Wat wordt er met de geest bedoeld?
GODS geschreven Woord is een schatkamer vol wijsheid, maar hoe kan iemand van deze rijkdommen voordeel trekken wanneer hij er geen moeite voor doet er een nauwkeurig inzicht in te verkrijgen? In Spreuken 4:7 (NW) wordt in dit verband een goede raad gegeven: „Wijsheid is het voornaamste. Verwerf wijsheid; en bij alles wat gij verwerft, verwerf inzicht.”
Het kennen van de verschillende betekenissen van in de bijbel gebruikte uitdrukkingen, vormt een belangrijke factor bij het verwerven van inzicht. Het woord „geest” heeft bijvoorbeeld op zijn minst zeven verschillende betekenissen. Pas wanneer men deze betekenissen kent, kan men de schriftplaatsen waarin het woord wordt gebruikt, met een nauwkeurig inzicht lezen.
In het Hebreeuws en het Grieks, de talen waaruit de bijbel is vertaald, bezit het woord „geest” de fundamentele gedachte aan iets wat op wind gelijkt, iets onzichtbaars en krachtigs, zoals lucht die in beweging is. Om deze reden worden Jehovah God, Jezus Christus en engelen geesten genoemd. Alhoewel zij niet door de mens gezien kunnen worden, bezitten zij een macht die door de uitwerking welke deze op aarde heeft, aan de mens kenbaar gemaakt kan worden. In Johannes 4:24 (NW) wordt ons gezegd dat ’God een geest is’ en in 1 Korinthiërs 15:45 (NW) wordt de opgestane Jezus Christus „een levengevende geest” genoemd. Over engelen wordt in Hebreeën 1:7 (NW) verklaard: „Hij maakt zijn engelen geesten.”
Het Hebreeuwse woord voor geest is roeach en het Griekse woord pneuma. Sommige bijbelvertalingen geven het Hebreeuwse woord nesjamáh in Job 26:4 en Spreuken 20:27 als geest weer, maar nauwkeuriger vertalingen gebruiken hier het woord „adem” in plaats van geest. Dit woord nesjamáh is het woord dat in Genesis 2:7 is gebruikt voor de levensadem die ten tijde van Adams schepping in Adam werd geblazen. Door het feit dat het hier wordt gebruikt, wordt te kennen gegeven dat wat God in Adams neusgaten blies, letterlijke adem was. De werkzame levenskracht die God hem gaf en die veroorzaakte dat hij een bewust bestaan kon leiden, was echter zijn roeach of geest. Deze werkzame levenskracht wordt niet speciaal in Genesis 2:7 vermeld, maar er wordt wel elders naar verwezen. — Gen. 6:17; 7:22; Pred. 12:7.
De levenskracht of het levensbeginsel in aardse schepselen, dat door de ademhaling in stand wordt gehouden, is een van de betekenissen van geest. In Job 27:3 wordt het woord in deze betekenis gebruikt. „Zolang mijn adem nog ten volle in mij is, en de geest Gods in mijn neusgaten.” Het Hebreeuwse woord nesjamáh wordt in deze schriftplaats voor de letterlijke adem gebruikt, terwijl roeach voor geest of levenskracht wordt gebruikt.
Soms doelt het woord geest op iemands geestesgesteldheid. Dit is iets wat niet gezien kan worden maar wat zich op een zichtbare wijze uit door iemands uitlatingen of daden. In Psalm 34:19 18 heeft het woord geest duidelijk betrekking op de geestesgesteldheid: „De HERE is nabij de gebrokenen van hart en Hij verlost de verslagenen van geest.” Net zoals een steen met een hamer verpletterd kan worden, voelt een berouwvol persoon zich verpletterd of verslagen wanneer Gods Woord hem de ernst van zijn zonden onder de aandacht brengt. Hij zoekt nederig vergeving, net zoals de mensen die „diep in hun hart getroffen” waren door schuldgevoelens als gevolg van wat Petrus hun met Pinksteren zei (Hand. 2:37, NW). De uitdrukking ’verslagen van geest’ duidt derhalve op de geestesgesteldheid van iemand die zich bewust is geworden van zijn zonden en van zijn geestelijke nood.
