Een manier om geschillen bij te leggen
IN DEZE kritieke tijden die moeilijk zijn door te komen, blijken zowel afzonderlijke personen als hele naties ’niet ontvankelijk te zijn voor enige overeenkomst’. Vaak is er maar één punt waarover de twistende partijen het eens zijn, namelijk dat zij het oneens zijn. — 2 Tim. 3:1, 3.
Maar als twee personen elkaar nu onrecht doen of er misverstanden rijzen, is er dan geen beproefde, betrouwbare manier om dergelijke geschillen bij te leggen, ze eens en voor altijd te begraven?
Ja, zo’n manier bestaat. Wanneer de uiteengezette procedure precies wordt gevolgd, en in de juiste geest, dan lost ze geschillen op een rechtvaardige manier op. En in de meeste gevallen tot ieders tevredenheid. Maar de procedure zal alleen soepel verlopen en fijne resultaten afwerpen voor alle betrokkenen, als alle partijen de beginselen die ter ondersteuning worden aangevoerd, willen aanvaarden en daaraan willen vasthouden.
Deze beginselen zijn uiteengezet in richtlijnen die Christus Jezus als leidraad voor de christelijke gemeenten van de eerste eeuw G.T. vaststelde. Ze worden in de gemeenten van Jehovah’s Getuigen over de hele wereld nog steeds heel doeltreffend gebruikt. Laat ons deze beginselen aan een nauwkeurig onderzoek onderwerpen, want allen die persoonlijke geschillen trachten bij te leggen, kunnen er baat bij vinden.
Jezus Christus gaf aan dat de procedure uit drie opeenvolgende stappen bestaat:
STAP ÉÉN:
„Wanneer . . . uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen.” — Matth. 18:15.
Is het over het algemeen niet edeler en vriendelijker om fouten onder vier ogen te bespreken? Maar Jezus had het hier niet over onbeduidende meningsverschillen. Zoals de context onthult, verwees hij naar zaken die ernstig genoeg waren om te kunnen leiden tot iemands uitsluiting uit de gemeente van gelovigen.
Waarom „tussen u en hem alleen”?
Beschouw eens enkele redenen waarom de eerste stap een poging moet zijn om de zaak onder vier ogen in orde te brengen zonder dat er iemand anders bij betrokken wordt dan alleen u beiden. In de eerste plaats maakt uw besluit om de zaak te willen uitpraten, het noodzakelijk dat u uw persoonlijke motieven onderzoekt. Wilt u gewoon uw gevoelens luchten? Of zoekt u vergelding? Is de kwestie echt wel zo erg belangrijk? Bent u werkelijk zo verschrikkelijk onbillijk behandeld? Was het mogelijk een vergissing? Houd in gedachte wat uw motief behoort te zijn: uw broeder te winnen, hem terug te winnen. Hem te helpen een mededienstknecht van God te blijven.
Uw poging de zaak strikt vertrouwelijk te houden moet toch wel zijn respect afdwingen. Het vereist moed om iemand persoonlijk te benaderen. Hoeveel gemakkelijker zou het zijn om tegenover anderen uw grieven te luchten. Maar zou dat in harmonie zijn met „Stap Eén”?
Wanneer u de details van uw geschillen aan anderen onthult, kan het er ook wel eens op uitlopen dat u zelf in verlegenheid wordt gebracht en vernederd. „Bepleit uw eigen zaak met uw naaste, en openbaar het vertrouwelijke gesprek van een ander niet; opdat wie luistert u niet beschaamd doet staan en het door u gegeven slechte bericht niet herroepen kan worden” (Spr. 25:9, 10). Hoe zou degene die luistert, u beschaamd kunnen doen staan? Wel, als hij u nu eens zou vragen: „Heb je Stap Eén proberen toe te passen?” Wanneer u toegeeft dat u dit niet hebt gedaan, zou hij u eraan kunnen herinneren dat er aan iedere zaak ten minste twee kanten zijn, uw kant en die van de ander. En heel vaak nog een derde, de juiste kant. „De eerste in zijn rechtsgeding is rechtvaardig; zijn naaste komt binnen en doorvorst hem stellig” (Spr. 18:17). Jezus had het natuurlijk over een onbetwistbare fout, een onmiskenbare zonde. Maar zijn de bewijzen waar u over beschikt en uw interpretatie van de zaak boven iedere twijfel verheven? Hoe zou u dit beter kunnen vaststellen dan in een gesprek onder vier ogen?
Als de situatie nu eens net andersom is? Als de ander nu van mening is dat u hem onrecht hebt aangedaan? Zou u dat niet willen weten, zodat de zaak rechtgezet kan worden? Dit zou u toch de gelegenheid geven hem te vragen wat er aan de hand is, zodat u zich kan ’haasten om de zaak bij te leggen’? (Matth. 5:25) Zou dit niet beter zijn dan de grief te laten schrijnen en voortwoekeren totdat de gekrenkte persoon mogelijkerwijs algemene bekendheid geeft aan zijn grief jegens u?
