Ouders, onderricht u uw kinderen?
„Leidt een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; wanneer hij dan oud wordt, zal hij er niet van afwijken.” — Spr. 22:6, NW.
1. (a) Wanneer dienen ouders over de toekomst van hun kind na te gaan denken, en hoe grondig moet het opleidingsprogramma zijn dat zij dienen voor te bereiden? (b) Welk doel dienen ouders goed in de geest van het kind in te prenten en waarvan zijn zij verzekerd als zij Jehovah’s uitdrukkelijke bevel in Spreuken 22:6 (NW) opvolgen?
OUDERS, denkt nog vóór de geboorte van uw kind over zijn toekomst, zijn doel in het leven en de wijze waarop hij deze met uw hulp zal kunnen bereiken, na. Begint op dat ogenblik voor uzelf een serie instructies te formuleren, zo grondig en volledig als maar enigszins mogelijk is. Weest erop voorbereid uw kind te leren hoe hij zich bij elke levensstap moet gedragen. Geef hem zodra hij iets kan begrijpen — ja, reeds in zijn vroege kinderjaren — een uiteenzetting van de toekomst. Toont hem zijn plichten en verantwoordelijkheden. Instrueert en leidt hem, zodat hij weet hoe hij de plichten ten uitvoer kan brengen, aan de gevaren kan ontkomen en de zegeningen zeker kan stellen, welke alle vóór hem liggen. Prent het doel van eeuwig leven goed in de geest van het kind in, door hier dagelijks de nadruk op te leggen; leidt hem vervolgens langzaam, stap voor stap, op de weg ten leven, welke u voor hem hebt uitgestippeld, totdat elke stap een stevig gewortelde gewoonte is geworden. Bidt er onophoudelijk om dat Jehovah al dit onderwijs en onderricht zegent. Dan hebt u Jehovah’s uitdrukkelijke bevel gehoorzaamd: „Leidt een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; wanneer hij dan oud wordt, zal hij er niet van afwijken” (Spr. 22:6, NW). Gods Woord verzekert ons ervan dat wanneer wij een kind opleiden terwijl het nog jong en voor indrukken vatbaar is, een dergelijke opleiding nooit uitgewist en zulke goede gewoonten nooit vernietigd zullen worden.
2. Wat betekent het Hebreeuwse woord hhanákh, en welke houding dienen ouders ten aanzien van het onderrichten of opleiden van hun kind aan te nemen?
2 Het Hebreeuwse woord hhanákh, dat met „opleiden” of „inwijden” wordt vertaald, betekent ook opdragen. Het wordt dikwijls in verband met het opdragen van een persoon, een huis of een ding aan de dienst van God gebruikt. Draagt uw kind daarom aan God op, ouders; onderricht hem vervolgens, leidt hem op en geeft hem streng onderricht als Gods kind, dat hij aan uw zorgen heeft toevertrouwd. „Ziet, zonen zijn een bezit van Jehovah; de vrucht van de schoot is een beloning” (Ps. 127:3, NW). Indien ouders deze woorden in gedachten houden en ze door hun eigen gedrag illustreren, zullen hun zonen en dochters de weg des levens duidelijk voor zich zien liggen en geen redenen bezitten om deze te verlaten.
