-
Wat bedoelde de wijze man?De Wachttoren 1977 | 15 november
-
-
andere tegenspoed, een „rampspoedige bezigheid”, misschien een mislukte speculatie, gaat alles verloren. Dus toen hij rijk was, had hij er geen plezier van, en wanneer hij ten slotte vader van een erfgenaam wordt, is er voor zijn zoon zelfs geen erfenis waarop hij zich kan verheugen.
Vervolgens brengt Salomo nog een ander aspect dat het vergaren van grote rijkdommen ijdel en leeg maakt, onder de aandacht. Wij lezen: „Juist zoals men uit zijn moeders buik is voortgekomen, zal men naakt weer heengaan, juist zoals men gekomen is; en men kan volstrekt niets wegdragen voor zijn harde werk, dat hij met zijn hand kan meenemen. En ook dit is een ernstige rampspoed: precies zoals men gekomen is, zo zal men heengaan; en welk voordeel is er voor degene die hard blijft werken voor de wind?” (Pred. 5:15, 16) Ja, bij de dood heeft al de zware arbeid welke voor het vergaren van rijkdommen vereist was, absoluut niets meer te betekenen. Wanneer de potter van rijkdommen op zijn sterfbed ligt, heeft hij zelfs niet de voldoening te weten dat hij tot het geluk van anderen heeft bijgedragen.
Wat een prijs moet de vrekkige mens voor zijn onverzadelijke zucht naar geld betalen! Salomo vervolgt: „Ook eet hij al zijn dagen in de duisternis zelf, met heel veel ergernis, met ziekte zijnerzijds en reden tot verontwaardiging” (Pred. 5:17). Zo’n mens is niet gelukkig. Al zijn dagen zijn duister. Hij doet alsof hij het feit dat hij moet eten betreurt, omdat hij daardoor een klein gat moet slaan in zijn rijkdom. Zijn levensopvatting is ongezond, hetgeen kan bijdragen tot het verlies van zijn lichamelijke gezondheid. Wanneer hij ziek is, maakt hij zich zorgen over het feit dat hij rust moet houden en zich niet aan zijn werkzaamheden kan wijden. Hij maakt zich zorgen en zit in angst over alles wat hem zou kunnen beletten nog rijker te worden.
Waarlijk zo’n materialistische levenswijze is onbevredigend en leeg. Daarom raadt Salomo ons aan vreugde te putten uit ons werk door te zeggen: „Zie! Het beste dat ik voor mij heb gezien, dat uitstekend is, is dat men ete en drinke en het goede zie voor al zijn harde werk waarmee hij hard werkt onder de zon gedurende het getal van zijn levensdagen die de ware God hem gegeven heeft, want dat is zijn deel.” — Pred. 5:18.
Sprekend over de goede invloed die dit op het individu heeft, constateert Salomo: „Ja, ieder mens aan wie de ware God rijkdom en stoffelijke bezittingen heeft gegeven, die heeft hij zelfs gemachtigd ervan te eten en zijn deel weg te dragen en zich in zijn harde werk te verheugen. Dit is de gave Gods. Want niet vaak zal hij aan zijn levensdagen denken, omdat de ware God zorgt dat de verheuging van zijn hart hem geheel in beslag neemt.” — Pred. 5:19, 20.
De mens die zijn voorspoed als een gave van God beschouwt, zal geen rijkdommen oppotten, maar zal ze gebruiken om anderen vreugde te bezorgen. Zo’n mens heeft een evenwichtige kijk op zijn bezittingen omdat hij zich laat leiden door goddelijke wijsheid. Daardoor heeft hij persoonlijk ook plezier van wat hij bezit. Jehovah God heeft hem in staat gesteld genoegen te scheppen in eten en drinken in de zin dat hij de mens de wijsheid schenkt om materiële dingen op een juiste wijze te gebruiken. Tegelijkertijd maakt zo iemand zich niet overmatig bezorgd over de kortheid, de problemen en de onzekerheden van het leven. Neen, hij put zoveel vreugde uit het doen van het goede tijdens zijn leven dat in zijn denken de negatieve aspecten niet overheersen. Hij is blij van hart.
Het is beslist verstandig wanneer men ernaar streeft op een gezonde manier vreugde in het leven te scheppen. Het zal een bescherming zijn tegen de teleurstellingen welke degenen ondervinden wier leven volledig door materialistische doeleinden in beslag genomen wordt.
-
-
Inzicht in het nieuwsDe Wachttoren 1977 | 15 november
-
-
Inzicht in het nieuws
„Punk rock”-muziek
● Een nieuw soort van muziek — „punk rock” — wordt onder jongelui in Engeland populair. Volgens het tijdschrift Parade „symboliseert het de grieven van een nieuwe generatie van ongedisciplineerde opstandelingen in de tienerleeftijd die in armoede zijn grootgebracht”. Naar men zegt, is het thema van deze muziek: „Laat niet over je lopen — en als mensen dit toch doen, vecht dan terug.” Het tijdschrift zegt ook: „Vrede en liefde hebben plaats gemaakt voor oorlog en haat.”
Naar verluidt dragen degenen die „punk rock” ten gehore brengen, en ook de fans ervan, oude kleren waarop zulke dingen als buskaartjes en labels gehecht zijn. De jongelui beschouwen dit als passende kleding.
Al mogen dit soort van muziek en dansen in
-