Wanneer de dingen verkeerd gaan
VINDT u ook niet dat dingen vaak verkeerd gelopen zijn voor de mensheid? Hoewel sommige rampen die mensen treffen aan hun eigen schuld te wijten zijn, komt het dikwijls voor dat ongelukkige omstandigheden niet door de slachtoffers zelf in de hand gehouden kunnen worden.
De Schrift spreekt vaak over deze situatie. Bijvoorbeeld: „Ik voor mij wendde mij om alle daden van onderdrukking te kunnen zien die onder de zon worden bedreven, en zie! de tranen der onderdrukten, maar zij hadden geen trooster; en aan de zijde van hun onderdrukkers was macht, zodat zij geen trooster hadden.” — Pred. 4:1.
Hoe komt het toch dat deze toestand bestaat? Onder inspiratie van God onthulde een bijbelschrijver die bekend staat om zijn wijsheid, een fundamentele oorzaak waardoor de dingen op aarde zo vaak helemaal uit de hand lopen. Hij zei: „Dit is hetgeen rampspoedig is in alles wat er onder de zon is gedaan, dat, omdat er één afloop voor allen is, het hart van de mensenzonen ook vol slechtheid is.” — Pred. 9:3.
De „afloop” die hier wordt genoemd, is de dood, het gevolg van overgeërfde zonde. (Rom. 5:12, 18; vergelijk Psalm 51:5.) Doordat het hart van elk mens „vol slechtheid” is, geven de meesten zich ongebreideld aan verkeerde verlangens en neigingen over (Rom. 7:14-25). De moeilijkheden die daaruit voortvloeien, treffen niet alleen degenen die er in eerste instantie verantwoordelijk voor zijn, maar ook onnoemelijk veel anderen, met inbegrip van degenen die een godvruchtig leven willen leiden.
Dat dingen verkeerd lopen, komt ook doordat „tijd en onvoorziene gebeurtenissen” iedereen treffen (Pred. 9:11). Iemands hele situatie kan veranderen door bijvoorbeeld een ernstige ziekte, een politieke omwenteling, economische tegenspoed, natuurrampen of andere dingen.
Als zoveel dingen op aarde verkeerd gaan, wat kunt u dan doen om toch een gelukkig en zinvol leven te leiden? Laten wij dit eens speciaal vanuit het bijbelboek Prediker bekijken.
GEDULD EN NEDERIGHEID
Er is een juiste geestelijke instelling voor nodig om dingen die fout gaan, aan te kunnen. De wijze bijbelschrijver verklaarde: „Beter is het einde naderhand van een zaak dan het begin ervan. Beter iemand die geduldig is dan iemand die hoogmoedig van geest is. Haast u niet in uw geest om aanstoot te nemen, want het nemen van aanstoot rust in de boezem der verstandelozen.” — Pred. 7:8, 9.
Degenen die gauw aanstoot aan iets nemen en die „in de boezem” wrok koesteren, bewijzen daardoor hooghartig te zijn. Personen die helemaal in beslag genomen worden door datgene wat in hun leven fout loopt, putten trouwens geen vreugde uit de dingen die goed gaan. Van Gods standpunt uit bezien, zijn zij ’verstandeloos’. Is iemand daarentegen nederig, dan zal hij geduldig zijn. Hij weerhoudt zich ervan geërgerd, cynisch of verbitterd te worden. Hij weigert toe te staan dat ongunstige omstandigheden hem de baas worden. Degenen die zich op die manier in de hand houden, merken vaak dat „het einde naderhand van een zaak” onverwachts een wending ten goede kan brengen.
WAT MEN ZOAL MOET VERMIJDEN
Om met succes het hoofd te bieden aan dingen die verkeerd lopen, moet u acht slaan op de schriftuurlijke raad met betrekking tot wat u niet moet doen. Laten wij eens twee belangrijke voorbeelden bekijken.
Waarschijnlijk kent u mensen die er veel tijd aan besteden om een regel of formule te ontdekken die verklaart waarom de dingen in deze wereld lopen zoals ze nu doen. Sommige vormen van waarzeggerij (zoals astrologie) zijn erg populair geworden omdat ze voorgeven te kunnen laten zien dat gebeurtenissen op aarde verlopen volgens een van tevoren vastgesteld patroon dat door mensen te ontdekken is.
