-
Behagen scheppen in Jehovah’s wegenDe Wachttoren 1975 | 1 januari
-
-
18. Hoe behoren wij over anderen te denken die Jehovah dienen en over elke eventuele vergelijking van onze activiteiten met die van hen?
18 Ook dienen wij onze prestaties niet te vergelijken met die van iemand anders noch zullen wij hem ons geweten opleggen. De apostel Paulus zei tot de christenen in Galátië, die vergelijkingen trokken en zichzelf door onnodige regels beperkten: „Waar is dan dat geluk, hetwelk gij hadt?” Verder zei hij: „Indien iemand denkt dat hij iets is, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zijn eigen geest. Maar laat hij zich ervan vergewissen wat zijn eigen werk is, en dan zal hij alleen met betrekking tot zichzelf, en niet in vergelijking met de andere persoon, reden tot opgetogenheid hebben.” — Gal. 4:9-15; 6:3, 4; 2 Kor. 10:12.
19. (a) Welke bescherming die Jehovah verschaft, zal een christen waarderen en respecteren? (b) Welke uitwerking heeft een redelijke zienswijze ten aanzien van de dienst voor God?
19 Elkeen van Jehovah’s getuigen moet vanzelfsprekend Jehovah’s vaderlijke strenge onderricht aanvaarden (Hebr. 12:7-11). Hij dient open te staan voor schriftuurlijke raad van de zijde van medechristenen en dient op harmonieuze wijze met de gemeente samen te werken (Gal. 6:1; Hebr. 13:17; Fil. 1:27). Hij moet ook zelfbeheersing oefenen, zodat niet de onvolmaakte menselijke neigingen de overhand krijgen (1 Kor. 9:26, 27; Spr. 6:9-11). Toch wordt er niet van Gods dienstknechten verlangd dat zij zich op een onredelijke wijze inspannen. Misschien bent u bijvoorbeeld van plan een bepaalde hoeveelheid tijd in de velddienst te besteden. Indien u echter moe wordt, is het dan niet beter op te houden en enkele minuten te rusten en daarna weer opnieuw te beginnen dan het gevoel te hebben dat u zonder te pauzeren moet doorgaan? Zou dit u er in werkelijkheid zelfs niet toe in staat stellen Jehovah beter te dienen, omdat u ontspannen en gelukkig bent en in staat bent helderder te denken? Of als u het koud hebt en moe bent, is het dan niet beter op te houden en iets warms te drinken ten einde warm te worden en u te verkwikken en daarna weer voort te gaan in plaats dat u zichzelf op meedogenloze wijze dwingt door te gaan, met het gevaar dat u uw vreugde en doeltreffendheid verliest? Jezus werkte met geheel zijn ziel, maar toch erkende hij dat het noodzakelijk was af en toe te rusten, en hij voelde zich niet schuldig wanneer hij dit deed (Mark. 6:31, 32). Bovendien heeft „een blij hart . . . een goede uitwerking op het gelaat”, en als u gelukkig bent, móet dit wel een gunstige uitwerking hebben op de mensen aan wie u getuigenis geeft. — Spr. 15:13.
20. Wat zullen de resultaten zijn wanneer u werkelijk vreugde schept in uw dienst voor Jehovah?
20 Schep dus vreugde in uw dienst voor Jehovah. Verheug u erin en schep er behagen in (Fil. 4:4). Hij wil niet dat uw aanbidding van hem een last is. Indien u vreugde schept in uw dienst, zal uw hart u ertoe aanzetten nog meer te doen. Geluk is aanstekelijk en zo’n geest zal zich in de gehele gemeente manifesteren. Nieuwelingen zullen dit opmerken en zullen eveneens zien dat de wegen van Jehovah werkelijk een lust zijn en zullen zich in de blijmoedige dienst voor hem bij u aansluiten. — Zach. 8:23.
-
-
Kunt u zich dit herinneren?De Wachttoren 1975 | 1 januari
-
-
Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u zich de volgende punten ongetwijfeld herinneren:
● Wat was het doel van Jezus’ transfiguratie?
Ze had ten doel aan te tonen dat Jezus’ tegenwoordigheid in Koninkrijksmacht in hemelse heerlijkheid zou zijn. De verschijning van Mozes en Elia (waarbij Mozes de Wet en Elia de profeten vertegenwoordigde) in het transfiguratievisioen onthulde dat zowel de Wet als de profeten Christus hebben voorzegd. — Blz. 494.a
● Waarom zijn waardevolle dingen, zoals Spreuken 18:11 zegt, „een beschermende muur” in de „verbeelding” van de rijken?
-