3. Welke les die ouders uit het dierenrijk kunnen leren, moeten zij hun kinderen goed inprenten?
3 In het dierenrijk getroosten ouders zich zeer veel moeite om hun jongen dusdanig te onderrichten, dat ze in leven blijven. Neem bijvoorbeeld eens een moederhert en haar kalfje. Wat weet het hertje over de boosaardige bergleeuw en hoe het eraan kan ontkomen om dit krachtige beest tot maaltijd te dienen? Zo goed als niets. Jehovah heeft het moederdier echter wijsheid geschonken ten aanzien van methoden om in leven te blijven. Instinctief onderricht het moederhert daarom haar jongen hoe aan gevaar te ontsnappen en er het leven af te brengen. Haar eerste regel is blinde gehoorzaamheid aan haar instructies. Wanneer er gevaar dreigt, geeft het moederhert haar jongen het bevel absoluut bewegingloos te blijven liggen. Daar het kalfje een schitterende schutkleur heeft en volmaakt stil ligt, blijft het voor zijn vijanden verborgen. De leeuw brult ten einde het jong bang te maken zodat het zich beweegt en zijn positie verraadt. Ogenschijnlijk zou het verstandiger voor het hertje kunnen lijken wanneer het zou opspringen en zo hard mogelijk zou wegrennen. Hoe ver denkt u echter dat het zou komen, voordat de hongerige leeuw zich erop zou storten? Beslist niet ver. Het kleine dier gehoorzaamt zijn moeder totdat het gevaar geweken is. Dan komt de moeder terug en geeft het jong een teken dat het zich weer bewegen mag. Het kleintje springt overeind, gelukkig dat het nog leeft. De moeder likt het vol genegenheid omdat het gehoorzaam is geweest. Ja, gehoorzaamheid betekent leven, ongehoorzaamheid de dood. Deze uitermate belangrijke les moeten menselijke ouders hun kinderen goed inprenten.
4. Wat moeten ouders weten voordat zij bijbelse beginselen kunnen onderwijzen, en welke schriftuurlijke raad wordt kinderen gegeven?
4 Voordat ouders hun kinderen de in Gods Woord uiteengezette manieren om in leven te blijven, kunnen inprenten, moeten zij ze zelf kennen en erdoor geleid worden. Mozes zei tot Israëlitische ouders: „Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn.” Hierna verklaarde hij: „Gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat” (Deut. 6:4-9). Jehovah geeft kinderen het bevel naar dergelijke theocratisch onderrichte ouders te luisteren: „Bewaar, mijn zoon, het gebod van uw vader en verwerp de onderwijzing van uw moeder niet. Bind ze bestendig op uw hart, hang ze om uw hals. Als gij op weg zijt, moge het u leiden; als gij u nederlegt, moge het over u waken, als gij wakker wordt, moge het u toespreken. Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven.” Kinderen moeten ervan op de hoogte worden gesteld dat het Jehovah’s wil voor hen is naar ouderlijke instructies te luisteren, want dat is de weg des levens. — Spr. 6:20-23; 4:10-13, 20-24.
HET HUIS, HET CENTRUM VAN ONDERRICHT
5. Wat is het centrum van onderricht voor het kind, wie heeft daar de leiding en waarom is dit leiderschap onontbeerlijk?
5 Het huis is het centrum van theocratisch onderricht. Wat thuis gebeurt, zal op de rest van het leven van het kind zijn invloed doen gelden. De vader is het hoofd van het opleidingscentrum. Op hem rust de verantwoordelijkheid bij het onderrichten van zijn kinderen de leiding te nemen. De bijbel legt er met de volgende woorden de nadruk op dat vaders ten aanzien van het onderwijzen van hun kinderen de belangrijkste rol spelen: „Gij vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen grootbrengen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah” (Ef. 6:4, NW). Dr. B. Spock zegt: „Sommige vaders zijn gaan denken dat de zorg voor baby’s en kinderen geheel en al voor rekening van de moeder komt. Dit is een verkeerd denkbeeld.” Zoals de bijbel toont, moet een man in het belang van de ontwikkeling van zijn kinderen bij hen zijn. Indien hij niet bij hen is, beïnvloedt dit hun groei, of hij zich hier nu iets van aantrekt of niet. Het kind is erg gesteld op zijn vader. „Mijn vader weet waar hij over spreekt”, zegt het kind. Wanneer de vader echter nalaat om onderricht te geven of de leiding te nemen, of als hij buitensporig kritisch wordt, of te streng en hardvochtig, kwetst hij het kind innerlijk. Hij verwacht meer van zijn vader en terecht.
