Voortreffelijke ’werksters thuis’
PAULUS, een apostel van Jezus Christus, drong er eens bij bejaarde christelijke vrouwen op aan, hun jeugdiger geestelijke zusters een goed voorbeeld te geven. Dit zou de jongere vrouwen er onder andere toe aanzetten „thuis te werken”. — Tit. 2:3-5.
Waar denkt ú bij de uitdrukking „thuis te werken” aan? In antwoord op die vraag verklaarde een jonge christelijke vrouw: „Ik ben van mening dat ’thuis werken’ heel wat omvat. Natuurlijk wordt ermee bedoeld dat je het huis netjes en schoon houdt. Maar er zal ook bij horen dat je werkt om je gezin te verzorgen, zodat ze een gezonde maaltijd voorgeschoteld krijgen en keurig gekleed gaan. Om het heel eenvoudig te stellen: wil een vrouw een ’voortreffelijke werkster thuis’ zijn, dan moet ze voldoen aan de beschrijving van een goede vrouw en moeder in Spreuken 31:10-31.” Een christelijke vrouw op leeftijd zei dat de uitdrukking „thuis te werken” haar deed denken aan hetzelfde gedeelte uit het bijbelboek Spreuken.
Wij vinden daar bepaalde „woorden van Lemuël, de koning,” mogelijk koning Salomo. Zijn beschrijving van „een bekwame vrouw” was gebaseerd op „de gewichtige boodschap die zijn moeder hem bij wijze van correctie gaf” (Spr. 31:1). Deze woorden geven echter geen louter menselijke wijsheid weer, want ze werden door God geïnspireerd. Wat hier wordt gezegd, vertegenwoordigt dan ook Gods zienswijze en is het beslist waard zorgvuldig beschouwd te worden door christelijke vrouwen die graag voortreffelijke ’werksters thuis’ willen zijn.
DE WAARDE VAN „EEN BEKWAME VROUW”
Allereerst bespreekt koning Lemuël de waarde van een goede huisvrouw. Wel, wat is de economische waarde van een huisvrouw? Onlangs heeft de Sociale Verzekeringsdienst van de Verenigde Staten geprobeerd dit te bepalen op basis van de lonen in dat land voor banen zoals babysitten en koken. Volgens als „zeer voorzichtig” beschreven gegevens en cijfers voor 1972, bereikt een huisvrouw haar hoogste waarde tussen de vijfentwintig en negenentwintig jaar; haar jaarlijkse economische waarde op die leeftijd werd gesteld op $6417 (wat, omgerekend tegen de huidige koers, neerkomt op ƒ 16.684). Natuurlijk zullen sommigen zich wellicht afvragen òf de waarde van een huisvrouw wel bepaald kan worden, daarbij denkend aan het oude gezegde dat ’een huisvrouw nooit klaar is’.
Ook al is men het niet eens met die berekeningen of dat gezegde, het is buiten kijf dat een goede huisvrouw hoog gewaardeerd moet worden. Koning Lemuël verklaarde: „Een bekwame vrouw, wie kan haar vinden? Haar waarde gaat die van koralen ver te boven. In haar heeft het hart van haar eigenaar [haar echtgenoot] vertrouwen gesteld, en winst ontbreekt er niet. Zij heeft hem beloond met het goede, en niet het kwade, al de dagen van haar leven” (Spr. 31:10-12). Ja, „een bekwame vrouw” is kostbaarder dan de dure sieraden die handwerkslieden vervaardigen van de uit de zeeën afkomstige kleurrijke koralen. Daarbij komt dat haar echtgenoot haar ook kan vertrouwen en dat zij gedurende hun hele leven samen, goede dingen voor haar echtgenoot doet. Maar waarin bestaan haar activiteiten?
HAAR HUISHOUDELIJKE ACTIVITEITEN
Koning Lemuël beschreef „een bekwame vrouw” uit het oude Israël. Christelijke vrouwen uit deze tijd kunnen er echter hun voordeel mee doen als zij hun omstandigheden analyseren in het licht van de activiteiten van zo’n voortreffelijke vrouw. Indien u een bijbel hebt, waarom zou u Spreuken 31:10-31 dan niet nu gelijk even lezen? En stelt u zich voor dat we dan teruggaan in de tijd en de bezigheden van „een bekwame vrouw” wat nader bekijken.