Toorn is een geestesgesteldheid die af en toe door het woord „geest” te kennen wordt gegeven. In Richteren 9:23 wordt deze geestesgesteldheid „een bozen geest” genoemd. Deze uitdrukking werd gebruikt in verband met de kwalijke gevoelens die tussen Abimélech en de inwoners van Sichem waren gerezen. Dezelfde toestand van toorn wordt in Prediker 10:4 (SV) „de geest des heersers” genoemd die tegen iemand ontbrandt. In Spreuken 25:28 wordt hierop gezinspeeld met de woorden: „Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft.” Zo kan de man worden omschreven die zijn toorn niet in bedwang houdt.
In 1 Timótheüs 4:1 (NW) komen wij een geheel andere betekenis van het woord „geest” tegen. Hier geeft het de gedachte aan een geïnspireerde uitspraak of uiting weer. Hetzelfde geldt voor 2 Thessalonicenzen 2:2 (NW), waar het Griekse woord pneuma voorkomt, dat in sommige bijbelvertalingen met geest is vertaald. Er wordt daar tot christenen gezegd: „Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven” (SV). De uitdrukking „geïnspireerde uiting” geeft de gedachte van het woord „geest” hier heel juist weer en wordt dan ook in de Nieuwe-Wereldvertaling van de Christelijke Griekse Geschriften gebruikt.
De onzichtbare, bezielende kracht die Jehovah God in werking stelt om zijn wil ten uitvoer te brengen, kan zijn heilige geest worden genoemd. Op deze kracht, die zich actief met het scheppingswerk heeft beziggehouden, wordt in Genesis 1:2 gedoeld wanneer daar wordt gezegd: „De Geest Gods zweefde over de wateren.” Hetzelfde geldt voor Job 33:4: „De Geest Gods heeft mij gemaakt.” Het werk werd door zijn machtige werkzame kracht verricht. Te zeggen dat deze kracht het scheppingswerk verrichtte, alhoewel God de Schepper is, staat gelijk met te zeggen dat een lift door elektriciteit wordt omhooggeheven alhoewel een motor het eigenlijke werk verricht.
De wonderen die Jezus Christus verrichtte toen hij op aarde was, werden door Gods geest, zijn werkzame kracht, verricht. „Als ik door middel van Gods geest de demonen uitwerp, dan is het koninkrijk Gods werkelijk onverwachts tot u gekomen” (Matth. 12:28, NW). Deze zelfde werkzame kracht stelde Simson in staat verbazingwekkende daden te verrichten, zoals toen hij duizend mannen met het kaakbeen van een ezel doodde en de poorten van een stad wegdroeg (Richt. 15:14, 15; 16:3). Door middel van deze kracht werden andere mensen, zoals de vader van Johannes de Doper, ertoe bewogen te profeteren (Luk. 1:67, NW). Met Pinksteren omhulde deze geest 120 discipelen van Jezus Christus en maakte het hun mogelijk in verschillende talen te spreken, de zieken te genezen en de doden op te wekken. Op deze wijze werd Gods geest op hen uitgestort en werden zij erin gedoopt (Hand. 2:17, NW). Het woord „geest” wordt derhalve vaak gebruikt om naar de machtige, onzichtbare werkzame kracht van God te verwijzen wanneer deze in actie is en zijn wil tot stand brengt.
Zoals wij hebben gezien, heeft het woord „geest” op zijn minst zeven verschillende betekenissen. Het wordt gebruikt met betrekking tot Jehovah God, Jezus Christus, engelen, de levenskracht in aardse schepselen, de geestesgesteldheid, geïnspireerde uitingen en Gods werkzame kracht. Wanneer u bij het lezen van de Schrift deze betekenissen in gedachten houdt, zal dit u helpen met inzicht te lezen. De wijsheid die u uit een zorgvuldige studie van Gods Woord opdoet, zal voor u een weg doen opengaan die tot vele voorrechten in het dienen van de Schepper leidt en uiteindelijk eeuwig leven tot resultaat heeft. — Matth. 7:14, NW.