6. Welke vijf factoren, die een helder licht wierpen op het thuis gegeven onderricht, werden er door een onderzoek onthuld?
6 Een onderzoek heeft onlangs vijf factoren aan het licht gebracht welke een groot aantal misdadige kinderen van een groot aantal niet-misdadige kinderen deden verschillen. Dit onderzoek, dat een periode van tien jaar besloeg, onthulde dat de factoren die het verschil uitmaakten, de volgende waren: 1. streng onderricht door de vader, 2. toezicht door de moeder, 3. genegenheid van de vader, 4. genegenheid van de moeder, en 5. samenhang van het gezin. Men deed de verbazingwekkende ontdekking dat de kinderen veel nadruk legden op de leiding, de genegenheid en het strenge onderricht van de vader. De buitensporig strenge, hardvochtige en onredelijke vader stond laag aangeschreven. De vastberaden, vriendelijke vader ontving een hoge waardering. De zorgeloze moeder die haar kind maar wat op straat liet zwerven, werd laag aangeslagen. Aan dit ene feit kan men niet ontkomen: het onderricht dat de kinderen thuis van vader en moeder ontvangen, bepaalt voor het grootste gedeelte of zij goed of slecht worden.
7. Waarom nemen zondagsscholen niet de plaats van het huis in als opleidingscentrums?
7 Ouders moeten zich niet met de gedachte bedriegen dat zij Gods uitdrukkelijke bevel om een kind te onderrichten, gehoorzamen, door hem enkel en alleen maar naar de een of andere zondagsschool of een andere religieuze bijeenkomst toe te sturen. Thuis moet fundamenteel religieus onderricht worden gegeven. Deze verantwoordelijkheid kunnen ouders niet zo maar op een ander afschuiven. De verslagen tonen dat op het zondagsschoolsysteem niet Gods zegen rust. Hoewel in de Verenigde Staten meer dan 36.000.000 kinderen de bijna 300.000 zondagsscholen bezoeken, worden volgens een vooraanstaande predikant „maar weinig levens in een van Christus vervuld discipelschap omgevormd”. Wij willen dat onze kinderen niet op een dieet van een krachteloos geloof maar van krachtig geestelijk voedsel opgroeien, dat hen tot rijpe christelijke mannen en vrouwen met een vernieuwde persoonlijkheid kan maken. De plaats voor een dergelijk onderricht is thuis, waarbij de ouders dan de leiding nemen.
EEN SPECIFIEK VAN-DAG-TOT-DAG-PROGRAMMA
8. Welk specifieke programma dienen ouders voor hun kinderen te hebben, en waarom is het zo belangrijk dat er elke dag een bepaalde tijd voor studie wordt vastgesteld?
8 Het onderricht thuis heeft meer kans op slagen als de ouders een specifiek van-dag-tot-dag-programma voor de kinderen opstellen. Dagelijks dient op een vastgestelde tijd in de bijbel te worden gelezen, waarna een kort overzicht volgt om te zien of de kinderen het gelezene hebben begrepen. Met de bespreking van de dagtekst en het commentaar in het Yearbook of Jehovah’s Witnesses [of de aangegeven paragrafen in De Wachttoren] dient elke dag dezelfde methode te worden gevolgd. Er dient ook een wekelijkse huisbijbelstudie met de kinderen te worden gehouden en een wekelijkse gezins-Wachttoren-studie waaraan men de kinderen moet laten deelnemen. Houd in gedachten dat de dag en de tijd voor elk van deze studiën vastgelegd moet zijn, zodat het kind op die bepaalde dag en dat bepaalde uur precies weet wat het kan verwachten. Als men eenmaal studiegewoonten heeft gevormd, zijn deze moeilijk te verbreken. Wanneer het kind dan eens van huis weggaat, zal zijn geest naar hetgeen moeder en vader op die bepaalde uren doen, worden toegetrokken. Dit trekt het kind dichter binnen de gezinskring en zal hem ertoe brengen over de goede dingen die hij thuis heeft geleerd, na te denken.