Staat u eerst eens stil bij de belangstelling van deze vrouw voor de kleding die haar gezin draagt. „Haar handen heeft zij uitgestoken naar het spinrokken, en haar eigen handen grijpen de spil vast” (Spr. 31:19). Vermoedelijk houdt zij in haar linkerhand het spinrokken, een stok waarop losjes vezels (misschien van vlas of wol) worden gewonden. Deze worden bevestigd aan de spil, een kortere stok met een haak aan één uiteinde voor de vezels en een zware schijf bij het andere uiteinde. Met de rechterhand draait de vrouw de hangende spil rond, waardoor de vezels worden ineengedraaid. Wat is haar bedoeling? Wel, deze bekwame vrouw maakt zelfs haar eigen draad of garen!
„Zij heeft wol en linnen gezocht”, zegt Lemuël, „en zij werkt aan al wat de lust van haar handen is” (31 Vs. 13). Bij de Hebreeën waren de meeste kledingstukken van wol of linnen gemaakt. Waarschijnlijk koopt deze „bekwame vrouw” het beste materiaal dat zij kan vinden tegen de redelijkste prijzen. Dan werkt zij met bereidwillige handen om hiervan uitstekende kledingstukken voor haar gezin te vervaardigen. Dit werk is een lust voor haar!
De leden van het huisgezin van deze vrouw bezitten zware, dubbele kledingstukken die hen bij koud sneeuwweer beschermen. Zijzelf draagt kostbare kleding, alhoewel haar prachtige kleren niet opzichtig of onbescheiden zijn. (Vergelijk de apostolische raad dat christelijke vrouwen „zich in welverzorgde kleding sieren, met bescheidenheid en gezond verstand” [1 Tim. 2:9].) Haar echtgenoot draagt kleding die passend is voor zijn omgang met de oudere mannen, en haar ijver ontgaat hun niet. In feite heeft zij zelfs onderkleren en gordels gemaakt die zij aan kooplieden kan verkopen, waardoor zij winst maakt.
Lemuël bracht dit alles als volgt onder woorden: „Zij vreest niet voor haar huisgezin vanwege de sneeuw, want heel haar huisgezin is met dubbele kleren gekleed. Spreien heeft zij zich gemaakt. Haar kleding is van linnen en roodpurper geverfde wol. Haar eigenaar is iemand die bekend is in de poorten, wanneer hij neerzit met de oudere mannen van het land. Zij heeft zelfs onderkleren gemaakt en ze vervolgens verkocht, en gordels heeft zij geleverd aan de handelaars.” — 31 Vs. 21-24.
De bekwame vrouw is al net zo ijverig als het erom gaat het gezin van gezond voedsel te voorzien. Zoals koopvaardijschepen fijne produkten van ver aanvoeren, zo zoekt deze vrouw uitgelezen levensmiddelen, ook al moet zij ze ver weg halen. „Zij is als de schepen van een koopman gebleken. Van verre brengt zij haar voedsel aan.” — 31 Vs. 14.
Het is bij deze vrouw niet de gewoonte dat zij slaapt totdat de zon hoog aan de hemel staat. Zij staat op voordat de dageraad aanbreekt, misschien om te beginnen met het broodbakken. Wat de jonge vrouwen in het gezin betreft, zij hebben niet te klagen over gebrek aan voedsel of opgedragen werk. Deze bekwame vrouw ziet erop toe dat zij te eten krijgen en ook een taak te verrichten hebben. „Ook staat zij op terwijl het nog nacht is, en geeft haar huisgezin voedsel en haar jonge vrouwen het voorgeschreven deel.” — 31 Vs. 15.
De man van deze vrouw heeft haar bepaalde aspecten van het huishoudbeleid toevertrouwd. Zij behartigt al deze aangelegenheden met zijn goedkeuring en volgens zijn aanwijzingen. Zo is er bijvoorbeeld een bepaald stuk grond te koop tegen een goede prijs, maar de vrouw koopt het pas na rijp beraad. Als resultaat van haar eigen ijverige en praktische krachtsinspanningen heeft zij in feite wat geld vergaard dat haar in staat stelt land aan te kopen. Het kan zelfs zijn dat zij ook buiten werkt. In ieder geval zorgt zij ervoor dat de verworven grond goed benut wordt. Wij lezen daarover: „Zij heeft haar zinnen gezet op een veld en het vervolgens verworven; van de vrucht van haar handen heeft zij een wijngaard geplant.” — 31 Vs. 16.
