken 11:17 wordt de volgende stabiliserende raad gegeven: „Een weldadig man doet zichzelf wèl, maar wie onbarmhartig is, kwelt zijn eigen vlees.” Wanneer deze zelfde redelijkheid ten opzichte van anderen aan de dag wordt gelegd, zal dit niet alleen hen helpen hun evenwicht te bewaren, maar zult ook u worden geholpen aan uw evenwicht te werken. Paulus zegt: „Uw redelijkheid worde aan alle mensen bekend.” — Fil. 4:5.
10. Pas Filippenzen 1:10 op evenwicht toe, en wat dient men te vermijden wanneer men geen last wil hebben van frustratie?
10 Als u het vermogen wilt ontwikkelen aan al uw verantwoordelijkheden enige tijd te besteden, zult u oog in oog komen te staan met het in Filippenzen 1:10 genoemde feit: ’Vergewist u van de belangrijkere dingen.’ Als een dienstknecht van God zult u de bijbel gebruiken om eerst vast te stellen wat deze belangrijkste dingen, die uw eerste aandacht verdienen, zijn. De bijbel zal u helpen onderscheid te maken tussen wat u moet en wat u wilt hebben. Hij zal spanning veroorzakende activiteiten, die tijd stelen van de dingen die wij moeten doen, elimineren. In Galaten 5:19-21 worden enkele reusachtige veroorzakers van spanning, zoals losbandig gedrag, vijandschappen, vlagen van toorn, uitingen van afgunst en nog vele andere dingen genoemd. Zorg er indien mogelijk voor dat u opschiet en de nodige tijd wint voor de juiste dingen of voor onvoorziene omstandigheden en extra toewijzingen waarvoor u zich in het leven geplaatst kunt zien. Denk er niet gemakkelijk over wanneer u verkeerde dingen doet terwijl u tijd zou kunnen investeren die u later veel winst zal opleveren.
11. Wat is voor personen die hun evenwicht willen bewaren, van het grootste belang?
11 Bewaar uw evenwicht door elke dag in gebed tot Jehovah God te gaan. U dient niet alleen in groepsverband, wanneer iemand anders u vertegenwoordigt, te bidden, maar ook persoonlijk met uw Vader, Jehovah God, te spreken. Dit is dezelfde God die het evenwicht van het gehele universum beschermt. Sta er eens bij stil wat een vertrouwen u kunt hebben wanneer u zich voor bescherming tot hem wendt. Door middel van datgene wat in Filippenzen 4:6, 7 staat opgetekend, nodigt Jehovah u uit voordeel van deze voorziening te trekken: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden, en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.”
EVENWICHTIGE DIENSTKNECHTEN VAN GOD GENIETEN VAN HUN GEZIN
12. (a) Welke verantwoordelijkheden kunnen er op gemeenteopzieners rusten? (b) Wat komt op de eerste plaats, en welke uitwerking zal dit op het gezin hebben?
12 Er zijn op het ogenblik 24.158 gemeenteopzieners in Jehovah’s organisatie. De meesten van hen moeten zich van twee verantwoordelijkheden kwijten. Het komt heel vaak voor dat deze broeders moeten bedenken wat op de eerste plaats komt. Is het hun gezin? Of zal het de gemeente zijn? Aangezien men op dit punt gemakkelijk zijn evenwicht kan verliezen, is het verstandig Gods Woord raad te laten geven. In hoofdstuk drie van Eén Timótheüs 3 worden de vereisten voor opzieners genoemd, en in 3 vers vier wordt gezegd dat een opziener iemand moet zijn „die op een voortreffelijke wijze de leiding over zijn eigen huisgezin heeft, die kinderen met alle ernst in onderworpenheid heeft”. In Eén Timótheüs 5:8 worden nog meer rechtstreekse aanwijzingen gegeven: „Stellig, indien iemand niet voor de zijnen zorgt, en in het bijzonder voor hen die leden van zijn huisgezin zijn, dan heeft hij het geloof verloochend en is erger dan een ongelovige.” Hij beschouwt de zorg voor zijn gezin derhalve als zijn belangrijkste verplichting. Hij zorgt voor heel veel dingen: hij leert de leden van zijn gezin hoe zij moeten studeren, leidt een gezinsbijbelstudie, leidt hen in de bediening op, voorziet in voedsel, kleding, onderdak en medische verzorging, helpt bij het maken van schoolwerk en voorziet in opbouwende vakanties en ontspanning. Sta er eens bij stil hoe gelukkig zo’n gezin is met zo’n gezinshoofd, dat hun dagelijks het goede voorbeeld geeft. Ja, liefde voor het gezin, liefde voor de waarheid plus liefde voor Jehovah hebben in zo’n evenwichtig gezin beslist geluk tot resultaat. Wat is het gezin tevreden wanneer een evenwichtige echtgenoot volledig het heft in handen heeft! Het is alsof men in een auto met een voorzichtige chauffeur rijdt, iemand die de auto voortdurend op evenwichtige wijze in zijn macht heeft; u voelt u zo veilig dat u zich kunt ontspannen en van elke minuut van de rit kunt genieten.