9. Noem de verschillende dingen welke ouders hun kinderen dienen te leren, en noem hier de reden voor.
9 Kinderen kunnen iets heel gemakkelijk onthouden. Oefen hen hun geest te gebruiken om zich belangrijke bijbelpassages te herinneren. Leer hun hoe zij de namen van de bijbelboeken en andere bijbelse namen en woorden precies moeten uitspreken. Geef hun onderricht in bijbelse leerstellingen. Ontwikkel bij hen het vermogen om beslissingen te nemen en goed en kwaad van elkaar te onderscheiden. Leer hun wilskrachtig te zijn. Hierdoor zullen zij worden geholpen weerstand te bieden aan verleiding wanneer zij ouder worden. Leer hun dingen met anderen te delen. Dit zal een edelmoedige geestesgesteldheid bij hen aankweken. Wees niet snel met kritiek, maar laat u wel snel sympathiek over iemand uit. Men moet kinderen leren respect voor heilige dingen te bezitten, consideratie te gebruiken met oudere broeders en zusters, met de zieken mee te voelen en tegenover iedereen vriendelijk te zijn (Lev. 19:32). Er moet hun nederigheid, bescheidenheid en moraliteit worden bijgebracht. Wanneer een kind tien jaar is, heeft het een sterk ontwikkeld zedelijkheidsgevoel. Prent in deze ontvankelijke geest de bijbelse beginselen van moraliteit in. Leer het kind de goede en verkeerde kanten van omgang met de andere sekse, hoe het zich op gezellige bijeenkomsten moet gedragen, enzovoorts. In deze jaren, waarin het kind sterk voor indrukken vatbaar is, wegen grote en kleine dingen zwaar; onderricht uw kinderen daarom. Leer hun in kleding, spreekgewoonten en in andere dingen netjes te zijn, en dit zowel in de beslotenheid van hun huis, als in het openbaar. Onderricht hun voor hun eigen kamer, schoenen, kleren, enzovoorts, te zorgen. Leer hun ten aanzien van geld het verschil tussen buitensporigheid en beleid, tussen gierigheid en edelmoedigheid. Laat hen van hun zakgeld iets voor het onderhoud van de Koninkrijkszaal geven. Laat hen voor de lectuur die zij gebruiken, betalen; leer hun hierdoor de waarde van geld kennen. Leer hun bedachtzame en betekenisvolle gebeden op te zenden. Prent hen de beste manieren in en zij zullen u hier zeer dankbaar voor zijn. Op uw beurt zult u voor uw geduld en harde arbeid met grote blijdschap beloond worden: „De vader van een rechtvaardige zal zich stellig verblijden; wie een wijze verwekt, zal zich ook over hem verheugen. Uw vader en uw moeder zullen zich verheugen, en zij die u baarde, zal zich verblijden.” „Een dwaas zoon is zijn vader [echter] een ergernis en een verdriet voor wie hem baarde.” „Wie een zot verwekt, dien wordt het tot kwelling, de vader van een dwaas zal zich niet verheugen” (Spr. 23:24, 25, NW; 17:25, 21). Onderricht in de jeugdjaren maakt het verschil uit.
STRENG ONDERRICHT EN OPLEIDING
10. Waarom is Manoahs gebedsvolle houding een goed voorbeeld voor ouders in deze tijd?
10 Ouders, vraagt Jehovah om leiding bij het opleiden en streng onderrichten van uw kind. Manoah, de vader van Simson, wilde dat zijn zoon op de juiste wijze zou opgroeien. Daarom bad hij tot Jehovah om hem bij het onderrichten van zijn jongen te helpen. „Och, Here”, zo bad Manoah, „moge de man Gods, dien Gij gezonden hebt, nog eens tot ons komen en ons leren, wat wij met den jongen moeten doen, die geboren zal worden.” „En God verhoorde de bede van Manoah, zodat de Engel Gods wederom . . . kwam” en hun instructies gaf. Hun zoon groeide op tot een getrouwe dienstknecht van Jehovah (Richt. 13:8-14). Volg dit goede voorbeeld na. Bid Jehovah om leiding en laat u dan leiden door zijn Woord.
