Hoe kunnen wij in vrede met anderen leven?
EEN van de grootste problemen waar mensen thans tegenover staan, is hoe in vrede met anderen te leven. Toch hebben weinig dingen zoveel met de dagelijkse vreugde in ons leven te maken. Waar kunnen wij de sleutel voor het oplossen van dit probleem vinden? In de kerken? Waarom lezen wij dan van groeiende onenigheid in de kerken, zelfs van openlijke strijd tussen religies, zoals thans in Ierland?
En de bijbel dan? U zult misschien zeggen: „Maar beweren de meeste kerken niet de leer van de bijbel voor te houden?” Inderdaad, maar zou het soms kunnen zijn dat zij dit hebben nagelaten? Dat moet wel het geval zijn, want de bijbel leert duidelijk dat men een vreedzaam leven moet leiden. De bijbel schenkt ons bovendien de wijsheid die wij nodig hebben om aangenaam met anderen om te gaan. — Spr. 3:13, 17.
Hoe doet hij dit? Door alleen maar te zeggen: „Wees vredelievend”? Neen. In plaats daarvan wordt er in onthuld wat de werkelijke obstakels voor een vreedzaam leven zijn en hoe wij ze kunnen overwinnen.
Er wordt ons om te beginnen in aangetoond dat het niet voldoende is alleen maar het verlangen te hebben zonder onenigheid te leven. Wij moeten eraan werken om in vrede met anderen te leven. De psalmist stelde het als volgt: „Wie is de man die lust heeft in het leven, die genoeg dagen liefheeft om het goede te zien? Beveilig uw tong voor wat slecht is, en uw lippen voor het spreken van bedrog. . . . Tracht vrede te vinden en streef die na.” — Ps. 34:12-14.
Zou u uit eigen ervaring ’ongebreidelde tong en lippen’ niet bovenaan de lijst van vredeverstoorders plaatsen? Veel mensen belijden de een of andere religie aan te hangen. Wat betekent hun bewering God te aanbidden echter als hun tong niet waarheidlievend is, als ze anderen grieft en striemt of opmerkingen verspreidt die de reputatie van anderen schaadt? Geen wonder dat de discipel Jakobus schreef: „Indien iemand meent een vormelijke aanbidder te zijn en toch zijn tong niet in toom houdt, maar zijn eigen hart blijft bedriegen, diens vorm van aanbidding is waardeloos.” — Jak. 1:26.
ZELFBEHEERSING EEN TEKEN VAN KRACHT
Een probleem in dit verband is dat velen het als een teken van zwakheid beschouwen als men weigert een belediging met een belediging terug te betalen. De bijbel toont echter aan dat precies het tegenovergestelde waar is. In Spreuken 16:32 lezen wij: „Hij die langzaam tot toorn is, is beter dan een sterke man, en hij die zijn geest beheerst dan wie een stad inneemt.”
Ja, iemand kan aan de buitenkant krachtig lijken doch innerlijk een morele zwakkeling zijn. Morele sterkte is veel moeilijker te verkrijgen dan enige andere soort van kracht. Velen die de kracht missen hun gevoelens te beheersen, komen overeen met de beschrijving in Spreuken 25:28: „Als een opengebroken stad, zonder muur, is de man die zijn geest niet in bedwang heeft.” Zij zijn kwetsbaar voor alles wat hen maar even prikkelt.
Wat is nu verstandiger: af en toe ’stoom af te blazen’ ten einde de innerlijke spanning op te heffen, of het vuur waardoor de stoom wordt veroorzaakt, te doven? Waarom niet aan de bron van het probleem te werken? Meestal bemerken wij dat het werkelijke probleem onze trots, zelfzucht of kortzichtigheid is, of dat wij niet weten wat de beste manier is om persoonlijke problemen op te lossen. Hieruit komen overijlde, opgewonden woorden en daden voort. In tegenstelling daarmee zegt de bijbel in Prediker 7:8, 9:
„Beter is het einde naderhand van een zaak dan het begin ervan. Beter iemand die geduldig is dan iemand die hoogmoedig van geest is. Haast u niet in uw geest om aanstoot te nemen, want het nemen van aanstoot rust in de boezem der verstandelozen.”
Niemand wil natuurlijk graag het voorwerp van smalende opmerkingen zijn of gekleineerd worden. Is het echter de moeite waard deze dingen de oorzaak van een heftige woedeuitbarsting te laten zijn? Mensen zijn door uit hoogmoed en trots voortgesproten drift invalide geworden of hebben anderen invalide gemaakt, en hebben er zelfs het leven bij ingeschoten of het anderen benomen. Zij ruïneren misschien hun leven om enkele woorden te wreken — woorden die mogelijk niet eens als een belediging waren bedoeld. Is dit niet „verstandeloos” ?
De raad van de bijbel helpt ons de gevolgen te beseffen en af te wegen voordat wij tot daden overgaan — in plaats van er later door pijnlijke ondervinding achter te komen. De bijbel helpt ons de innerlijke sterkte op te bouwen die wij nodig hebben om erin te slagen ’vrede te vinden en die na te streven’. Eén manier waarop hij dit doet, is door ons te helpen de dingen naar juiste waarde te schatten — beseffend wat de werkelijk belangrijke dingen in het leven zijn en welke dingen het niet waard zijn dat wij ons er druk om maken.