Maar als Stap Eén nu eens niet het beoogde resultaat oplevert? Bent u nog steeds van mening dat u uw broeder moet winnen door op de kwestie door te gaan? Tot dusver is het geschil tussen u beiden strikt vertrouwelijk gehouden, althans door u. Wat is de volgende stap?
STAP TWEE:
„Luistert hij echter niet, neem dan nog één of twee met u, opdat uit de mond van twee of drie getuigen elke zaak bevestigd worde.” — Matth. 18:16.
Waarom „nog één of twee” meenemen?
Kent u een of twee personen die rijpheid bezitten en misschien zelfs ervaring hebben met het soort van situatie waar het om gaat, en die tegenover u beiden een objectief en onpartijdig standpunt kunnen innemen? Misschien kan anders een ouderling in de gemeente iemand aanbevelen, of wellicht zelfs het gesprek voor u arrangeren.
Maar betekent dit dat u nu al uw grieven of beschuldigingen kunt spuien tegenover degene wiens hulp u inroept? Dat is niet het geval. U kunt misschien eenvoudig het volgende zeggen: ’Ik heb een probleem met Die-en-die, en ik ben bang dat het zijn geestelijke welzijn schaadt. Ik heb Stap Eén proberen toe te passen en het is me niet gelukt hem te winnen. Nu vraag ik hulp om Stap Twee te kunnen doen. Ik wil graag dat een of twee personen bij ons gesprek aanwezig zijn en naar beide kanten luisteren’. Voorafgaande aan die bijeenkomst behoort niemand van enige zijde details te horen te krijgen. Op die manier kan niemand zich een bevooroordeelde mening vormen of een van u beiden achter de rug van de ander dingen horen zeggen die hij de ander niet in zijn gezicht zou zeggen.
Stap Twee is geen verhoor voor een rechterlijk comité. Het is eenvoudig een nog krachtiger poging om uw broeder te winnen. In plaats van het alleen te proberen, hebt u nu de hulp van nog een of twee anderen. Als uw bewijzen onomstotelijk zijn en het inderdaad uw bedoeling is ’uw broeder te winnen’, dan hebt u nu getuigen.
Maar als Stap Twee mislukt? In elk geval hebt u de zaak alleen onthuld aan personen die volgens de Schrift geautoriseerd zijn ze te horen. U hebt nu de steun van geloofwaardige getuigen dat de andere partij van iets beschuldigd wordt dat mogelijkerwijs zou kunnen leiden tot zijn uitsluiting uit de gemeente. Maar dit omvat dan nog een uiteindelijke en laatste stap.
STAP DRIE:
„Indien hij naar hen niet luistert, spreek dan tot de gemeente.” — Matth. 18:17.
Hoe spreekt u „tot de gemeente”?
De gemeente wordt vertegenwoordigd door haar lichaam van ouderlingen. En in dit geval wordt de gemeente vertegenwoordigd door een uit ouderlingen bestaand rechterlijk comité dat of door henzelf of door een andere bevoegde autoriteit wordt benoemd. Dus nu wordt uw probleem onder de aandacht van de ouderlingen gebracht. Hoe?
Vraagt u of het hele lichaam van ouderlingen uw zaak wil aanhoren? Zou dat nodig of praktisch zijn? In dit stadium vraagt u niet om door wie dan ook van hen aangehoord te worden, in elk geval niet in afwezigheid van de andere partij. Uw verzoek is of de zaak voor een daartoe benoemd en rechterlijk comité kan komen. U brengt eenvoudig een of meer ouderlingen ervan op de hoogte dat u een probleem hebt met Die-en-die en dat u Stap Eén en Stap Twee hebt geprobeerd. Nu vraagt u dat Stap Drie wordt gedaan:
„Indien hij [degene die de zonde beging] zelfs naar de gemeente [vertegenwoordigd door haar rechterlijk comité] niet luistert, dan zij hij u net als een mens uit de natiën en als een belastinginner.” — Matth. 18:17.
Driemaal hebt u geprobeerd uw broeder te winnen. Bij iedere poging bent u op de juiste manier te werk gegaan. Toch zijn de feiten aan niemand anders onthuld dan aan degenen die volgens de bijbel geautoriseerd zijn om ze te horen en op grond daarvan een beslissing te nemen. Zover het u betreft, is de zaak geen onderwerp van gesprek in de gemeente geworden.
Het is waar dat geen enkel geschilpunt bijgelegd kan worden als uw broeder niet daartoe bereid is. U kunt hem dan niet winnen. Maar ondanks het feit dat u zich verplicht voelde de behandeling van de zaak zover door te voeren als nodig was, was uw beweegreden in werkelijkheid steeds het bevorderen van vrede. „Zijt indien mogelijk, voor zover het van u afhangt, vredelievend jegens alle mensen.” — Rom. 12:18.
Deze beginselen voor het bijleggen van geschillen, zoals Jezus ze heeft uiteengezet, zijn praktisch. Ze sorteren effect. Als dergelijke christelijke beginselen door iedereen werden opgevolgd, zou de wereld beslist een betere plaats zijn om in te leven.