13, 14. Welke methode passen verstandige opzieners zowel in het gezinsleven als in verband met gemeenteactiviteiten toe?
13 Het gezinshoofd kan evenwel niet alles doen. Daarom oefent hij de gezinsleden erin de verantwoordelijkheid te helpen dragen. In het begin gebeurt het misschien niet zo goed als vader het doet, maar na verloop van tijd kan de opgeleide assistent het wellicht zelfs beter doen. Kinderen aan wie op jeugdige leeftijd verantwoordelijkheid is geleerd, groeien tot nuttige dienstknechten van Jehovah op.
14 Voor een gemeenteopziener gelden dezelfde vereisten als waaraan zo’n vader moet voldoen. Er bestaat in werkelijkheid slechts één verschil, en dat is de grootte van het gezin; in plaats dat zijn gezin uit vier of vijf personen bestaat, heeft hij nu een gezin van vijftig of honderd personen. Hij zal zich om hen allemaal bekommeren en doen wat in Galaten 6:2 wordt geboden: „Blijft elkaars lasten [moeilijkheden, voetnoot uitgave van 1950] dragen en vervult aldus de wet van de Christus.” Ook nu kan hij niet alles zelf doen, en daarom is hij zo verstandig anderen ertoe op te leiden de verantwoordelijkheid te helpen dragen. Hij helpt degenen in de gemeente zich zelf te helpen.
15. Hoe worden opgedragen bedienaren van het evangelie opgeleid voor het behartigen van taken in de gemeente?
15 Evenwicht strekt zich ook tot de gemeente uit, en de opziener treft er regelingen voor dat de gemeente een aandeel heeft aan alle activiteiten die in de organisatie worden verricht. Hij kan niet van het standpunt uitgaan „Als men iets goed gedaan wil hebben, moet men het zelf doen”. Als opziener zult u er misschien nooit toe komen. U mag dan een expert zijn en heel doeltreffend werken, maar u kunt nu eenmaal niet alles doen. Waarom zou u er dan niet een andere broeder aan laten werken en hem de kans geven er met zijn tijd en uw geduld bekwamer in te worden? Baby’s zouden nooit lopen of eten wanneer zij hier niet in werden geoefend en wanneer hun niet werd toegestaan hun gang te gaan en eraan te werken. U kunt er zeker van zijn dat er fouten gemaakt zullen worden, maar neem een evenwichtig standpunt in door de toekomst op het oog te hebben en denk na over de woorden in 2 Timótheüs 4:5: „Houd . . . in alle dingen uw zinnen bij elkaar.” U zult er ook profijt van hebben wanneer u mediteert over de handelwijze die in Exodus 18:17-27 (NW) wordt aangeraden, waar tot Mozes werd gezegd dat hij „een te zware vracht” moest dragen.