Sommigen in deze tijd doen bijvoorbeeld hun uiterste best om zoveel luxe te krijgen als zij maar kunnen. Zij beroven hun huwelijkspartner of kinderen echter vaak van de aandacht die zij nodig hebben. Dan krijgt men een huis vol wrijving en ruzies. Hecht u meer waarde aan luxe — duur voedsel bijvoorbeeld — dan aan liefde en vrede in uw huis? De bijbel geeft de raad: „Beter is een schotel groente waar liefde is, dan een aan de kribbe gevoederde stier [met zijn ossehaas en rosbief] en haat daarbij.” „Beter is een stuk droog brood en rust daarbij, dan een huis vol slachtoffers met ruzie.” — Spr. 15:17; 17:1.
Sommige mensen verdienen al gauw onze achting doordat zij zulke voortreffelijke hoedanigheden aan de dag leggen. Wat valt er echter te zeggen over vreemden, of sommige personen die wij kennen maar wier eigenschappen wij niet bewonderenswaardig vinden? Wat zal ons helpen in vrede met hen te blijven leven? Dit is niet altijd gemakkelijk. Maar ook hierbij komt de bijbel ons te hulp. Daarin wordt ons getoond dat wij zulke personen als medeleden van het mensdom fundamentele achting verschuldigd zijn.
Duizenden jaren voordat onze moderne geleerden tot de conclusie kwamen dat „alle volken der aarde één familie vormen en een gemeenschappelijke oorsprong hebben” (The Races of Mankind, blz. 3, 4), vermeldde de bijbel dat feit reeds (Gen. 1:26, 27; 3:20). En door aan te tonen dat God „uit één mens elke natie van mensen [heeft] gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen”, en dat „God niet partijdig is, maar [dat] in elke natie . . . de mens die hem vreest en rechtvaardigheid werkt, aanvaardbaar voor hem” is, werpt de bijbel elke reden voor trots of op ras of nationaliteit gebaseerd vooroordeel omver. — Hand. 17:26; 10:34, 35.
NAASTENLIEFDE
Er is evenwel meer dan achting nodig. Wij dienen te worden aangespoord door liefde voor zowel onze naaste als voor onszelf (Matth. 22:39). Reeds in Salomo’s tijd zeiden de mensen: „Net als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen” (Spr. 24:29). Velen volgen thans nog altijd dezelfde zelfzuchtige regel. Anderen volgen de regel die de Chinese wijsgeer Confucius aangaf: „Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook aan een ander niet.” Doch zelfs dit is op een negatief beginsel gebaseerd. Hoe voortreffelijk is het positieve beginsel dat door Jezus werd vastgesteld: „Zoals gij wilt dat de mensen u doen, doet hun desgelijks.” — Luk. 6:31.
Ja, dit positieve beginsel toont aan dat de manier om ’vrede te vinden’ niet slechts gelegen is in het nalaten van dingen die anderen schaden, maar in het doen van dingen die hun ten goede komen, dingen waarvan wij zelf graag zouden willen dat anderen ze voor ons doen. Een glimlach, een vriendelijke begroeting, zulke eenvoudige vormen van beleefdheid als een deur voor iemand openhouden, of woorden van dank voor een betoonde hoffelijkheid — deze en honderden andere uitingen van menselijke vriendelijkheid maken een enorm verschil uit in onze betrekkingen met anderen. Door dit beginsel in kleine dingen in de praktijk te brengen, worden wij voorbereid op de keren dat het ons meer moeite en een groter offer kost.
Sommigen zeggen misschien: „Het is niet zo moeilijk kleine ergernissen te verdragen of kalm te blijven als men af en toe wordt uitgedaagd, maar als er nu eens situaties zijn waar de druk groot en aanhoudend is?” In dergelijke omstandigheden laten velen het streven naar vrede varen en geven toe aan verbitterdheid of nemen hun toevlucht tot daden die bedoeld zijn om letsel te berokkenen.
Dan is het een kwestie van òf te vertrouwen op ’s mensen vermogen om verlichting te krijgen òf hiervoor op God te vertrouwen. Er is echt geloof voor nodig om de woorden toe te passen: „Wreekt uzelf niet, geliefden, maar geeft plaats aan de gramschap; want er staat geschreven: ’Aan mij is de wraak; ik zal vergelden, zegt Jehovah.’ . . . Laat u niet overwinnen door het kwade, maar blijf het kwade overwinnen met het goede.” — Rom. 12:19-21.
Hebt u zulk een geloof in God als de Opperrechter en in zijn bekendgemaakte voornemen om overal op aarde gerechtigheid te doen zegevieren? Gelooft u in de belofte van de bijbel van een rechtvaardige regering met aan het hoofd Gods eigen Zoon, een Koninkrijksregering die blijvende vrede zal brengen? Alleen door kennis te verkrijgen van wat de bijbel leert en deze vervolgens in uw dagelijkse leven toe te passen en voor uzelf de waarheid en praktische waarde ervan vast te stellen, kunt u een dergelijk geloof krijgen.
Zou u het op prijs stellen als u hierbij werd geholpen? Schrijft u dan naar de uitgevers van dit tijdschrift om een kosteloze bijbelbespreking bij u thuis met een bekwame evangeliebedienaar van Jehovah’s getuigen. Kom te weten hoe waar de woorden zijn: „Overvloedige vrede behoort hun toe die uw wet liefhebben, en voor hen is er geen struikelblok.” — Ps. 119:165.
[Illustratie op blz. 259]
In de bijbel wordt onthuld wat de obstakels voor een vreedzaam leven zijn en hoe wij ze kunnen overwinnen