11. Waarom moet er op goede kinderen worden toegezien en moeten zij worden geleid, en wat zeggen verschillende autoriteiten over het streng onderrichten van kinderen?
11 Hoe goed de bedoelingen van een kind ook zijn, toch is het een kind en moet het als een kind behandeld worden. Men moet voortdurend op hem toezien, want „dwaasheid is in het hart des jongen gebonden” staat in het boek Spreuken; „de roede der tucht [streng onderricht, NW] zal ze verre van hem wegdoen.” Ouders moeten bij hun onderricht op redelijke wijze consequent zijn. Zij moeten denken, spreken en handelen in de overtuiging dat het kind zich goed zal gedragen, en zij dienen er ook op toe te zien dat het dit doet. Soms moet men de letterlijke roede gebruiken om de vrede en het respect in het gezin te bewaren. De Schrift geeft de raad: „Onthoud de tucht [het strenge onderricht, NW] niet aan den knaap; slaat gij hem met den stok, hij sterft er niet van; gij slaat hem wel met den stok, maar redt zijn leven van het dodenrijk” (Spr. 22:15, SV; 23:13, 14). Dr. Spock verklaart: „Vastberaden leiding welke uit toewijding voortspruit, is niet alleen góed voor kinderen — zij hóuden er zelfs van!” De vader en de moeder moeten in voldoende mate voor hun kind zorgen om het te leren wat goed en verkeerd is. J.E. Hoover, het hoofd van de Amerikaanse federale recherche, zei: „Streng onderricht kweekt, wanneer het eerlijk en consequent wordt gegeven, trots en respect. Kinderen verlangen er wanhopig naar om streng onderricht te worden. Oppervlakkig gezien, kunnen zij er tegen in opstand komen, maar op een dieper niveau, waar het karakter wordt gevormd, wil een kind verteld krijgen wat het wel en niet kan doen. Hij heeft handwijzers nodig, door middel waarvan hij zich in de wereld kan oriënteren, en ziet hiervoor naar zijn ouders op. Is het een wonder dat een kind liefde en respect voor de ouders verliest, wanneer dezen lui, onverschillig of al te toegeeflijk zijn? Hoe kan een kind tegen een vader of moeder blijven opzien die het voortdurend op een akkoordje gooit en voor hem zwicht?” Rechter P.B. Gilliam van de jeugdrechtbank te Denver, Colorado, sprak in dezelfde trant toen hij een rechtstreekse raad gaf welke voor gewetensvolle ouders van belang is en welke hen kan helpen: „Jonge mensen hebben in hun leven heel veel ouderliefde nodig. Dit betekent dat men hun het strenge onderricht moet geven dat zij nodig hebben en waar zij, zonder het te weten, vurig naar verlangen. Het betekent eveneens op verstandige wijze van uzelf, uw ervaring en uw oordeel te geven.” Weerhoud uzelf er dus niet van om iemand die nog maar een jongen is, streng te onderrichten. Hij zal niet dood gaan van een stevig pak slaag op zijn broek. Het zal hem ervan verzekeren dat u zich om hem bekommert. De volgende schriftuurplaatsen leggen de nadruk op het verstandige van streng onderricht: Spr. 3:11, 12; 4:1; 13:1, 24; 19:18; 22:15, SV; 23:13, 14.
12. Toon hoe een ogenschijnlijk duidelijk bevel verwarrend voor een kind kan zijn. Wat moeten ouders doen ten einde instructies duidelijk voor kinderen te laten zijn?