16. Op welke wijze wordt de gemeente in de Schrift aangemoedigd de opziener te steunen?
16 Het is vanzelfsprekend nodig dat de gemeente medewerking verleent. De bijbel spoort iedereen in de gemeente ertoe aan respect voor de opziener te hebben en niet te klagen of ongeduldig te worden omdat de dingen niet worden gedaan zoals hij of zij dit wel zou wensen. Opzieners maken fouten. Doordat zij zoveel aan hun hoofd hebben en zoveel belangrijke verantwoordelijkheden moeten dragen, kan het heel goed gebeuren dat zij bepaalde dingen vergeten of andere niet zorgvuldig genoeg voorbereiden. Het is gemakkelijk zich op een afstand te houden en op het werk van anderen aanmerkingen te maken. Als u echter voldoende naderbij zou komen dat u er ook bij betrokken zou raken en de lading verantwoordelijkheid zou helpen dragen, zou u een zegen kunnen zijn in plaats dat u de opziener reden tot zuchten geeft. „Weest gehoorzaam aan hen die onder u de leiding nemen en weest onderdanig, want zij waken over uw ziel als mensen die rekenschap zullen afleggen, opdat zij dit met vreugde en niet met zuchten mogen doen, want dit zou u schadelijk zijn.” — Hebr. 13:17.
EVENWICHTIGE LEVENSGEZELLIN WAARDEVOL
17. Welke basis zou een opgedragen echtgenote hebben om een evenwichtig huisgezin te besturen?
17 Aangezien het gezin van de opziener zo nauw met hem verbonden is, heeft het gezin veel met het werk van de opziener te maken wanneer hij zowel voor zijn huisgezin als voor de gemeente zorgt. De vrouw heeft, als zijn assistente bij het besturen van het huisgezin, een zware taak. Wanneer u de duizend en één kleine dingen die gedaan moeten worden, optelt, lijkt het een onoverkomelijke berg, en wanneer er door Gods bediening nog meer verplichtingen op u komen te rusten, vindt u misschien dat het teveel is. Lees alstublieft eens wat Spreuken 31 over een evenwichtige vrouw zegt: zij kan niet alleen vele taken behartigen en aan haar man medewerking verlenen, maar zoals in 31 vers 30 staat, is zij „een vrouw die den HERE vreest”, en zo’n vrouw „is te prijzen”. Wanneer u vele taken hebt te verrichten, zult u uw tijd moeten indelen, waarbij u niet zoveel tijd aan één taak besteedt als u wel zou willen, maar ook al uw andere werkzaamheden in aanmerking neemt. Dit zal u in staat stellen manieren te vinden om uw werk in de beperkte tijd die u ervoor hebt, te verbeteren. Zo moet de vrouw bij voorbeeld de maaltijden bereiden, die bijdragen tot het evenwicht van het gezin en in het bijzonder van de echtgenoot, want als hij in de gemeente een dienaar is, zijn goede maaltijden die op tijd worden opgediend werkelijk een zegen. De vrouw is degene die ervoor zorgt dat de kinderen op tijd klaar zijn voor de vergaderingen; ja, door de kinderen hier vroeg in te oefenen, heeft zij in hun persoonlijkheid ingeprent hoe belangrijk het is schoolwerk en spel opzij te zetten om de vergaderingen regelmatig te bezoeken.
18. Op welke wijze kunnen echtgenotes hun man zowel in gezinsprogramma’s als in verband met de gemeenteorganisatie ondersteunen?
18 Moeders en echtgenotes moeten studeren om hun geestelijke evenwicht te bewaren, en daarom is het nodig ’een verlangen naar de waarheid te vormen en te groeien’ (1 Petr. 2:2). Steun uw man in het studieprogramma van het gezin door ervoor te zorgen dat niets de regelmatige wekelijkse voortgang ervan in de weg staat. Houd uw oog gericht op het activiteitsprogramma van de gemeente en pas uw huiselijke aangelegenheden hier onmiddellijk bij aan, zodat er voor al deze met elkaar in evenwicht zijnde activiteiten plaats wordt ingeruimd. Voel u ook heel erg aangemoedigd wanneer u hierin slaagt, ook al krijgt u niet elke dag te horen dat u waardevol bent voor uw man. Zakenmensen nemen assistenten in dienst om voor hen te werken en zij betalen graag hoge salarissen uit aan personen die van inzicht, initiatief en evenwicht blijk geven. U bent meer waard. Bewijs dit. Echtgenoten zien er blij naar uit thuis te komen bij een evenwichtige vrouw, en dit is des te meer zo omdat er in Spreuken 18:22 (NW) staat: „Heeft iemand een goede vrouw gevonden? Hij heeft iets goeds gevonden en hij verkrijgt goede wil van Jehovah.”