Maar de Schrift laat zien dat al die moeite eenvoudig tijdverspilling is. Wij lezen: „Ik zocht naar wijsheid en naar de zin van de moeite die de mens zich op aarde getroost. Zelfs als hij zich overdag en ’s nachts geen rust gunt, dan nog, stelde ik vast, krijgt hij geen inzicht in het werk van God, in alles wat er gebeurt onder de zon. Hoe hij zich ook inspant, tot inzicht komt hij niet. Zelfs de wijze is daartoe niet in staat, ook al beweert hij van wel.” — Pred. 8:16, 17, Willibrordvertaling.
De bijbelschrijver verwijst naar datgene wat op aarde gebeurt als „het werk van God”, maar niet in die zin dat God deze dingen veroorzaakt. Ze gebeuren veeleer onder Gods toelating en zijn grotendeels aan oorzaken te wijten die niet door de mens in de hand gehouden of voorzien kunnen worden. De bijbel maakt duidelijk dat alle pogingen om „inzicht” te krijgen in het een of andere voorspelbare algemene patroon van menselijke gebeurtenissen en gedragingen tot mislukking gedoemd zijn.
Nog een wijze stelregel kunnen wij lezen in Prediker 1:15, waar staat: „Dat wat krom wordt gemaakt, kan niet recht worden gemaakt, en dat wat ontbreekt, kan onmogelijk worden geteld.” De gehele mensheid is door de overgeërfde zonde ’krom gemaakt’. „De schepping werd aan ijdelheid onderworpen”, merkte de apostel Paulus op (Rom. 8:20). Daarom kunnen menselijke pogingen, hoe oprecht ook, nooit diepgewortelde haat uitroeien en de mensheid tot broeders verenigen. De ’kromheid’ en ijdelheid die hun schaduw op aardse zaken werpen, bestaan krachtens Gods toelating en zullen alleen door goddelijke tussenkomst worden verwijderd. — Zie Daniël 2:44; Openbaring 11:18; 21:1-5.
WEES OPGEWEKT EN VRIJGEVIG
Aangezien wij te midden van vele onplezierige omstandigheden leven, zult u de volgende wijze opmerking bijzonder nuttig vinden.
„Zie! Het beste dat ik voor mij heb gezien, dat uitstekend is, is dat men ete en drinke en het goede zie voor al zijn harde werk waarmee hij hard werkt onder de zon. . . . Want niet vaak zal hij aan zijn levensdagen denken, omdat de ware God zorgt dat de verheuging van zijn hart hem geheel in beslag neemt.” — Pred. 5:18-20.
Ongeacht hoeveel problemen u ook hebt, er zijn altijd wel enkele aspecten van het leven die goed gaan. Laat niet toe dat tegenslagen u beletten van fijne dingen te genieten. Iemand die vreugde put uit dagelijkse genoegens zoals eten en drinken en die de dingen van de zonnige kant bekijkt, zal merken dat hij niet veel zal denken aan de nare omstandigheden in zijn leven, hoe talrijk die ook kunnen zijn. — Vergelijk Prediker 2:24-26; 3:12, 13, 22; 8:15; 9:7-10; 11:8.
Nog een schriftuurlijk beginsel dat veel geluk tot gevolg kan hebben, vooral als dingen verkeerd lopen, staat opgetekend in Prediker 11:1, 2, waar wij lezen: „Zend uw brood uit op de oppervlakte van de wateren, want na verloop van vele dagen zult gij het terugvinden. Geef een deel aan zeven, of zelfs aan acht, want gij weet niet welke rampspoed op de aarde zal geschieden.”
Deze woorden vormen een fijne aansporing om vrijgevig te zijn. In plaats van uw vrijgevigheid te beperken tot een uitgelezen groepje goede vrienden, staat er: „Geef een deel aan zeven, of zelfs aan acht.” Geef aan een grote verscheidenheid van mensen, en vooral aan degenen die arm of anderszins behoeftig zijn. (Vergelijk Lukas 14:12-14.) Indien de een of andere „rampspoed” u dan treft, zult u ervaren wat Jezus Christus als volgt beschreef: „Beoefent het geven, en u zal gegeven worden. Een ruime, aangestampte, geschudde en overlopende maat zal men in uw schoot storten. Want met de maat waarmee gij meet, zal men ook u meten.” — Luk. 6:38.
Vindt u deze schriftuurlijke beginselen niet nuttig? Waarom zou u er geen tijd voor uittrekken om er beter mee vertrouwd te raken? Pas ze in uw leven toe. Uw leven wordt dan een zeer aangename ervaring, zelfs als bepaalde dingen niet goed gaan.