12 Wanneer een kind ongehoorzaam is, behoeft een pak slaag niet altijd het juiste antwoord te zijn. Indien u als ouders tact, zelfbeheersing, wijsheid en een beetje gezond verstand aan de dag legt, zal dit zeker zijn vruchten afwerpen. Een warme glimlach werkt zeer ontwapenend; zelfs kleine kinderen kunnen hier geen weerstand aan bieden. Vergewis u er, voordat u uw kind een standje geeft, echter van of hij en niet uzelf een fout heeft begaan. U zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: „Jantje, kras niet in de boeken van het Genootschap, anders zal ik je een paar klappen moeten geven!” Dat klinkt duidelijk genoeg, is het niet, maar ook voor Jantje? U staat hem wel toe om in andere boeken iets aan te strepen. Hij ziet dat u in uw bijbel bepaalde dingen onderstreept, en daarom denkt zijn kleine geest: „Waarom niet in dit boek?” Wanneer u uw kind dus onderricht, laat het dan op een begrijpelijke wijze gebeuren. „Dit boek is van papa. Daar mag je geen strepen in zetten.” Of: „Dit boek moet in de velddienst verspreid worden. Daarom mag er niet in geschreven worden — begrijp je?” Verschaf een reden voor uw bevel. Een paar klappen helpen niet altijd.
13, 14. (a) Welk doel zullen ouders hun kind voor ogen willen stellen, en hoe? (b) Op welke wijze kunnen ouders hun kind in de van-huis-tot-huis-bediening opleiden? (c) Welke hoedanigheden zullen het kind helpen inzien dat de bediening een begerenswaardige loopbaan is om nagestreefd te worden? (d) Hoe kunnen ouders hun kinderen leren werk te verrichten en verantwoordelijkheid te accepteren?
13 Theocratische ouders zullen hun kind de wens willen inprenten om een van Jehovah’s dienstknechten te worden. Stel het kind dit doel reeds vroeg voor ogen. U kunt dit het beste doen door zelf een goed voorbeeld te geven. Neem uw kind met u mee in de van-huis-tot-huis-bediening en bij het nabezoek- en huisbijbelstudiewerk. Verklaar hem waarom u dit of dat doet. Vergewis u ervan of het kind zowel het hoe als het waarom van wat u van hem verwacht, begrijpt. Vertel hem waarom u dat speciale toespraakje aan de deur hield, waarom u in plaats van de tijdschriften, het boek aanbood. Lok zijn commentaar uit. Prent hem respect in door redenen voor uw instructies aan te voeren. Men moet niet altijd alles voorschrijven. — Ex. 12:26, 27.
14 Vriendelijkheid, warmte en begrip spelen een uitermate belangrijke rol bij het aankweken van de wens bij een kind om een van Jehovah’s getuigen te worden. Het is niet voldoende om alleen maar tegen uw zoon of dochter te zeggen: „Ik zou graag zien dat jij een dienstknecht van Jehovah werd.” Het kind moet in de persoon van u goede redenen zien om dit te worden. Wat u zegt, hoe u leeft en hoe u zich gedraagt, wordt in de geest van het kind voor of tegen de bediening afgewogen. Wanneer u uw onderricht daarom met tedere liefde en genegenheid gepaard laat gaan, zal het kind zien dat de bediening een begerenswaardige loopbaan is om nagestreefd te worden. Aarzel niet uw kind te vertellen hoe prettig u het vindt hem in de Koninkrijkszaal bij u te hebben en hoe u het waardeert dat hij commentaar geeft en aantekeningen maakt. Moedig hem aan wanneer dit maar mogelijk is en doe het vol oprechtheid. Het zal werkelijk een verbluffend goede uitwerking hebben. Prijs hem zelfs voor het kleinste werkje dat hij doet. Hij is misschien langzaam en ondoeltreffend, maar u moet niet vergeten dat hij nog maar een kind is. Hij heeft er meer tijd voor nodig om iets te zien en te doen. Maak niet van alles een groot geschilpunt. Wanneer u hem ergens in oefent, laat het dan natuurlijk, gemakkelijk en juist lijken. „Zolang iets maar leuk is”, zo zegt een ontgoochelde vader, „zijn de kinderen een en al energie; wanneer het werk echter een sleur wordt of zij zich er wat meer voor moeten inspannen, laten zij het liggen.” Wel, maak