BIJBELSTUDIEGROEPEN GEHOLPEN DOOR EVENWICHTIGE BEDIENAREN
19. (a) Zet de voordelen van de boekstudie uiteen. (b) Hoe past een studieleider Filippenzen 2:4 toe op zijn werk met het groepje?
19 Duizenden groepjes van Jehovah’s getuigen komen eens per week in een woonhuis of op een andere geschikte plaats bijeen om de bijbel te bestuderen, en verscheidene malen in de week komen zij samen om aan de bediening deel te nemen en het goede nieuws van Gods koninkrijk te prediken (Matth. 24:14). Deze groepen zijn klein, zodat hulp kan worden verleend bij het opbouwen van evenwicht en rijpheid. Ze worden gemeenteboekstudies genoemd, en degene die het toezicht uitoefent, heet een studieleider. Deze broeders hebben dezelfde houding waarover Paulus in 1 Thessalonicenzen 2:7, 8 spreekt: „Wij zijn in uw midden vriendelijk geworden, zoals wanneer een zogende moeder haar eigen kinderen koestert. Daar wij dus tedere genegenheid voor u hadden, hebben wij u gaarne niet alleen het goede nieuws van God meegedeeld, maar ook onze eigen ziel, want gij zijt ons lief geworden.” Deze boekstudieleiders helpen degenen die aan hun zorg zijn toevertrouwd op vele verschillende manieren. Zij leren hun hoe zij moeten studeren. Zij leiden hen in de bediening op en gaan samen met hen van huis tot huis. Zij helpen hen de gemeentevergaderingen te bezoeken. Ja, zij zoeken hun broeders thuis op en helpen hen een praktisch schema samen te stellen waardoor zij in staat worden gesteld voor al deze zegeningen plaats in te ruimen en ook nog voor hun gezin te zorgen. Als iemand in het groepje ziek wordt of een ongeluk krijgt of geestelijk zwak wordt, is deze zelfde studieleider er onmiddellijk bij om geestelijk voedsel en aanmoediging te schenken ten einde in datgene te voorzien wat de persoon gedurende zijn herstellingsperiode moet missen. Hij zal de gehandicapte helpen op een of andere manier aan de bediening deel te nemen, waardoor hij hem of haar helpt zelfs in moeilijke tijden evenwichtig te blijven. Zo dient het ook te zijn, want de bijbel zegt het in Filippenzen 2:4 als volgt: „Terwijl gij niet alleen uit persoonlijk belang het oog houdt op uw eigen zaken, maar ook uit persoonlijk belang op die van de anderen.” Deze studieleider moet vanzelfsprekend ook zelf zijn evenwicht bewaren, en daarom zal hij zijn tijd zo indelen dat hij tijd heeft om voor zijn gezin te zorgen, zich in persoonlijke studie te verheugen, de vergaderingen bij te wonen en aan alle activiteiten deel te nemen waarvoor de gemeente regelingen heeft getroffen. U zult als studieleider bemerken dat u zich van al deze taken kunt kwijten wanneer u deze dingen samen met de andere bedienaren van het evangelie in uw groepje doet. Houd altijd de evenwicht schenkende raad in Romeinen 15:2 in gedachten: „Laat een ieder van ons zijn naaste behagen in datgene wat zijn opbouw ten goede komt.” Als een dienstknecht van Jehovah geniet u het voorrecht dit groepje in alle activiteiten een voorbeeld in evenwicht te stellen.
WEET HOEVER U KUNT GAAN
20. Waarom dienen wij te weten hoever wij kunnen gaan? Betekent dit dat wij in het dienen van Jehovah worden belemmerd? Welke houding dienen wij aan de dag te leggen?