Elke waarnemer kan zien dat deze vrouw ijverig en bekwaam is. „Zij heeft haar heupen met sterkte omgord, en zij geeft haar armen kracht” (31 Vs. 17). Deze voortreffelijke vrouw schrikt er niet voor terug zich in te spannen, maar doet haar werk energiek. Bovendien heeft zij „bemerkt dat haar koophandel goed is”. Haar activiteiten zijn winstgevend, en zij zal wellicht speciale aandacht besteden aan die welke het meeste opleveren. Zo ijverig is deze vrouw dat ’haar lamp ’s nachts niet uitgaat’ (31 Vs. 18). Dit kan een figuurlijke uitdrukking zijn die betekent dat zij ijverig tot ’s avonds laat werkt en zelfs vóór de dageraad opstaat om haar werk voort te zetten.
Omdat deze vrouw bekwaam te werk gaat en haar krachtsinspanningen resultaat afwerpen, voelt zij zich zeker en maakt zij zich geen zorgen over de toekomst. In plaats daarvan is zij vol vertrouwen, zij is gezond van verstand en bezit de kracht nodig om de problemen van het leven aan te kunnen. Ja, „sterkte en pracht zijn haar kleding, en zij lacht om een toekomstige dag”. — 31 Vs. 25.
De bekwame vrouw denkt ook na voor dat zij spreekt, en haar woorden worden niet op een dominerende toon geuit. Zij doet ons denken aan Abigaïl, die ’een goed doorzicht had en schoon van gestalte was’ (1 Sam. 25:3). Ja, de bekwame vrouw spreekt vriendelijk, of zij nu tegen de kinderen, de bedienden of anderen praat. Als een trouwe vrouw en moeder, helpt zij haar man de kinderen te onderwijzen, waarbij zij de kleintjes aanmoedigt het voortreffelijke strenge onderricht en de leiding van hun vader te accepteren en op te volgen. Het is duidelijk dat zij geen leegloopster of luie vrouw is. „Haar mond heeft zij geopend in wijsheid, en de wet der liefderijke goedheid is op haar tong”, zegt koning Lemuël. „Zij waakt over de gang van zaken in haar huisgezin, en het brood der luiheid eet zij niet.” — 31 Vs. 26, 27.
Deze voortreffelijke vrouw is ook edelmoedig en doet goed voor personen buiten het gezin. „Haar handpalm heeft zij naar de ellendige uitgestrekt, en haar handen heeft zij naar de arme uitgestoken”, met de bedoeling hulp te bieden (31 Vs. 20). Deze vrouw is niet zelfzuchtig, maar is heel liefdevol en edelmoedig.
BELONING VOOR „EEN BEKWAME VROUW”
Talrijk zijn de taken van de bekwame vrouw, maar zij wordt rijk gezegend en beloond voor haar goede werken. Haar ijver, doorzicht, wijsheid en andere prachtige eigenschappen maken haar geliefd bij haar gezinsleden. „Haar zonen zijn opgestaan en hebben haar vervolgens gelukkig geprezen; haar eigenaar [haar echtgenoot] staat op, en hij roemt haar. Er zijn vele dochters die zich bekwaam hebben betoond, maar gij — gij zijt boven hen allen uit gestegen” (31 Vs. 28, 29). Ja, de jongens in het gezin zijn dankbaar voor zo’n geweldige moeder, en haar man is gelukkig dat deze uitnemende vrouw zijn echtgenote is.
Charme en schoonheid kunnen door ziekte en ouderdom verwelken, maar deze vrouw bezit een blijvende innerlijke schoonheid omdat zij Jehovah God is toegewijd en een gezonde vrees heeft hem te mishagen. Haar liefde voor God, gepaard met haar goede werken, is aanleiding de bekwame vrouw lof toe te zwaaien. Zelfs in de poorten, het nieuwscentrum van de stad, wordt er goedkeurend over haar goede daden gesproken! Zij doet denken aan Ruth, tegen wie Boaz zei: „Iedereen in de poort van mijn volk weet dat gij een voortreffelijke vrouw zijt.” — Ruth 3:11.