het wassen van de vaat, het maaien van het gras, het poetsen van de auto, het schoonmaken van de Koninkrijkszaal, de dienstcentrumactiviteit en de velddienst tot iets plezierigs — iets „leuks”. Wees echter geduldig met kinderen. Er is tijd voor nodig om goede werkgewoonten en een juiste geestesgesteldheid tot ontwikkeling te brengen. Wanneer volwassenen echter een goed voorbeeld geven en prettig met het kind samenwerken, kan het doel van de bediening bereikt worden. Dr. C.D. Elmott, hoofd van een adviesbureau en van het middelbaar onderwijs te Santa Barbara in Californië, verklaarde: „Wanneer jonge mensen in een betrekking ervaring krijgen, beginnen zij werkelijk op te groeien.” Leer hun eerst kleine werkjes op zich te nemen en dan zwaarder werk en een zwaardere verantwoordelijkheid te accepteren. Spoedig zullen zij in de dienst leiding kunnen geven en zich als dienaar van hun taak kunnen kwijten. Onthoud hun dit voorrecht niet. Laat uw kind ook een vak leren en misschien wil hij er ook nog een liefhebberij op nahouden. Wanneer hij wat ouder wordt, zal hij hierdoor worden geholpen evenwichtig te blijven.
KLEINE DINGEN BETEKENEN VEEL
15. Op welke wijze kunnen ouders bij het opleiden van hun kinderen tact gebruiken?
15 Kinderen zijn erg gevoelig. Kleine dingen betekenen veel voor hen. „Als moeder en vader alleen maar wat meer waardering zouden tonen”, zeggen zij. Toon dus waardering. Prijs uw kind, wanneer u maar kunt. Wees sympathiek en begrijpend. Zeg: „Ik vond dat overzicht tamelijk moeilijk, maar jij hebt toch een mooi aantal punten.” Heb altijd iets goeds te zeggen, want daardoor slijpt u de scherpe kantjes van uw kritiek af. „Jongen, ik vond dat jij op de school der theocratische bediening een goede lezing hield. Blijf echter werken aan de punten die de schooldienaar noemde.” Geef uw kind alleen maar een standje, als het absoluut nodig is. Verzacht zulke slagen echter zelfs dan nog met liefde, genegenheid en een begrijpende toon. Houd dit in gedachten: „Een berisping maakt op den verstandige meer indruk.” Bovendien wordt ons gezegd ’tactvol te zijn jegens allen’, hetgeen ook onze kinderen omvat. — Spr. 17:10; 2 Tim. 2:24, 25, NW; Gal. 6:1.
16. Wat is de belangrijkste factor bij het opvoeden van kinderen, en waarom is het belangrijk dat ouders er de tijd voor nemen om naar hun kinderen te luisteren?
16 De belangrijkste factor bij de opvoeding van een kind is dat de ouders het kind in die zin liefhebben, dat zij het zijn toegewijd, de wens koesteren dat het goed terechtkomt en behagen scheppen in al zijn goede hoedanigheden. Dr. Spock zegt: Een kind „brengt zijn toewijding aan zijn ouders tot uitdrukking door zich naar hun beeld te vormen; dit niet slechts door hun bekwaamheden, bezigheden en manier van spreken na te bootsen, maar door werkelijk pogingen te doen om net als zij beschaafd te zijn en verantwoordelijkheidsgevoel te bezitten. Op deze wijze verwerft de jongen veel van zijn verlangen om net als zijn vader met mannen samen te werken, dapper te zijn in gevaar, hoffelijk te zijn tegenover vrouwen en zich in een betrekking getrouw van zijn taak te kwijten. Op deze wijze wordt een meisje ertoe aangespoord om net als moeder, thuis behulpzaam te zijn, baby’s (zowel levende baby’s als poppen) te verzorgen en zacht te zijn tegenover de andere leden van het gezin.” Op dezelfde manier zal uw kind u willen nadoen en een dienstknecht van God willen worden. Geef hem daarom een goed voorbeeld. Toon kinderen liefde en sympathie. Luister naar hun problemen en ervaringen, want dit geeft hun het gevoel dat hun gedachten belangrijk voor u zijn, dat u weet wat zij op het hart hebben, dat u zich om hen bekommert en hen met hun problemen kunt helpen. Indien ú niet naar hen luistert, zal een ander dit doen, en dan zouden zij wel eens een verkeerde raad kunnen krijgen.
