-
„Ga tot de mier”Ontwaakt! 1976 | 22 augustus
-
-
uit en verslinden alle insekten die ze op hun pad tegenkomen. Zo zijn zelfs vogels en mensen aangevallen, terwijl van een vastgebonden paard bekend is dat er binnen een paar uur weinig meer van over was dan een kaal skelet!
Toch heeft deze „rover” ook zijn goede kanten. In The Animal Kingdom stond hierover: „De Indianen en andere inboorlingen in hun hutten van palmbladeren zien altijd uit naar de komst van de trekmieren. Deze mensen gaan dan eenvoudig hun woningen uit en laten de insekten door hun huis zwermen, in de wetenschap dat wanneer de mieren weer zijn vertrokken, ook ander gedierte, zoals kakkerlakken, vliegen en spinnen, verdwenen zullen zijn. Hun enige zorg is dat de kolonie niet plotseling besluit in een van de huizen een nacht of nog langer te bivakkeren, wat niet zo erg plezierig is voor de bewoners.”
Zijn mieren „instinctief wijs”?
De bijbel rangschikt mieren onder de levende schepselen die „instinctief wijs” zijn (Spr. 30:24, 25). Geleerden hebben mieren in doolhoven bestudeerd en zijn tot de conclusie gekomen dat ze een herkenningsgevoel voor „markatiepunten” bezitten. Met behulp van hun reukvermogen kunnen ze zich ook door geuren laten leiden. Ze schijnen zelfs door ervaring te kunnen leren. Maar niets van dit alles betekent natuurlijk dat mieren dingen kunnen beredeneren en intelligente beslissingen kunnen nemen. Toen de regen hun geurspoor had weggespoeld, begon een kolonne trekmieren per ongeluk op een stoep een cirkelvormig pad te bewandelen, waarlangs ze bleven doorlopen tot ze allemaal dood neervielen! Niettemin is van mieren toegegeven dat ze, „hoe klein ze in vergelijking met de mens ook zijn, toch over een geheugen en een leervermogen blijken te beschikken en de kunst verstaan om fouten te herstellen”.
Dat is „instinctieve wijsheid” in actie. Niet het resultaat van redenatievermogen, maar van de instincten waarmee de Schepper deze intrigerende schepselen heeft toegerust.
Ondertussen zal het u wel duidelijk zijn geworden waarom „de luiaard” wordt aangespoord „tot de mier” te gaan (Spr. 6:6). Zo iemand kan iets leren van de ijver en de voorzorgsmaatregelen die dit nederige insekt treft. In plaats van tijdens een gunstig werkseizoen te slapen, dient hij als de mier te zijn die ’zijn voedsel bereidt in de zomer’ (Spr. 6:8; 30:25). En mocht deze aansporing een „luiaard” nog niet tot werken aanzetten, dan zal dat misschien gelukken aan een kolonne van deze ijverige insekten, wanneer ze hem in zijn sluimer onder een lommerrijke boom komen storen.
-
-
„Uitgezonden” — Waarom?Ontwaakt! 1976 | 22 augustus
-
-
„Uitgezonden” — Waarom?
HET was 1943. De Tweede Wereldoorlog woedde nog in volle hevigheid toen Jehovah’s Getuigen, tot verbazing waarschijnlijk van vele mensen, de ogenschijnlijk onpraktische stap deden om aan de opleiding van zendelingen te beginnen, voor het verrichten van dienst over de gehele aarde. Toch gebeurde dat. Op 1 februari 1943 opende de Wachttoren-Bijbelschool Gilead zijn poorten. En enkele maanden later reeds verlieten de eerste afgestudeerden van de school hun leslokalen om in diverse landen hun zendingstoewijzing te gaan behartigen. Waarom werden zij uitgezonden?
De meest fundamentele reden vindt men onder woorden gebracht door de christelijke apostel Paulus, die schreef: „Want ’een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered’. Hoe zullen zij echter hem aanroepen in wie zij geen geloof hebben gesteld? Hoe zullen zij vervolgens geloof stellen in hem van wie zij niet hebben gehoord? Hoe zullen zij vervolgens horen zonder dat iemand predikt? Hoe zullen zij vervolgens prediken indien zij niet zijn uitgezonden?” — Rom. 10:13-15.
Gileads zestigste klas
Het was dan ook met dat doel dat vijfentwintig mannen en vrouwen uit zes landen naar
-