Het is niet ten onrechte dat de bekwame vrouw de lof van anderen heeft ontvangen; die is haar ten deel gevallen wegens „haar werken”. Dat wil zeggen, zij heeft die achting verdiend. Vandaar ook dat koning Lemuël tot besluit van deze beschrijving van „een bekwame vrouw” zegt: „Charme kan bedrieglijk zijn en schoonheid ijdel; maar de vrouw die Jehovah vreest, die verwerft zich lof. Geeft haar van de vrucht van haar handen, en laten haar werken haar zelfs in de poorten roemen.” — 31 Vs. 30, 31.
EEN EVENWICHTIG LEVEN
De bekwame vrouw heeft ongetwijfeld voor een schoon en aangenaam huis gezorgd. Per slot van rekening werd onder Gods volk op reinheid de nadruk gelegd. Zo waren de priesters bijvoorbeeld verplicht lichamelijk en ceremonieel rein te zijn wanneer zij ten overstaan van Jehovah God dienst verrichtten (Ex. 30:17-21). Een schoon, net huis wordt door elk lid van het gezin op prijs gesteld. Maar natuurlijk kunnen allen helpen het zo te houden door zelf netjes te zijn. Aan de andere kant zal de bedachtzame ’werkster thuis’ zo verstandig zijn deze dingen evenwichtig te bezien door niet zoveel nadruk op orde en netheid te leggen dat haar man en kinderen zich slecht op hun gemak voelen als zij enig huisraad gebruiken voor het doel waarvoor het bestemd is.
Het leven van de bekwame vrouw was er een van evenwichtige activiteit. Zij besteedde niet zoveel tijd aan één bezigheid dat zij andere belangrijke taken verwaarloosde. Zo maakte zij bijvoorbeeld kledingstukken, waarvan zij er enkele met winst verkocht. Zij liet zich er door het succes met dit werk echter niet toe verleiden ander noodzakelijk werk te laten liggen, zoals het verzorgen van maaltijden voor haar gezin (Spr. 31:13-15, 21-24). Een voortreffelijk voorbeeld voor christelijke ’werksters thuis’!
Voor de meeste mensen in het oude Israël brak met de dageraad de dagelijkse activiteit aan en betekende de schemering het einde van de dagtaak. De psalmist zei: „De zon gaat schijnen . . . De mens gaat uit naar zijn activiteit en naar zijn dienst tot de avond” (Ps. 104:22, 23). Maar voor velen — de bekwame vrouw inbegrepen — begon de werkdag voordat de zon opging (Spr. 31:15). Wanneer de man het huis verliet om te gaan werken, kon hij er in elk geval op vertrouwen dat zijn bekwame vrouw de huishoudelijke aangelegenheden goed zou behartigen. Aan het eind van de dag was hij niet geneigd van huis weg te blijven omdat het er onaangenaam was, verwaarloosd door een luie vrouw. Neen, zijn levensgezellin had haar bezigheden zo uitgebalanceerd dat zij niet in enig opzicht tekort zou schieten en zo haar man verdriet zou doen.
De echtgenoot zag er dus verlangend naar uit naar zijn gezellige, goed onderhouden huis terug te keren. Daar kon hij heerlijke uren doorbrengen met zijn liefdevolle, bekwame vrouw en hun kinderen. Neen, zijn vrouw zou niet elk moment aan het werk zijn. Een evenwichtig leven vereist enige ontspanning, die soms bestaat in een heilzaam gesprek, misschien vermengd met wat humor af en toe, want er is „een tijd om te lachen”. — Pred. 3:1, 4.
Doordat de bekwame vrouw zich evenwichtig van haar vele verantwoordelijkheden kweet, had zij tijd om goede dingen te doen voor de armen en ellendigen (Spr. 31:20). Op overeenkomstige wijze delen christelijke ’werksters thuis’ hun activiteiten dusdanig in dat zij tijd hebben om goed te doen voor anderen, bijvoorbeeld wanneer zij het goede nieuws van Gods koninkrijk met hen delen. — Matth. 24:14.
Geluk en rijke zegeningen vallen christelijke vrouwen ten deel die er oprecht naar streven aan koning Lemuëls door God geïnspireerde beschrijving van „een bekwame vrouw” te voldoen. Zo smaken zij de voldoening de goedkeuring van hun man te verwerven (1 Kor. 7:34). Alhoewel zij niet louter werken om lof te ontvangen, worden zij wel door hun man, hun kinderen en anderen geprezen. En wat nog het allerbelangrijkste is, deze christelijke vrouwen smaken de vreugde Jehovah God als voortreffelijke ’werksters thuis’ te behagen.