17. (a) Wat heeft ieder kind nodig, en hoe kunnen hiervoor regelingen worden getroffen? (b) Hoe kunnen ouders hun kind een zendingsgeest geven, en wat is de grootste zegen welke zij een kind kunnen schenken?
17 Voed uw kinderen op, zoals u als kind zelf opgevoed zou willen worden. Heb belangstelling voor hen. Ouders, waar zijn uw kinderen nu? Wat doen zij? Wanneer heeft u voor het laatst van hart tot hart met hen gesproken? Ieder kind moet de gelegenheid bezitten om een ouder eens geheel en al voor zich te hebben. Geef hem die kans, door eens een eind met hem te gaan wandelen. Hierdoor kan hij u leren kennen. Neem hem met u mee in de dienst, op picnics en wanneer u een eindje gaat rijden; speel met hem. Neem uw kind mee naar doopdiensten, naar alle gemeentevergaderingen en naar nationale en internationale congressen van Jehovah’s getuigen. Werk, wanneer dit maar mogelijk is, naast hem. Moedig hem aan om als een vakantiepionier te prediken en te onderwijzen. Laat hem met u op die plaatsen dienen, waar een grote behoefte aan het Koninkrijksgetuigenis bestaat. Schenk zijn jonge geest door het voorlezen van Yearbook-ervaringen en door zendelingen en pioniers in uw huis te ontvangen en te onthalen, een zendingsgeest. Leer uw kind de broeders en zusters, de waarheid van Gods Woord en de Nieuwe-Wereldmaatschappij lief te hebben, want dit is de weg ten leven. Welke grotere zegen kan een ouder zijn kind schenken, dan dat hij hem goed kennis laat maken met de Koninkrijksbediening, welke de weg is tot het eeuwige leven?
18. (a) Wanneer kinderen op welke wijze zijn onderwezen, blijven zij meestal in overeenstemming met hun vroege onderricht leven? (b) Wat wordt door de juiste opleiding van het kind gerechtvaardigd?
18 Over het geheel genomen, dwalen kinderen niet van die weg af wanneer hun wordt geleerd om ijverig te zijn, wanneer zij met een passende combinatie van strengheid en genegenheid in toom worden gehouden, wanneer zij erin geoefend worden om aan moeilijkheden het hoofd te bieden, op hun plaats te blijven en te gehoorzamen, en indien aan dit alles door goede voorbeelden kracht wordt bijgezet, terwijl er voortdurend voor hen en met hen gebeden wordt. De goede uitwerking van een dergelijke opvoeding is, waar zij ook heengaan, hun leven lang te merken. Zulke goed opgevoede kinderen gaan voor hun ouders een bron van diepe vreugde vormen. Ja, ouders, Jehovah’s Woord verklaart: „Innig verheugt zich de vader van een rechtschapene” (Spr. 23:24, PC). Ouders, leidt uw kind daarom op in de weg die hij dient te bewandelen. Indien u dit doet, zal uw kind een vreugde voor ú en een zegen voor de theocratische organisatie zijn, en zal hij de regeling welke Jehovah voor het opvoeden van kinderen instelde, namelijk, het huis, met de vader en de moeder in de sleutelposities, rechtvaardigen.