De zienswijze van de bijbel
Hoe dienen christenen amusement te bezien?
MILJOENEN zoeken in deze tijd naarstig naar vertier. In veel landen is het verschaffen van amusement een bedrijf op zich geworden. Wat is de zienswijze van de bijbel omtrent het zoeken van verstrooiing door amusement?
Het is duidelijk dat er geen bijbels bezwaar bestaat tegen gezonde ontspanning en amusement. Koning Salomo schreef: „Ik voor mij liet mij prijzend uit over de verheuging, omdat de mens niets beters onder de zon heeft dan te eten en te drinken en zich te verheugen, en dat dit hem dient te vergezellen bij zijn harde werk gedurende de dagen van zijn leven die de ware God hem onder de zon heeft gegeven.” — Pred. 8:15.
Er zijn bij amusement echter aspecten betrokken die voor gewetensvolle christenen problemen kunnen opleveren. Zo hebt u misschien opgemerkt dat velen geneigd zijn buitensporige hoeveelheden tijd te besteden aan tv-kijken, naar muziek luisteren, aan „sporten”, „hobbyen” of iets anders dat zij ontspannend vinden.
Vooral in welvarende landen is dit een probleem. Over de Verenigde Staten lezen we in het verwijswerk Our Wonderful World: „Sinds 1900 hebben steeds meer Amerikanen de beschikking over vrije tijd waarin ze bijna alles kunnen doen waar ze zin in hebben, van een dagje naar het strand tot het kijken naar een geliefkoosd tv-programma. Mensen hun vrije tijd helpen doorbrengen, is een bedrijf geworden waarin duizenden werkzaam zijn.” Beroeps-amusementverschaffers worden opgeleid om mensen bezig te houden. En misschien hebt u zelf wel ontdekt hoe moeilijk het soms is zich van een film of muziekprogramma los te rukken wanneer het eenmaal is begonnen.
Wanneer echter mensen die God wensen te behagen, vele uren per dag aan dergelijke activiteiten besteden, dan gaat dat ten koste van belangrijkere aangelegenheden. Het kan ten koste gaan van verantwoordelijkheden in verband met werelds werk, huiswerk van school en huishoudelijke taken, ten koste ook van de verplichting met andere gezinsleden te spreken en als gezin dingen samen te doen. — 1 Tim. 5:8.
Bovendien geeft de Schrift christenen de aansporing ’eerst Gods koninkrijk te blijven zoeken’, ’altijd volop te doen te hebben in het werk van de Heer’ en ’de gelegen tijd voor heilzame activiteiten uit te kopen’ (Matth. 6:33; 1 Kor. 15:58; Ef. 5:15, 16). Die raad gehoorzamen kan alleen wanneer men tijd vrijmaakt om Gods Woord te lezen en erover te mediteren, christelijke vergaderingen te bezoeken en deel te nemen aan de openbare prediking en andere activiteiten in verband met het maken van discipelen. Kan men al die verantwoordelijkheden nakomen en dan toch het grootste deel van de beschikbare vrije tijd aan een stereo-installatie, tv-toestel of andere bron van ontspanning „gekluisterd” zitten?
Nog een factor die overweging verdient, is dat er weinig voldoening uit voortspruit wanneer men grote hoeveelheden tijd aan amusement besteedt. Dit wordt goed geïllustreerd door de ervaring van koning Salomo, die verklaarde: „Ik zei, ja ik, in mijn hart: ’Kom nu toch, laat ik u op de proef stellen met verheuging. Zie ook het goede.’ Ik vorste na met mijn hart door mijn vlees zelfs met wijn op te vrolijken, terwijl ik mijn hart met wijsheid leidde, ja, om dwaasheid te grijpen. . . . Ik verschafte mij zangers en zangeressen en de heerlijke verrukkingen der mensenzonen, een dame, ja, dames.” — Pred. 2:1, 3-8.
Aangezien Salomo zowel vrije tijd als geld tot zijn beschikking had, kon hij grondig de mogelijkheden van pleziermaken onderzoeken. Vandaar ook zijn vraag: „Wat kan de aardse mens doen die na de koning komt? Dat wat men reeds gedaan heeft” (Pred. 2:12). In een commentaar op het bijbelboek Prediker van de Soncino Press worden de woorden van Salomo als volgt geparafraseerd: „Ik, de koning, met alle mogelijkheden tot mijn beschikking, heb dit onderzoek ingesteld. Wat voor zin heeft het voor een gewoon mens dit experiment na mij te herhalen? Hij kan slechts hetzelfde doen met minder middelen tot zijn beschikking.”
Tot welke conclusie werd de koning door zijn experimenten gebracht? Salomo antwoordt: „Ik zei tot het lachen: ’Waanzin!’ en tot de verheuging: ’Wat doet deze?’ . . . Zie! alles was ijdelheid en een najagen van wind.” — Pred. 2:2, 11; vergelijk 7:1-4.
Dit betekent niet dat het verkeerd is tijd met aangename verpozing door te brengen. Maar te trachten geluk te vinden door buitensporig pleziermaken is eenvoudig verspilling van tijd, als het ware „najagen van wind”. Mensen die veel van hun tijd hieraan besteden, raken vaak zelfs hopeloos verveeld. Elke poging om op deze manier plezier te beleven, verschaft minder in de vorm van voldoening. Sommigen noemen dit wel ’de wet van afnemende opbrengst’. Is dit ook wel eens uw ervaring geweest?
Zij die in de bijbel geloven, moeten ook aandacht schenken aan het soort van amusement dat zij kiezen. Zal het hen in nauw contact brengen met personen die geen respect voor God en zijn Woord hebben? (Spr. 13:20; 1 Kor. 15:33) Wordt er een goedkeurend beeld gegeven van egotisme, zelfzucht, geweld, seksuele immoraliteit of andere houdingen en gedragingen die God veroordeelt? — Spr. 6:16-19; Ef. 5:3-5; Fil. 2:2-4; Kol. 3:5, 6.
Op christenen rust de verplichting hun geest en hart te richten op dingen die God goedkeurt (Rom. 8:5, 6). Wij lezen: „Tenslotte, broeders, al wat waar is, al wat van ernstig belang is, al wat rechtvaardig is, al wat eerbaar is, al wat liefelijk is, alles waarover gunstig wordt gesproken, welke deugd er ook is en al wat lof verdient, blijft deze dingen bedenken.” Bovendien geeft de bijbel de raad: „Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader” (Fil. 4:8; 1 Joh. 2:15, 16). Is het amusement dat u kiest in overeenstemming met die bijbelse raad?
Dit is echter niet bedoeld om het genieten van gezond plezier te ontmoedigen. Jezus zelf bezocht een bruiloftsfeest. Daar vulde hij, als zijn eerste wonder, de uitgeputte wijnvoorraad aan (Joh. 2:1-11). Tegenstanders van Jezus beschuldigden hem zelfs valselijk van onmatigheid (Matth. 11:19). Toch namen dat soort genietingen slechts een klein deel van Jezus’ tijd in beslag. Over zijn voornaamste bezigheid verklaarde Jezus: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.” — Joh. 4:34.
Amusement kan voor christenen een voortreffelijke bron van plezier en ontspanning zijn. Maar zij moeten op hun hoede zijn dat ze er niet te veel tijd aan besteden en zich ervan vergewissen dat het amusement dat ze kiezen in overeenstemming is met bijbelse beginselen.