20 Wanneer u uw evenwicht wilt bewaren, moet u weten hoever u kunt gaan. Wanneer u deze grens niet weet te trekken, kent u zich zelf niet al te best. Wat zijn uw bekwaamheden? Misschien beschikt u wel over het vermogen bepaalde dingen te doen, maar moet u alleen hiervoor worden opgeleid. Moet u met beperkingen rekening houden? U hebt misschien een bepaalde voorkeur en zou graag iets willen doen wat erg interessant lijkt, maar kunt u het aan? Als vader zou u misschien wel als pionier in de volle-tijdbediening werkzaam willen zijn, maar kunt u dit doen en dan ook nog voor uw gezin zorgen? Goed, anderen zijn hier misschien wel toe in staat, maar hun omstandigheden kunnen anders zijn. In plaats dat u zich door uw enthousiasme uit uw evenwicht laat brengen, kunt u veel beter zorgvuldig plannen maken en u zelf oefenen, want dan zult u, ook als u niet kunt pionieren, zegeningen ontvangen doordat u een betrouwbare en evenwichtige bedienaar van het evangelie in de gemeente bent. Houd in gedachten dat niet allen in dezelfde dienstpositie nodig zijn. Word niet onevenwichtig door andere broeders, die bekwamer zijn dan u, te benijden. Wees dankbaar dat Jehovah bekwame mensen heeft om het werk te verrichten en dat er broeders beschikbaar zijn om het werk te verbeteren, ook al betekent dit dat zij hiervoor worden gebruikt in plaats van u. In 1 Timótheüs 6:6-8 schreef Paulus hoe Jehovah hierover denkt: „Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin, deze godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft. Want wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen. Wanneer wij daarom voedsel en kleding hebben, zullen wij daarmee tevreden zijn.” Als u gewillig bent, kan Jehovah u gebruiken. U kunt ervoor worden opgeleid vele dingen te doen, en hoe langer u in de organisatie werkzaam bent, des te nuttiger wordt u. Het zal een nooit eindigende opleidingsschool zijn. Wees derhalve tevreden met gestadige vooruitgang, ook al gaat het nog zo langzaam. Blijf echter uw best doen. Jezus was tevreden met het penningske van de weduwe; waarom u niet? — Luk. 21:1-4.
21. Geef een samenvatting van de factoren die noodzakelijk zijn voor het bewaren van evenwicht in Jehovah’s dienst.
21 Niemand kan alles doen. Er is meer dan één persoon voor nodig om een huishouding te besturen, kinderen op te voeden, voor een gemeente te zorgen of een boekstudie te leiden en het goede nieuws van Gods koninkrijk in uw gebied te prediken. Laat u bij al deze voorrechten die voor u openstaan, door anderen helpen. Bewaar uw evenwicht door voordeel te trekken van alle gelegenheden die binnen uw bereik zijn. Breng datgene in praktijk wat in Filippenzen 3:16 staat: „Laten wij in ieder geval, in de mate waarin wij vorderingen hebben gemaakt, voortgaan in deze zelfde routine ordelijk te wandelen.” Wanneer u bedenkt dat evenwicht voortvloeit uit een goed beschermd hart en een goed beschermde geest, zult u deze willen beschermen door Gods Woord dagelijks te bestuderen. Pieker niet en maak u niet onnodig zorgen. Groei gestadig; verricht Jehovah’s werk gewillig. Nader dicht tot Jehovah door dagelijks persoonlijk tot hem te bidden. Heb waardering voor hem, vertrouw hem. Ruim in het schema van de activiteiten in uw leven ruimschoots tijd in voor een aandeel aan de prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk, want dat is op het ogenblik het belangrijkste werk in het leven van een christen. Neem vastbesloten hetzelfde besluit als in Psalm 109:30 onder woorden wordt gebracht: „Ik zal den HERE met luider stem loven, ik zal Hem lofzingen te midden van velen.”
[Illustratie op blz. 464]
Een verstandige vader leidt zijn zoon voor verantwoordelijkheid op
[Illustratie op blz. 464]
Een verstandig opziener leidt anderen voor het werk op