-
Wat bedoelde de wijze man?De Wachttoren 1978 | 1 januari
-
-
Wat bedoelde de wijze man?
De waarde van een goede naam
Een goede naam of reputatie is iets waardevols waarop men met recht zuinig dient te zijn. De wijze koning Salomo merkte op: „Een naam is beter dan goede olie, en de dag des doods dan de dag dat iemand geboren wordt” (Pred. 7:1). In oude tijden werd er veel waarde toegekend aan goede olie. Ze verspreidde een aangename geur. Maar nog aangenamer dan de reuk van goede olie is een voortreffelijke reputatie. Naarmate iemands leven langzaam maar zeker verstrijkt, krijgt zijn naam werkelijk betekenis en wordt hij erdoor geïdentificeerd als de soort van mens die hij is. Bij de dood wordt die naam of reputatie bezegeld, definitief gemaakt. Daar iemand bij zijn geboorte nog geen reputatie heeft, is de ’dag des doods beter dan de dag van iemands geboorte’.
Een ernstige kijk op het leven is onontbeerlijk als men een goede naam wil houden. Salomo deed de aanbeveling: „Het is beter te gaan naar het huis van rouw dan te gaan naar het huis van feestgelag, want dat is het einde van de gehele mensheid; en de levende dient het ter harte te nemen.” — Pred. 7:2.
Wanneer in een gezin de dood toeslaat, is dat stellig niet de tijd om de zwaar getroffenen te vergeten en luidruchtig te blijven feestvieren alsof er niets gebeurd was. Het verschaft veeleer een gelegenheid om de treurenden te troosten. Terzelfder tijd kan het een heilzame uitwerking op iemand hebben als hij naar het „huis van rouw” gaat. Hij wordt krachtig herinnerd aan de kortheid van het leven en aan de snelheid waarmee er een eind kan komen aan iemands plannen en bezigheden. Dit kan een aanleiding zijn om eens ernstig stil te staan bij de manier waarop hij zijn eigen leven gebruikt. De sfeer die er in een huis van feestgelag heerst, is daarentegen niet bevorderlijk voor dergelijke ernstige overwegingen.
Salomo vervolgt: „Wrevel is beter dan lachen want door de verstoordheid van het aangezicht wordt het hart beter. Het hart van de wijzen is in het huis van rouw, maar het hart van de verstandelozen is in het huis van verheuging.” — Pred. 7:3, 4.
Iemand in het „huis van rouw” moet zich wel bewust worden van de kortheid van het leven en voelt wrevel over de onvoorziene gebeurtenissen die zich in het leven voordoen. Zijn gezicht zal een droevige en serieuze uitdrukking vertonen in plaats van zich te plooien voor gelach, zoals in een „huis van feestgelag”. De ernstige stemming die zich op het gezicht weerspiegelt, kan een goede uitwerking op het hart hebben en aanleiding zijn tot een verandering ten goede. „Het hart van de wijzen is in het huis van rouw” in de zin dat hun hart overdenkt hoe zij hun leven moeten leiden, en waarom. Het hart weerspiegelt niet de oppervlakkige, roekeloze sfeer die er in een plaats heerst waar men luidruchtig feestviert.
Salomo argumenteert in dezelfde geest verder als hij zegt: „Het is beter de bestraffing van een wijze te horen dan de man te zijn die het lied van de verstandelozen hoort. Want als het geluid van doornen onder de pot, zo is het gelach van de verstandeloze; en ook dit is ijdelheid.” — Pred. 7:5, 6.
Hij die afdwaalt van het rechte pad, zou stellig zijn voordeel kunnen doen met de bestraffing van iemand die wijs is. Maar welke waarde zou het lied van de dwaas of hol gevlei hebben? Het zou tekortkomingen kunnen verbergen en iemand in zijn verkeerde handelwijze kunnen sterken, waardoor zijn reputatie geruïneerd zou worden. Wanneer het frivole gelach van een dwaas op een ongeschikt moment komt, kan het de oren net zo pijnlijk treffen als het geknetter van brandende doornen onder een pot, want het gelach van de dwaas vormt een onaangenaam geluid en is geenszins opbouwend.
-
-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1978 | 1 januari
-
-
Inzicht in het nieuws
Griepmysterie
● „Nooit eerder in de geschiedenis had de dood zich zo onverbiddelijk en zo snel aangediend”, schrijft Science Digest over de influenza-epidemie van 1918, de Spaanse griep. In het artikel wordt vermeld dat de pestziekte die in de zesde eeuw tijdens de regering van Justinianus woedde „naar wordt verondersteld 100 miljoen levens opeiste — maar ze duurde 50 jaar”. De builenpest van de 14de eeuw wordt verantwoordelijk gesteld voor 62 miljoen doden over de hele wereld, maar de pest heerste drie jaar. Doch hoewel de eerste wereldoorlog „in vier jaar van niet aflatende strijd meer dan 21 miljoen mensen had gedood”, zo merkte Science Digest op, „eiste de griepepidemie bij
-